Om het noordzeezand voor de demping van de Rijnhaven op te spuiten, moet de omgevingsoverlast zo minimaal mogelijk blijven. Daarom rekent de hoofdaannemer op de knowhow van de maritieme specialist Kapitein Maritiem. Via een aanvoerleiding lost het bedrijf 3.500 m3 zand in een halfuur tijd uit de hopper die het zand aanvoert. En om aan de gemeentelijke eisen van de werf te voldoen, heeft Kapitein Maritiem de verbrandingsmotoren van zijn werkschip Hercules vervangen.
Kapitein Maritiem is anderhalf jaar bezig in de Rijnhaven van Rotterdam. ‘Rainbowen’ is voor het uitvoeren van de dempingswerken verboden. “Momenteel ligt er daarom een drijvende aanvoerleiding. Bij de aanvang van de werken was dat een sproeiponton”, licht de projectverantwoordelijke Lub Kapitein toe. “Wij managen de verankering en zorgen ervoor dat de leiding op de juiste positie blijft liggen om de continuïteit van de werkzaamheden te verzekeren. In het water ligt een drijvende leiding voorzien van een koppelkogel waaraan de hopper altijd kan aankoppelen om zo de demping van de haven te vervolledigen. Daarnaast voorzien we ook in de bevoorrading of de wissels van de bemanning voor de hopper.”
De aanvoerleiding kan worden gehesen met een 200 ton/meter hydraulische dekkraan die op het 24 meter lange werkschip Hercules gemonteerd staat. “Om aan de jongste milieunormen van de stad Rotterdam te voldoen, hebben we de Hercules, die we nu inzetten voor de gemeente, een upgrade gegeven met Stage V/Tier III-motoren”, gaat Lub verder. “Alles is vernieuwd, zelfs de generatoren.”
De Hercules is het uitgelezen schip voor de werkzaamheden in het ondiepe vaarwater rond de Rijnhaven. Lub: “Bij elke opdracht kijken we nauwkeurig naar de criteria en voor de benodigde infrastructuurwerken aan de Rijnhaven was een ondiep werkschip nodig met toch genoeg mogelijkheden. Werkschepen met deze afmetingen liggen al gauw 2,5 meter diep, maar de Hercules steekt rond de 1,5 meter. Qua werkschepen op ondiep water hebben we nog een hele range aan schepen van verschillende formaten voor zee en binnenvaart.”