Tagarchief: Wateroverlast

Afdichtingsexpert voorkomt ‘wateroverlast’ 

Lees het gehele artikel

Zeker in de winter met potentieel gevaar van opvriezing. Om lekkages en potentiele wegafsluitingen op de Blankenburgverbinding te voorkomen, heeft bouwconsortium BAAK afdichtingsexpert Vilton ingeschakeld.

In eerste instantie is Vilton betrokken bij de grondwaterafdichting van de Hollandtunnel. Later volgen verdere bouwdelen in het traject. De tunnel wordt verdiept gebouwd als een ‘bakconstructie’ met wanden en een vloer in beton. “Om scheurvorming in het beton te voorkomen, wordt om de x-aantal meter een dilatatievoeg opgenomen”, verklaart Addy Hardenbol, technisch specialist beton & infra bij Vilton. “Zo’n dilatatievoeg vormt een open verbinding met het grondwater. Wij leveren vervolgens een rubberen voegenband om die verbinding te dichten en tegelijk de werking van de betonnen vloer- en wandelementen mogelijk te maken.”

De expansievoegbekisting DHI van Vilton biedt tijdswinst bij bekisten, wapening en storten van meerdere vloermoten.

Binnen- en buitenliggende voegenband

Voor de Hollandtunnel levert Vilton een groot aantal meters aan dilatatievoegenband. Hardenbol: “Het gaat om een zogenaamde binnenliggende voegenband met uitwendige stalen platen van het type FMS, geschikt voor toepassing in de tunnelbouw. De voegenband beschikt over een injectieslang die zorgt voor een actieve afdichting aan twee zijden. Daarnaast leveren we ook buitenliggende voegenbanden type AM 350 aan BAAK voor hoger gelegen delen. Deze voegenbanden voorkomen dat zand of grond zich in de dilatatie gaan nestelen.” De voegenbanden worden als systeem geleverd. Vilton draagt zelf zorg voor het vulkaniseren op locatie. “Het lassen van de voegenband gebeurt door onze eigen gecertificeerde medewerkers. Dit om de kwaliteit te garanderen. Datzelfde geldt voor de speciale kruisingen, zoals vormstukken of T-kruisingen. Deze worden bij ons in de fabriek volledig geprefabriceerd en kant-en-klaar aangeleverd aan BAAK.”

Addy Hardenbol is Technisch specialist Beton en Infra bij Vilton met veel ervaring in de sector.

Verloren expansievoeg bekistingsysteem

Een ander systeem waar Vilton goede sier mee maakt in de infrabranche is het verloren expansievoeg bekistingsysteem type DHI met FMS-voegenband. “Het is nog niet aan de orde bij de Blankenburgverbinding, maar kan mogelijk in een latere fase wel van toegevoegde waarde zijn”, zegt Hardenbol. “Het bekisten van één vloermoot met hierin een dilatatievoegenband kost veel tijd. Er moet bekist worden, het FMS-dilatatievoegenband moet gesteld worden, vervolgens wordt het beton gestort en daarna moet er weer ontkist worden. Al met al zeer tijdrovend. Het voordeel van het toepassen van ons verloren bekistingsysteem DHI is dat twee of meerdere vloermoten tegelijk kunnen worden bekist, gewapend én gestort, zonder dat er ontkist hoeft te worden. Dit scheelt enorm veel tijd en is minder arbeidsintensief. Het concept is reeds succesvol toegepast op verschillende infraprojecten.”     

Vilton vulkaniseert op locatie de gewenste lengtes van voegenbanden, maar biedt ook prefab systemen.

Bufferblocks gaan strijd aan met wateroverlast en bodemdaling in Capelle

bufferblock_pilot-waterstraat-kopieren
Lees het gehele artikel

In Capelle aan den IJssel gaan vanaf volgende week de eerste Bufferblocks de grond in. Het concept speelt in op het veranderende klimaat met meer hevige regenval en langere perioden van droogte. De gemeente ziet in het product ook belangrijk wapen tegen bodemdaling en heeft met Bufferblocks een wereldwijde primeur.

