Platform over civiele techniek, ondergrondse infra, energie, bouwmaterieel & bouwmachines
36 miljoen kuub wateropvangen: hoe doen we dat? 
Bovenstrooms vasthouden, zowel ver weg als dichtbij s-‘Hertogenbosch.

36 miljoen kuub wateropvangen: hoe doen we dat? 

Extra maatregelen nodig voor deltalocatie ’s-Hertogenbosch om overstroming te voorkomen

Overstromingen zoals in Limburg (zomer 2021) zijn ook rondom ’s-Hertogenbosch mogelijk. Wat gebeurt er om dat te voorkomen? De waterschappen Aa en Maas en De Dommel slaan de handen ineen. Samen met partners wordt gewerkt aan een pakket maatregelen. Er is een strategie uitgestippeld inclusief concrete oplossingsmogelijkheden. In dit artikel leest u wat er speelt en hoe er werk van wordt gemaakt.

Ingrid Rijkers (links) en Marit Borst (rechts).

Het werkgebied van beide waterschappen omvat in totaal zo’n 240.000 hectare en beslaat een groot deel van Midden- en Oost-Brabant. ‘s-Hertogenbosch is het laagste punt (zo’n 40 meter lager) en fungeert zo als ‘afvoerputje’; al het water vanuit beken en rivieren wil deze kant op.

Marit Borst, directeur Waterschap De Dommel: “Als je de kaart van het stroomgebied van bovenaf bekijkt zie je duidelijk dat ’s-Hertogenbosch in een delta ligt. Alle hoofd- en zijbeken komen hier samen en worden vervolgens op de Maas geloosd (via spuisluis Crèvecoeur en de Bovenlandse sluis – red.). Onder normale omstandigheden kan dit zonder problemen. Ook bij hevige neerslag kan op de Maas gespuid worden. Problemen ontstaan bij combinatie van hevige neerslag (en dus grote afvoer vanuit het regionale watersysteem) en een hoge Maaswaterstand. In die situatie kan er niet of onvoldoende gespuid worden en loopt de waterstand bij ‘s-Hertogenbosch te hoog op waardoor overlast ontstaat. In extreme situaties leidt dit tot overstromingen.” 

Overstroming Limburg: duidelijke waarschuwing

Wat in 2021 in Limburg gebeurde is ook rondom ’s-Hertogenbosch mogelijk. Door de hoge Maaswaterstand kon in 2021 de beek De Geul het overtollige water niet meer kwijt in de rivier en stroomde over met alle dramatische gevolgen van dien. Marit: “Een dergelijke situatie deed zich ook voor in 1995 rondom ’s-Hertogenbosch. Na een natte decembermaand bleef het in januari gestaag doorregenen. De Maas steeg sterk en ook het water in het stroomgebied van de Dommel en de Aa. Overtollig water kon niet langer worden afgevoerd via de Maas en ook de bodem was verzadigd. Met een grote overstroming tot gevolg waardoor onder meer de A2, een van de belangrijkste verkeersaders van het land, onder water kwam te staan.” 

Vervolgens is het project HoWaBo (Hoogwateraanpak ‘s-Hertogenbosch) gestart. De waterschappen Aa en Maas en De Dommel zijn in nauw overleg met omliggende gemeenten (Sint-Michielsgestel, Boxtel, Heusden, Vught en ’s-Hertogenbosch), de provincie Noord-Brabant en Rijkswaterstaat aan oplossingen gaan werken.

 Zo zijn er grote waterbergingsgebieden ingericht waar in totaal 14 miljoen kuub water is op te vangen in tijden van nood. 

Uit nieuwe (klimaat)berekeningen blijkt dat de huidige opvang in het stroomgebied van de Aa en de Dommel onvoldoende is. Daarom is het samenwerkingsproject twee jaar geleden nieuw leven in geblazen. De hoofdopdracht nu is dat er nog eens voor 30 tot 40 miljoen kuub water extra ruimte gezocht moeten worden. De verwachting is zelfs dat richting 2050 de benodigde capaciteit kan oplopen tot 50 miljoen kuub. Daarbij gaat het niet alleen om maatregelen rond ’s-Hertogenbosch en naburige gemeenten, maar ook verder stroomopwaarts in het hoger gelegen gebied. Vandaar dat de afkorting HoWaBo nu staat voor: Hoogwater Aanpak Brabant Oost.

Vergroten afvoer van Drongelens Kanaal.

