Van den Herik Sliedrecht werkt samen met Rijkswaterstaat aan de uitbreiding van het Julianakanaal, dat onderdeel is van de Maasroute, een belangrijke scheepvaartroute naar de havens in België, Duitsland en Nederland. Het kanaal wordt geschikt gemaakt voor de tweebaksduwvaart (klasse Vb-schepen) van 190 meter lang, 11,4 meter breed en een diepgang van maximaal 3,5 meter.
Het Julianakanaal is over een lengte van 26 kilometer op verschillende plekken verbreed en verdiept. “Het laatste traject van 4 kilometer tussen Berg en Obbicht is nu aan de beurt”, zegt Jacques Timmermans van Rijkswaterstaat. Als omgevingsmanager behartigt hij de belangen van diverse stakeholders en houdt hij zich bezig met de voortgang van dit bouwproject. “Het voelt soms als schaken op meerdere borden tegelijk”, zegt Jacques. “Je hebt te maken met omwonenden, bedrijven, Rijkswaterstaat zelf, de betrokken bouwpartijen en de scheepvaart. Dan is het fijn dat je kunt rekenen op de kennis en expertise van hoofdaannemer Van den Herik.”
Robin Koorengevel, projectleider bij Van den Herik: “Samen met Rijkswaterstaat hebben we in bouwteamverband gekeken naar oplossingen om de werkzaamheden kwalitatief, veilig en met zo min mogelijk hinder uit te voeren. Onze aanpak lijkt haast een militaire operatie vanwege de nauwkeurigheid en aandacht voor detail en belanghebbenden die vereist is. Voor het succes van dit project is het cruciaal dat we samen optrekken met Rijkswaterstaat.” Het Julianakanaal is bijzonder en vereist een specifieke aanpak. Jacques: “Het kanaal, aangelegd de jaren dertig van de vorige eeuw, heeft een complexe ondergrond met veel grind en dikke zwerfkeien, ligt op en langs de steilrand en dichtbij het unieke natuurgebied de Kingbeek. De uitbreiding is noodzakelijk gezien de opwaardering van de Maasroute naar klasse Vb scheepvaart, de toenemende omvang van de schepen en het intensievere gebruik van de route.”
Het werk moet nu én het moet goed gedaan worden. Zeker nadat een eerdere poging in 2023 werd stilgelegd en de scheepvaart daar met snelheidsbeperkingen en extra regels moet varen. Vanwege de veiligheidsrisico’s heeft Minister Harbers in maart 2024 onherroepelijk besloten dat Rijkswaterstaat het kanaal mag stremmen en de werkzaamheden in den droge uitgevoerd mogen worden. Enkele
dagen na dit besluit begon Van den Herik met de voorbereidingen, zowel het ontwerpwerk als de vergunningsaanvragen.
“In aanloop naar de stremming hebben we aan de hand van een goed doordacht werkplan al zoveel mogelijk werkzaamheden uitgevoerd, om de hinder te minimaliseren en de stremming zo kort mogelijk te houden”, legt Robin uit. “We hebben baggerwerkzaamheden ter hoogte van sluis Born uitgevoerd, zodat er een beunschip naast de baggerset kon liggen, die het sediment kan afvoeren.” Jacques vertelt dat er 1,2 miljoen ton aan grond vrijkomt bij het verdiepen en verbreden van het kanaal. “Ook is het werkterrein en de depotruimte ingericht en zijn er tijdelijke werkwegen en brugconstructies aangelegd om de openbare weg te ontlasten.” Robin: “In maart zijn we begonnen met de aanvoer van 400.000 ton breukstenen, die op zo’n 180.000 ton grind komen te liggen. Zo willen we eventuele risico’s in de uitvoeringsperiode op voorhand zoveel mogelijk beperken en geven we gehoor aan de indringende wens van de omgeving om de hinder voor hen te beperken. Door daarna in den droge veilig en snel te werken, kan de scheepvaart spoedig haar vaarweg vervolgen.”
Voor het droogleggen van het kanaal bouwde Van den Herik een dam. Waarna de vissen worden verplaatst naar een veilige omgeving. Hierna worden de verbredings- en verdiepingswerkzaamheden uitgevoerd, zoals het afgraven van grond en het aanbrengen van een nieuwe waterremmende laag met bentonietmatten. Die wordt bedekt met grind en grote breukstenen. De robuuste constructie onderstreept het doel om het nu goed en degelijk uit te voeren zodat het kanaal er weer zo’n honderd jaar tegen kan. “We werken met drie ploegen tegelijkertijd in drie werkvakken”, zegt Robin. “Het is een hele operatie om op zo’n smal stuk van 60 meter met veel mensen en machines aan de slag te zijn.” Jacques: “Alsof je met vijf stukadoors een toilet staat te stuken, dus dan moet je wel heel nauwgezet te werk gaan. Gelukkig heeft Van den Herik ervaring met dit kanaal door eerdere werkzaamheden en hebben wij alle vertrouwen in een goede afloop.”
Robin merkt op dat zo’n complex werk normaal gesproken anderhalf tot twee jaar voorbereidingstijd vergt. “Dat we het nu in vier maanden doen, is alleen mogelijk doordat we samenwerken met Rijkswaterstaat en kunnen rekenen op meerdere partners.” Jacques begrijpt dat de tijdelijke afsluiting van het kanaal en de hinder voor met name scheepvaart en omwonenden heel vervelend is, maar benadrukt dat het Julianakanaal straks weer toekomstbestendig is.