Tagarchief: verduurzaming

Ed Nijpels over de positieve effecten van verduurzaming in de GWW

ed-nijpels-14
Lees het gehele artikel

‘Als je verduurzaamt, word je vanzelf aantrekkelijk’

Het klimaatbeleid staat volop in de schijnwerpers. Niet in de laatste plaats omdat in Glasgow wordt besproken wat de beloften van de 196 partijen bij het Verdrag van Parijs na drie jaar hebben opgeleverd. Ook onze Grond-, Weg- en Waterbouwsector heeft dagelijks te maken met de doelstellingen die in het Akkoord van Parijs zijn bepaald en doet er dan ook alles aan om een steentje bij te dragen op de weg naar een klimaat neutrale wereld in 2050. 

GWW Magazine heeft Ed Nijpels bereid gevonden om ons te woord te staan over zaken die onze sector raken. In 2014 werd de heer Nijpels benoemd tot voorzitter van de Borgingscommissie Energieakkoord. Daarnaast werd hij Kroonlid van de Sociaal-Economische Raad. In 2018 leidde hij als voorzitter van het Klimaatberaad de onderhandelingen over het Klimaatakkoord, thans is hij voorzitter van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord en houdt hij toezicht op de uitvoering van het Klimaatakkoord.

Ed Nijpels tijdens een vergadering van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord voor duurzame groei. (Beeld: Christiaan Kouwels)

‘Nederland loopt achter’

“Ondanks alle inspanningen en investeringen van alle partijen in het Klimaatakkoord, haalt Nederland het afgesproken doel nog niet”, opent de heer Nijpels het gesprek. “We willen tot een reductie van 49% CO2-uitstoot komen in 2030. We zitten inmiddels in de goede richting, maar nog niet op schema, kortom er ligt nog een hoop huiswerk. Daar bovenop komt Brussel ook nog met een pakket aan maatregelen. Het nieuwe kabinet zal daar haar handen vol aan hebben. En als we echt Olympisch kampioen willen worden zoals Rutte zegt, dan is er nog meer werk aan de winkel. We liggen nu met een doelstelling van 49% op de tiende plaats. Er is nog meer dan genoeg werk aan de winkel om de uitstoot van CO2 terug te dringen, niet alleen in het bedrijfsleven, maar ook bij burgers en maatschappelijke groeperingen. Zelfs een bronzen medaille is nog ver uit het zicht. Maar het kabinet moet wel richting geven.”

Van fossiele brandstoffen af

Gevraagd naar de punten waarop nog winst te behalen valt in de GWW-sector, antwoordt de heer Nijpels: “Ook voor de GWW geldt dat men af zal moeten van het gebruik van fossiele brandstoffen. Onze hele mobiliteit moet duurzamer worden, dus ook in de infra. We moeten los zien te komen van olie, kolen en gas. Ik besef dat dit juist voor de GWW een enorme uitdaging is. We zien dat het elektrificeren van klein tot middelgroot materieel inmiddels al probleemloos kan. Het allergrootste materieel elektrificeren, daar zit de grootste uitdaging. Toch zal dat ook goed komen, het is vooral een kwestie van investeren, blijven onderzoeken en tot slimme oplossingen komen. Ook het inzetten van waterstof is een kansrijke optie en op dat gebied wordt er inmiddels ook veel ontworpen, getest en in de praktijk gebracht. Het fossiele tijdperk is echt ten einde. 

Bron van economische groei

Volgens de heer Nijpels is een stevig klimaatbeleid een bron van economische groei. Hij legt uit: “Voor de infrasector zit er overal werk. Kijk bijvoorbeeld naar alle kabels en leidingen die er nodig zijn voor de energietransitie. Neem de aanleg van zonneparken en windmolenparken als voorbeeld. Tunnels en wegen die energiezuinig worden gemaakt en voor minder CO2-uitstoot zorgen. Een stevig klimaatbeleid is een schitterende bron van economische groei, innovatie en werkgelegenheid.”     