“Wij zijn een gemeente met een slappe bodem”, doelt projectleider Dirk van den Heuvel op de veengrond in Capelle. “Daarom zochten we een licht ophogingsmateriaal met een waterbergend vermogen”. Dit in het kader van de grootschalige aanpak van de Arica in Capelle, waar naast de ophoging van de straat ook de waterhuishouding wordt aangepakt.

Hierbij viel de keuze op Bufferblocks, die net als infiltratiekratten in de ondergrond water bufferen, 266 tot 532 liter per vierkante meter om precies te zijn. Volgens Dorian Hill, medeoprichter van Bufferblock BV, gaat verdere vergelijking niet op: “Naast het grote waterbergend vermogen, zijn de blokken bestand tegen de zwaarste verkeersklasse. Bufferblocks plaats je dus ook onder een drukke rijbaan, waardoor je de stoep kan gebruiken voor huisaansluitingen. Het concept is bovendien volledig modulair waardoor je erg flexibel bent in je ontwerp. Dat maakte de samenwerking met bijvoorbeeld netbeheerders heel prettig.”

Ideaal voor hoge grondwaterstanden

Een ander groot voordeel is dat Bufferblocks vlak onder de straat geplaatst kunnen worden. Dit maakt de constructie bijzonder geschikt voor plekken met hoge grondwaterstanden, precies wat Van den Heuvel over de streep trok. “Langs de Hollandse IJssel staat het grondwater hoog, dus we hadden geen zin om diep te graven. Ook raak je hiermee je bufferende werking kwijt”, zo legt hij uit. Het is mogelijk om doorlatende verharding te gebruiken, maar met oog op onderhoud is besloten om reguliere kolken toe te passen.

Inspiratie op proeftuin de WaterStraat

Vanuit een Europees programma, STAR2Cs (gericht op klimaatbestendigheid), kreeg de gemeente budget om een aantal klimaatadaptieve maatregelen te nemen. Inspiratie deed de projectleider op samen met zijn collega’s bij de WaterStraat, een proeftuin in Delft waar verschillende klimaatadaptieve concepten getest en doorontwikkeld worden. Bufferblocks leveren een win-winsituatie op voor de wijk in Capelle, waar door hoge grondwaterstand andere concepten afvielen. “Met het oog op toenemende piekbuien en langere perioden van droogte wil je water kunnen vasthouden en niet direct afvoeren. Ook is het mooi meegenomen dat je verdroging van veen en dus bodemdaling tegengaat.”

Duurzaam en eenvoudig in onderhoud

Naast dat beton veel duurzamer is dan plastic in de grond, gaat het materiaal ook veel langer mee “Beton is zeer robuust materiaal en heeft een levensduur van minimaal 50 jaar, dat houdt in dat je straat maar eens in de vijftig jaar open hoeft”, zo legt Dorian Hill uit. “Ook kun je eenvoudig met robots die voor riolering worden gebruikt inspecties doen, waarna je eventueel vervuilde delen kan schoonspuiten.”

Het vraagt wel lef om de eerste te zijn, vindt verantwoordelijk wethouder Marc Wilson. “Het is mooi om een wereldprimeur te hebben en trendsetter te zijn. Amsterdam, Den Haag en Rotterdam willen allemaal komen kijken naar wat we hier aan het doen zijn.”

Bodemdaling ernstig probleem in laagveengebieden

bunnikgroep-16oct2018-042
Lees het gehele artikel

De Nederlandse laagveengebieden kampen al jaren met hevige wateroverlast als gevolg van bodemdaling. Na een flinke regenbui overstromen de straten en lopen de huizen vol met water. Als specialist in het slappe bodemgebied, levert Bunnik Groep een belangrijke bijdrage aan het klimaatbestendig maken van wijken en dorpen in het laagveengebied. We nemen met Luuk Tamminga een kijkje bij een ‘slappe bodem’-herstelproject in Kockengen en in De Kanis.

