Funderingswereld is een levendige branche

In de wereld van funderingstechnieken gebeurt ontzettend veel. Het is volgens Jaap Estié, directeur van de NVAF, een levendige branche met veel uitdagingen en ontwikkelingen. En die deelt hij met alle plezier. Reden voor GWW Magazine om in gesprek te gaan met de bevlogen bestuurder. 

Funderingsaannemers werken allemaal in het onbekende. Ze gaan immers de grond in. “Je kan heel veel vooraf bekijken door middel van grondmechanisch en geohydrologisch onderzoek, maar niet alles valt te voorspellen. Het is toch vooral werken op aannames en inschattingen”, erkent Jaap. “We zien echter in toenemende mate een trend dat men probeert om die risico’s bij funderingsaannemers neer te leggen, omdat wij verondersteld worden alles te weten. Natuurlijk zijn we specialist, maar we kunnen niet alle risico’s inschatten en daarmee voor onze rekening nemen. Gelukkig is dat in de algemene voorwaarden van de NVAF goed geborgd en ook in de UAV- en UAV-gc-contracten goed geregeld, maar zeker nu de markt wat competitiever is en het werkaanbod iets dunner, proberen opdrachtgevers de grondrisico’s soms bij de funderingsaannemer neer te leggen. We moeten ervoor waken dat die trend zich niet doorzet.”

Projecten worden steeds vaker duurzaam uitgevraagd, merkt Jaap. “Er worden meer eisen gesteld aan het materiaal dat we verwerken en de machines waarmee we het werk uitvoeren, bij voorkeur emissieloos. Dat brengt de nodige uitdagingen met zich mee, want het moet wel haalbaar en betaalbaar zijn. Het verkrijgen van voldoende bouwstroom is op sommige plekken al een uitdaging en er moet voldoende verdiend kunnen worden om de duurdere emissieloze machines te kunnen financieren. Dat is de spagaat waarin we momenteel verkeren.” Elektrisch materieel zorgt volgens Jaap ook voor een uitdaging in de onderhoudswerkplaats. “Een onderhoudswerkplaats van een Tesla is heel anders dan die van een funderingsmachine. Het brengt andere risico’s met zich mee, trouwens ook op de bouwplaats zelf. Belangrijk om daar rekening mee te houden.”

De NVAF is een actieve vereniging, waarbij afgevaardigden van lidbedrijven actief zijn in allerlei projectgroepen. “Zo hebben we recent een nieuwe projectgroep opgezet om de effecten van de Wet kwaliteitsborging te vertalen naar concrete handvatten voor onze branche”, licht Jaap toe. “Ook gaan we in op de wetsnormwijziging ten aanzien van de bodem. Funderen is een bouwhandeling en geen saneringshandeling. Er zijn echter instanties die er anders tegen aankijken en dat levert soms discussies op. Verder blijven we voortdurend werken aan onze veiligheidsrichtlijnen. Op dit moment zijn we bezig om het Vakboekje Veilig Funderen te herzien met de nieuwste ontwikkelingen, waarin onder andere elektrificatie een rol speelt. Het Vakboekje beschrijft hoe je veilig, gezond en milieutechnisch verantwoord kunt werken in de funderingsbranche. De vierde versie verschijnt later dit jaar.” 

Een ander dossier dat bij de NVAF op tafel ligt, is dat van funderingsherstel. “Op dat gebied ligt er in Nederland een enorme opgave”, meent Jaap. “Met weer een andere projectgroep zijn we aan het bekijken hoe we dat goed kunnen aanpakken, waarbij kennis en kunde wordt gebundeld en gedeeld. Zodat er niet allerlei eisen en vragen op ons af komen die theoretisch misschien wel kloppen, maar praktisch niet goed uitvoerbaar zijn.” Ook is de NVAF bezig met de herziening van de richtlijn voor het bouwterreincertificaat (BTC), als onderdeel van de Richtlijn Begaanbaarheid Bouwterreinen. Daarvoor werken ze nauw samen met internationale kennisinstituten. “Verder is er een projectgroep opgezet om richting te geven aan de CSRD, een Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportage. Deze richtlijn verplicht ondernemingen te rapporteren over hun duurzaamheid door middel van verschillende duurzaamheidscriteria. Grotere bedrijven zijn dit al verplicht, maar het gaat ook kleinere bedrijven raken. Het lijkt misschien nog een ver-van-mijn-bed-show, maar is in de praktijk veel dichterbij”, benadrukt Jaap. 

De Funderingsvakschool is dit jaar opnieuw van start gegaan, en binnenkort staat alweer een nieuwe opleidingsronde op de planning. “Vorig jaar hebben we met succes cursisten opgeleid, waarbij hun kennis en kunde zijn verrijkt. We roepen bedrijven op om hun personeel aan te melden voor één de drie opleidingen.”