Niet alles meer maakbaar

We hebben door klimaatverandering steeds vaker te maken met felle piekbuien en plotselinge wateroverlast. Marit over de maatregelen: “We moeten rekening houden met ongekende waterbommen. Zie Limburg. Niks doen is geen optie. Met een mix aan maatregelen zullen we ons watersysteem moeten aanpassen. Bijvoorbeeld door water bovenstrooms op te vangen, daar waar de druppel valt. Alles wat je daar bergt, hoef je niet benedenstrooms op te vangen. Daarmee vertraag je de wateroverlast die op ’s-Hertogenbosch afkomt. Zo’n 10% van het probleem is hiermee op te vangen. Zo zijn er dus veel meer maatregelen nodig.”

De opgave is groot en complex. Niet alleen vanwege de ernstige gevolgen van mogelijke overstromingen en de vele belangen die er spelen, maar ook vanwege het type maatregelen. Zo zijn extra waterbergingen nodig die drie keer zo groot zijn als de huidige bergingen. Ook zijn er enorme bedragen mee gemoeid, onder meer voor mogelijke extra gemaal-capaciteit. 

Volgens Marit moeten we van het idee af dat alles technisch maakbaar is. “We zijn de afgelopen eeuw het watersysteem steeds meer gaan reguleren. Per seizoen niet te veel en niet te weinig water. Samen met partners hebben we de natuur naar onze hand proberen te zetten door het water te sturen. Klimaatverandering maakt duidelijk dat deze aanpak niet langer houdbaar is. We zullen meer moeten meebewegen met de natuur en leren leven met water. En bijvoorbeeld accepteren dat bepaalde gebieden onder water kunnen komen te staan. We zullen veel meer de logica van het landschap moeten volgen. Ligt een gebied laag? Dan is het logisch dat het daar vaker nat is. Meebewegen met het natuurlijke proces is voor een toekomstbestendig watersysteem essentieel.”

HoWaBo projectmanager Ingrid Rijkers benadrukt dat de hoogwatermaatregelen niet los gezien kunnen worden van andere urgente kwesties als stikstofmaatregelen en woningnood. “Dat vraagt om lastige keuzes, want voor veel maatregelen is ruimte nodig, en ruimte is schaars. We willen immers ook huizen bouwen, wegen en natuur aanleggen. Dat vraagt om slim combineren en goed samenwerken. Hoe verschillend de belangen ook zijn, daar waar mogelijk zullen dwarsverbindingen gemaakt moeten worden.” 

11 mogelijke oplossingen. ‘Zie meer op www.aaenmaas.nl/aanpakhoogwaterdenbosch’

Andere kijk op water

Volgens Ingrid zullen we op een andere manier naar water moeten kijken. “Het gaat niet om een paar technische oplossingen en klaar is Kees. Het is een complete transitie. Maar door het een transitie te noemen, klinkt het ook alsof het om een verandering gaat die misschien nog wel decennia gaan duren. En dat kan natuurlijk niet bij overstromingsgevaar. Ook op korte termijn is actie nodig.”

Ingrid over de complexiteit: “De opgave heeft betrekking op diverse schaalniveaus en richt zich op de langetermijnopgave, maar raakt ook ontwikkelingen op korte termijn. De baten van maatregelen en de overlast landen niet op dezelfde locatie. De opgave moet worden ingepast en afgestemd op de overige ruimtelijke opgaven en ontwikkelingen zoals Water en Bodem Sturend (WBS), NOVEX en NPLG die vanuit het Rijk worden geïnitieerd.” 

Marit voegt hier aan toe dat in de delta van Den Bosch heel zichtbaar zal worden dat water en bodem sturend zijn. “Die aanpak is relatief nieuw. Wat wij hier in het gebied gaan doen, kan een voorbeeld zijn voor de rest van Nederland. Wel kost een dergelijke omschakeling naar een meer natuurlijker systeem tijd; het is niet van de ene op de andere dag te realiseren. En die tijd hebben we niet. We kunnen niet wachten. Naast de maatregelen die op de langere termijn soelaas bieden, moeten we nu ook inzetten op maatregelen die direct resultaat opleveren.”

Breed gezocht naar mogelijke oplossingen

In 2022 is breed gezocht naar oplossingen. Ingrid: “Als waterschappen hebben we samen met omliggende gemeenten, de provincie en Rijkswaterstaat kansen en mogelijkheden in kaart gebracht. We hebben daarvoor onder meer werkateliers georganiseerd om zo drempelloos mogelijk ideeën met elkaar uit te wisselen. Allerlei soorten watermaatregelen kwamen aan bod. Kleinschalig en grootschalig, technisch van aard of juist ruimtelijk. Op één functie ingericht of juist multifunctioneel. We hebben gekeken of het logisch was om maatregelen te centreren of juist te verspreiden over het hele gebied. Bij de ene oplossing stond water centraal, bij een andere kon water meeliften met andere ontwikkelingen. Ook hebben we gekeken naar effectiviteit en uitvoerbaarheid.”  