Klimaatadaptatie is volgens Tamminga een hot issue in de Nederlandse laagveengebieden. “De combinatie van een toenemende intensiteit van buien en een daling van de bodem, maakt dat straten in deze gebieden steeds vaker onderwater komen te staan met alle gevolgen van dien. Het is een serieus probleem. De gemeenten in dit gebied hebben zich verenigd in het Platform Slappe Bodem om de bodemdaling te lijf te gaan. In de voormalige gemeente Reeuwijk waren we al ‘huisaannemer’ voor de herindeling naar Bodegraven – Reeuwijk, als het gaat om slappe bodemherstel. Reeuwijk hoort bij de top tien op het gebied van slappe bodems, de bodem is hier echt heel slecht.”

Als specialist in het slappe bodemgebied, levert Bunnik Groep een belangrijke bijdrage aan het klimaatbestendig maken van wijken en dorpen in het laagveengebied.

Unieke kenmerken

Bunnik Groep is zelf gevestigd in het Groene Hart, midden in het slappe bodemgebied. “Al sinds onze oprichting, ruim vijftig jaar geleden, focussen we ons op het beheer van de openbare ruimte”, vervolgt Tamminga. “We zijn actief in vier disciplines, waarbij we merken dat er vanuit de markt steeds meer aandacht komt voor duurzaam slappe bodemherstel. Elk dorp, elke wijk, elke straat heeft zo zijn unieke kenmerken en vraagt om een individuele aanpak. Zo verschilt onze aanpak in Kockengen bijvoorbeeld volledig met die in De Kanis, een dorpskern van de gemeente Woerden.” Kockengen, een eveneens nabijgelegen kern, maar dan van de gemeente Stichtse Vecht, wordt in tien jaar tijd volledig klimaatbestendig gemaakt. Het project loopt sinds 2014 en wordt gefaseerd (tien fasen) aangepakt. Van de vijf reeds gegunde fasen, heeft Bunnik Groep er vier in opdracht gekregen. Eén van deze fases had betrekking op 125 woningen met een aanneemsom van 3 miljoen euro. Ter vergelijk: het project in De Kanis raakt ook 125 woningen, maar heeft een aanneemsom van meer dan 10 miljoen euro.

Duurzame methodieken

De Kanis heeft te maken met hevige verzakkingen door de slappe veenbodem. Tamminga: “De openbare ruimte is op sommige plekken meer dan 60 centimeter verzakt. We hanteren hier een unieke methodiek waarbij onder de straten een zettingsvrije, onderheide betonconstructie wordt gerealiseerd. Hierop brengen we een zandbed aan ten behoeve van de nutsvoorzieningen waarop de openbare ruimte wordt aangelegd. Deze constructie kent misschien een hoge aanvangsinvestering, maar garandeert wel een levensduur van honderd jaar. In Kockengen vervangen we eveneens de bestaande fundering, waaronder het teerhoudende asfalt, in dit geval door lichtgewicht funderingsmateriaal. Daarop komen vervolgens de nutsvoorzieningen te liggen en wordt de bestrating teruggebracht. Daarnaast verzorgen we de ophoging van het openbaar groen en de ophoging van de tuinen van bewoners.”

Bunnik Groep heeft alle kennis en expertise in huis om bodemherstelprojecten in laagveengebieden volledig in eigen huis van A tot Z aan te pakken. “Regelmatig worden we gevraagd om de werkzaamheden in bouwteam uit te voeren. Maar we zien ook dat deze opdrachten steeds meer in een UAV-gc contractvorm worden gegoten. Als specialist in het slappe bodemgebied zijn we daar als geen ander op toegerust”, besluit Tamminga.  