Er wordt veel geklaagd ‘in het land’ over de klimaatcrisis en de daaruit voortvloeiende maatregelen. Is dat van invloed op de voortgang? “Je kunt er negatief over praten of zelfs ontkennen dat we een probleem hebben, onderaan de streep zullen we het toch samen moeten doen. Het economisch belang gaat ons allen aan en nog belangrijker: wat willen we achterlaten voor onze kinderen en kleinkinderen? Je ziet nu zelfs dat delen van het bedrijfsleven vooruitlopen en ook de burger gaat soms sneller dan de overheid verwacht. Er zijn nu al meer dan anderhalf miljoen huizen met zonnepanelen, iedere vier seconden komt er een zonnepaneel bij. Als je dat vijf jaar geleden had voorspeld, dan was je voor gek verklaard. De uitvoering van de plannen zorgt iedere dag voor nieuwe problemen, maar dat hoort bij een transitie.”

Het klimaatbeleid staat volop in de schijnwerpers. Niet in de laatste plaats omdat in Glasgow wordt besproken wat de beloften van de 196 partijen bij het Verdrag van Parijs na drie jaar hebben opgeleverd.

‘De grootste verbouwing van Nederland sinds de oorlog’

“Het klimaatbeleid is voor Nederland de grootste verbouwing sinds de tweede wereldoorlog”, zo stelt Ed Nijpels. “Elke dag staan we voor nieuwe uitdagingen waarvoor oplossingen bedacht moeten worden. We pakken dit samen aan met een betere toekomst voor ogen. Dat kost tijd, dat kost geld. Maar de investeringen die we nu met vereende krachten doen aan de voorkant, leveren ons winst op de lange termijn op. Dat vraagt om investeringen uit het bedrijfsleven zelf en ‘offers’ van de burger. De overheid kijkt mee en constateert ook dat sommige sectoren maar moeilijk groener worden. Het ligt voor de hand dat onze overheid dan bijspringt, financieel. Subsidie als tijdelijke steun in de rug is prima, het mag echter niet structureel worden.”

Met een reeds deels geslaagde elektrificatie in de GWW valt er te verwachten dat op den duur de hele sector zich groen voortbeweegt. “Massale elektrificatie is onontkoombaar. Er zal meer en meer ingezet worden op waterstof als alternatief. Waterstof is echt de ‘love baby’ van de energietransitie, maar brengt logistiek gezien weer andere uitdagingen met zich mee. Elektrificeren en omschakelen op waterstof gaan hand in hand. We gaan (groene) waterstof gebruiken voor drie functies, opslag, transport en als brandstof.” 

‘Als je verduurzaamt, word je vanzelf aantrekkelijk’

De heer Nijpels constateert iets moois als gevolg van verduurzaming van bedrijven: “Het blijkt dat bedrijven die actief zijn met het klimaat en de energietransitie  -en dus het algemeen belang sterk voor ogen hebben- ook vaak de mens centraal stellen binnen hun bedrijf. Daardoor floreren zij en zijn ze winstgevender dan bedrijven die nog niet op dat niveau zijn aanbeland. Het positieve effect is dat als je verduurzaamt, je vanzelf aantrekkelijker wordt. Mensen willen graag voor je werken, bedrijven willen graag met je werken en je schept een situatie waarin opdrachten eerder gegund worden. Omgekeerd geldt hetzelfde: bedrijven die op termijn niet duurzaam werken hebben uiteindelijk geen plaats meer op het speelveld. Er vindt een natuurlijke schifting plaats. In dat opzicht hebben we een trein op de rails staan die niet meer te stoppen is en daar mogen we trots op zijn.”     

Duurzame markeringsoplossingen voor wegen

natte wegen 1
Lees het gehele artikel

De weg en het verkeer worden steeds complexer. Met het oog op de verkeersveiligheid worden er steeds hogere eisen aan markeringen gesteld. Zo versterkt bijvoorbeeld de ontwikkeling van autonoom rijden de behoefte aan hoogwaardige markeringen.

Een merkbare verandering die ook bij wegmarkeringen speelt is het belang van duurzaamheid en verduurzaming. Een zeer duurzame wegmarkeringsvariant, die hier heel goed bij aansluit, is de koudplast.

