Building with Nature

Heb je het over duurzaam bouwen en circulair ondernemen, dan heb je het over Van Aalsburg. Het derde generatie familiebedrijf bouwt hoogwaardige legakkers, zinkstukken en beschoeiingen uit wilgenhout. “Natuur met natuur beschermen en in stand houden, op een circulaire, duurzame manier. Dat is waar het bij ons om draait”, zegt Dick van Aalsburg. “Hierbij streven we naar het gebruik van 100% natuurlijk afbreekbare materialen, zónder daarbij concessies te doen aan de kwaliteit.”

Vorig jaar riep Dick dat ze de 1 miljoen m2 geotextiel die Van Aalsburg jaarlijks toepast in de waterbouw, binnen 10 jaar terug willen dringen naar 100.000 m2. “We zetten er zo veel als realistisch is op in om dat ambitieuze doel te behalen. Dus zijn we volop aan het innoveren”, zegt Dick. “Zo kijken we of geotextiel vervangen kan worden door bijvoorbeeld jute.” Van Aalsburg is samen met Zwarts, de enige juteweverij in Nederland, een innovatietraject aangegaan. “Jute is qua treksterkte inmiddels nagenoeg gelijkwaardig aan geotextiel. Nu willen we vooral de duurzaamheid nog verder omhoog krijgen. Er lopen diverse pilots om jute te verduurzamen op een geheel natuurlijke wijze. Zo hopen we nóg een impuls te kunnen geven aan een langere duurzaamheid.”

“We zijn altijd op zoek naar meer mogelijkheden om onze producten breder in te zetten. Daarom hebben wij meegedaan aan een SBIR-programma van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), waarmee de overheid in een innovatiecompetitie ondernemers uitdaagt. Wij hebben daarvoor een circulaire oeverbescherming ingediend.” Dick is verheugd dat het product van Van Aalsburg, naast een innovatie van een ander bedrijf, door is naar de laatste ronde. Hij merkt dat steeds meer waterschappen, Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat plastic willen uitbannen in hun projecten en naar gebruik van 100% natuurlijke materialen toe willen. “Een mooi streven, maar dat betekent ook dat wij berekeningen willen overleggen voor onze constructies in materialen op projecten, waarin wordt aangetoond wat de impact ervan is. Ook daar zijn we vanuit het SBIR-programma mee bezig.” 

“Verder zijn we op een zo duurzaam mogelijke manier aan het ondernemen”, zegt Dick. Hij noemt onder andere het verder elektrificeren van het materieel en het toepassen van de energy hub bij projecten. “We overwegen een 2 MegaWatt accupakket te plaatsen op de zaak, dat overdag vol kan druppelen met eigen verworven zonne- en windenergie, waar we in de avond en nacht ons materieel mee op kunnen laden. Zo ontlasten we het net wat meer op piekmomenten en maken we maximaal gebruik van onze natuurlijke energiebronnen. Het is een on-going-proces bij ons, dat nog verder in een versnelling raakt. En zo hoort het ook, toch?”