WATERQUEST 2019: een stap dichterbij een oplossing voor wateroverlast?

neringbogel_1_dsc00476-kopieren
Lees het gehele artikel

Al eerder besteedden we aandacht aan de WATERQUEST 2019. Een prijsvraag, uitgeschreven door Nering Bögel, met als doel een groep slimme mensen bij elkaar te krijgen in een denktank. Om zo tot nieuwe oplossingen te komen voor het wateroverlast probleem in bebouwde gebieden.

Richard Janssen, eigenaar van Nering Bögel en initiatiefnemer van deze prijsvraag, vertelt over het proces en de laatste ontwikkelingen. “Vorig jaar, met de Infratech in het vooruitzicht, hebben we een aantal universiteiten, hogescholen en andere belangrijke kennisinstituten benaderd. Diverse inschrijvingen van studenten van de TU Delft, Leiden en Twente rolden binnen. Inmiddels is de eerste denktanksessie een feit.”

Studenten van TU Delft, Leiden en Twente bij de eerste sessie van de WATERQUEST 2019. Aandachtig luisterend naar de uitleg van Richard Janssen, Nering Bögel.

 

Inspirator

Eén van de drijvende krachten achter het WATERQUEST-proces is Nick van de Giessen. Een internationale topper, wereldwijd gevraagd door bedrijven en overheidsinstellingen om mee te denken over de waterproblematiek. Janssen ziet meteen dat de studenten enorm veel respect voor Van de Giessen hebben en graag met hem willen samenwerken. “De eerste sessie was daarom vooral bedoeld om wat meer uitleg te geven over het idee en wat er van hen verwacht wordt. Een student uit India vertelde bijvoorbeeld wat hij in India had ervaren op het gebied van overstromingen en na een aantal filmfragmenten en zijn verhaal merkte je dat er een gezamenlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel boven borrelde: ‘hier ligt de focus’ spinde in de hoofden van de studenten. ‘Er moet iets gedaan worden aan de ellende die mensen in dorpen en steden meemaken door wateroverlast. En wij gaan dat proberen, van ons wordt hier iets verwacht’.”

Knappe koppen

Janssen zegt verrast te zijn door de samenstelling van de groep. “Vanuit alle vakgebieden die te maken hebben of krijgen met waterproblematiek, zitten er studenten aan tafel: civiel, bouwkunde, research, watermanagement, mechanical engineering, international business en architectuur. Geweldig toch?” In het begin was er enige terughoudendheid, hadden de studenten een zetje nodig om echt out-of-the-box te durven denken. “Natuurlijk moeten ze zich houden aan de natuurkundige wetten, maar verder wilden wij juist dat ze er op los zouden fantaseren. Niet denken in beperkingen of geld, maar juist over die ándere futuristische ideeën gaan brainstormen. En dan merk je dat er spontaan een aantal mensen enorme gedachtensprongen durft te maken en dat is precies de bedoeling.”

Nick van de Giessen, inspirator en drijvende kracht bij de procesbegeleiding van de WATERQUEST.

 

Jury

“Eind mei/begin juni zal de jury de ingezonden ideeën beoordelen en kenbaar maken wie er in de prijzen vallen. Daarna is de keus transparant: wil je je idee wel of niet delen binnen de denktank? Want met díe ideeën gaan we na de zomer aan de slag.” Janssen besluit: “We willen een echte uitvindersclub neerzetten maar géén ingenieursbureau 2.0 worden. De groep moet op niveau kunnen denken en modellen kunnen doorrekenen, maar vooral vrij hun creativiteit er op los kunnen laten. Nering Bögel is slechts de partij op de achtergrond die het proces organiseert, faciliteert en vooral stimuleert zodat het vorm krijgt. En ik vind het fantastisch dat de TU Delft heeft aangegeven dat we gebruik mogen maken van hun faciliteiten voor dit traject. De studenten zijn razend enthousiast naar huis gegaan en klaar voor de volgende stap.”