Vergroten inlaat bij Engelermeer.

Adaptieve strategie

Voor de aanpak is (in samenwerking met het programma Integraal Rivier Management) een adaptieve strategie ontwikkeld voor de huidige (2023) en toekomstige opgave (2050 en 2100). Ingrid: “De adaptieve, toekomstbestendige strategie richt zich op maximaal vasthouden, een optimaal peil, slimme combinaties van bergingsgebieden en afvoermaatregelen.” De strategie dient als kapstok voor alle mogelijke oplossingsrichtingen en spitst zich toe op 4 categorieën maatregelen:  

1. Bovenstrooms vasthouden

Om afstroming te voorkomen, moet het watersysteem bovenstrooms van ’s-Hertogenbosch anders ingericht worden. Water wordt dan zo veel mogelijk in het gebied vast gehouden en geïnfiltreerd. Zo wordt het regionale watersysteem bij ’s-Hertogenbosch ontlast. Dit sluit aan op de lange termijn tendens van een integrale aanpak voor natuurontwikkeling en droogtebestrijding. Om op langere termijn effect te hebben, zou direct met de voorbereiding moeten worden gestart. Dat wil zeggen dat bij gebiedsontwikkelingen mogelijkheden om water vast te houden moeten worden meegenomen. Het effect op de wateropgave neemt dan na verloop van tijd toe.

2. Hoger peil

Door het ’te accepteren’ peil (in calamiteitensituaties) te verhogen kan plaatselijk een extra waterschijf worden geborgen: ‘verticale berging’. Een hoger peil heeft wel invloed op alle infrastructuur, zoals hoogtes van keringen en kades, stuwen en afsluiters, beekdalen, maar ook bruggen bijvoorbeeld. Daarnaast kan er zo meer water afgevoerd worden via het Drongelens Kanaal. Dit heeft op langere termijn effect als nu gestart wordt met de voorbereidingen.

3. Bergen

Een gestuurde berging is een waterbergingsgebied dat in extreme situaties doelbewust onder water wordt gezet. Het gebied is ervoor ingericht, bijvoorbeeld door een inlaat in een kade. Bergingen kunnen goed gecombineerd worden met natuur en recreatie, maar vragen ook ruimte waar ook een verstedelijkingsopgave, stikstofopgave en energietransitie opgave ligt.

4. Afvoeren

Door de afvoercapaciteit van waterwegen te vergroten en/of gemalen te plaatsen, kan in tijden van extreme afvoer het water beter en sneller worden afgevoerd naar de Maas. Het is schaalbaar en goed regelbaar en kan dus heel precies worden ingezet. Daarnaast is het één van de sneller uit te voeren maatregelen, geeft het geen ruimtelijke conflicten en heeft het een significant effect op het verkleinen van de opgave. 

Om de opgave voor nu en in de toekomst in te vullen is dus een mix aan oplossingen uit bovengenoemde categorieën nodig. Vasthouden, infiltreren en peilverhoging zijn maatregelen die pas op lange termijn effect sorteren, maar vanuit de gedachte vasthouden-bergen-afvoeren is het wel de gewenste denkrichting. Om op korte termijn effect te hebben, moeten er ook technische maatregelen genomen worden om afvoer te vergroten. Er moet meteen een start gemaakt worden met alle categorieën, om in de toekomst ernstige overlast voor te blijven. 

Huidige spuisluis Crèvecoeur, mogelijke locatie voor een nieuw gemaal.

Oplossingsrichtingen worden uitgewerkt

Voor de vier onderdelen van de strategie zijn per onderdeel mogelijke oplossingen benoemd. Oplossingen die het meest realistisch en haalbaar lijken. Die worden nu verder onderzocht. Besluiten over de exacte maatregelen nemen de besturen pas na goed overleg met betrokkenen. 

Ingrid: “We werken nu alle oplossingsrichtingen verder uit. Dit geeft ons inzicht in de maakbaarheid, haalbaarheid en betaalbaarheid. Bovendien zal het ons leren of het hoogwaterprobleem op te lossen is met het nemen van maatregelen, of dat we zullen moeten accepteren dat we moeten leven met wateroverlast. Uiteindelijk zit er een grens aan maakbaarheid. En die grens wordt mede bepaald door wat we er met elkaar voor over hebben. Genoeg dus om nu verder mee aan de slag te gaan; samen met partners en de omgeving. Die samenwerking is essentieel. Ook ideeën uit de markt zijn zeer welkom!”  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.