Platform over civiele techniek, ondergrondse infra, energie, bouwmaterieel & bouwmachines
Building with nature
Duurzaamheid zit diepgeworteld in de bedrijfsvoering van Van Aalsburg. Het bedrijf staat op trede 5 van de CO2-prestatieladder.

Building with nature

Als we het over duurzaam bouwen hebben, is er één bedrijf dat er echt uitspringt: Van Aalsburg. Een modern bedrijf dat hoogwaardige wilgenhout producten maakt zoals legakkers, zinkstukken en beschoeiingen. “Bij ons komen innovatie, ambacht, duurzaamheid en uitstekende klanttevredenheid samen”, zegt Dick van Aalsburg, één van de zes broers die het dynamische familiebedrijf runt.

Duurzaamheid diepgeworteld

“Wij werken niet alleen met duurzame producten, maar duurzaamheid zit diepgeworteld in de gehele bedrijfsvoering”, vervolgt Van Aalsburg. Dat blijkt onder andere uit het verder elektrificeren van het machinepark. “We hebben er weer een elektrische kraan bijgekocht die volop ingezet gaat worden en ook zijn er twee elektrische bussen bijbesteld. Daarnaast hebben we een EnergyHub waarmee we op locatie zonne- en windenergie opwekken waar we de kraan en de accu’s van kettingzagen mee op kunnen laden. Ook zijn we 100% zelfvoorzienend dankzij een zee van zonnepanelen op het pand. En uit berekeningen blijkt wij met onze 150 hectare wilgen jaarlijks maar liefst 3.300 ton CO2 vastleggen. Ruim het dubbele van de uitstoot van ons bedrijf.” Niet voor niets heeft Van Aalsburg het hoogst haalbare niveau (5) op de CO2-prestatieladder behaald. “Een resultaat waar we trots op zijn.”

In de omgeving van Harderwijk, in het Wolderwijd, bouwt Van Aalsburg aan een onderwaterbos en aan een natuureiland (gemaakt van wilgen), om zo de waterkwaliteit voor vogels, vissen en waterplanten te verbeteren.

Natuurlijke materialen staan centraal

Ook in de gww-sector staat de inzet van natuurlijke materialen centraal. Het verkleinen van de footprint wordt steeds actueler. Bij zinkstukken en beschoeiingen wordt nog altijd veel hout en kunststof toegepast, terwijl wilgenhout in combinatie met jute en maisdoek een prima alternatief kan zijn, volgens Van Aalsburg. “Waar het kan passen we graag geheel natuurlijke materialen toe, waar het nodig is zoeken we naar een gezonde combinatie.” Samen met Zwarts, de enige Nederlandse producent van jute, is Van Aalsburg een innovatietraject ingegaan. “Qua treksterkte is jute grotendeels gelijkwaardig aan geotextiel, nu willen we alleen de duurzaamheid nog verder omhoog krijgen.” Ook TEFAB, het voormalige T&F – een handelsonderneming voor de gww en infra, ziet een verschuiving in de branche: opdrachtgevers en (semi)overheden willen geen of zo min mogelijk plastics toepassen in de bodem of oevers. Ook zij doen mee aan het innovatietraject.

Stappen in de juiste richting

In België, langs de Schelde zijn inmiddels pilots gestart om een oeverbescherming te maken uit jute, maisdoek volgens het legakker-principe van Van Aalsburg. “We zijn volop bezig om te kijken of we dit zo duurzaam mogelijk kunnen realiseren. Helemaal zonder gebruik van andere materialen zal dat niet gaan, je hebt tenslotte bestortingen nodig, maar een natuurlijkere mix is zeker mogelijk.” Van Aalsburg is ervan overtuigd dat er veel duurzame constructies gemaakt kunnen worden als LCA en MKI goed worden meegenomen tijdens de ontwerpkeuzes. “We zetten in elk geval flinke stappen in de goede richting en het is mooi dat we hier nu ook mee buiten onze landsgrenzen aan de slag kunnen.”     

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.