Koudplast vs. Thermoplast

Een groot voordeel van koudplast is dat het slijtvaster en duurzamer is dan de thermoplast. Bovendien wordt koudplast, zoals de naam al doet vermoeden, koud aangebracht en is verhitten niet nodig. Op deze manier wordt onnodig veel CO2-uitstoot voorkomen.  Ook is koudplast (in tegenstelling tot thermoplastische markeringen) geschikt om gerecycled te worden als granulaat. Thermoplastische markeringen moet aan het einde van hun levensduur van de weg gefreesd worden om vervolgens te worden afgevoerd als bouwafval. Op de circulariteitsladder is koudplast zeker een uitblinker!  

Verduurzaming en circulair bouwen

Met circulariteit en duurzaamheid in het achterhoofd biedt Triflex’ uitbreiding met 1.5 mm en 2.0 mm laagdiktes ook een enorm voordeel. Met een keuze voor een slijtvastere koudplast, is het in veel gevallen een goede overweging om in plaats van de ‘standaard’ 3.0 mm laagdikte te kiezen voor het toepassen van een laagdikte van 2.0 mm of zelfs 1.5 mm. Doordat bij een dunnere laagdikte logischerwijs minder materiaal verbruikt wordt maakt dit flinke stappen in het streven naar verduurzaming en circulair bouwen.  
 
Bijkomend voordeel bij ononderbroken lijnen en beperkte laagdikte is dat de watergootjes dan ook minder geluidsoverlast veroorzaken. Formeel gezien is er bij een laagdikte van 1.5 mm geen watergootje meer en daarmee eventuele geluidshinder ook niet! 
 
Met een breed pakket aan wegmarkeringssystemen is Triflex volledig in lijn met de actualiteit en daarmee uitstekend voorbereid op de toekomst. Vanzelfsprekend stopt het hier niet. Wij blijven (als innovatief bedrijf) gericht op nieuwe ontwikkelingen! 

Informatie
Meer weten over onze wegmarkeringen of benieuwd hoe wij u kunnen helpen? Neem dan contact met ons op via +31 (0)38 460 2050 of via het contactformulier. We helpen u graag verder.

Scania Nederland MD Janko van der Baan: “Uitstel kilometerheffing funest voor snelle verduurzaming”

Scania-e-Mobility-1-20110-009
Lees het gehele artikel

Nadat eerder de elektrische vrachtwagen het ondergeschoven kindje was in de uitvoeringsagenda Stadslogistiek, door het uitstellen van de subsidieregeling, heeft Minister Nieuwenhuizen nu de Tweede Kamer geïnformeerd dat de voorgenomen kilometerheffing voor vrachtwagens minstens tot 2027 wordt uitgesteld. Een belangrijk onderdeel van deze kilometerheffing was de financiering van de vergroening van de vaderlandse transportvloot. Scania Nederland Managing Director Janko van der Baan is duidelijk in zijn oordeel en spreekt over een gemiste kans. “Hiermee wordt wederom een belangrijke pijler onder de verduurzaming gesloopt. Het wordt op deze manier vrijwel onmogelijk om aan de doelstellingen van, notabene, diezelfde overheid te voldoen.”

Janko van der Baan

Van der Baan heeft dan ook begrip voor de reactie van TLN voorzitter Elisabeth Post. Zij noemde in een eerste reactie de overheid ‘een onbetrouwbare gesprekspartner’. “We praten al jaren over de kilometerheffing als een middel om de verduurzaming van transport in Nederland voor een deel te financieren. Uitgangspunt blijft dat de totale lasten voor de sector hierdoor niet mogen stijgen,” vult Van der Baan aan.

De kilometerheffing biedt ook een mogelijkheid om prijsdifferentiatie door te voeren voor hernieuwbare brandstoffen. Van der Baan: “Door de brandstoffen met de minste CO2 reductie hoger te beprijzen dan, bijvoorbeeld, hernieuwbare brandstoffen kunnen we ook meer sturen op de groene doelstellingen. Bijkomend voordeel is dat een dergelijke heffing makkelijker terug te sluizen is naar de branche. Accijnzen op brandstoffen verdwijnen allemaal op de grote hoop in de schatkist en daar ziet de sector niets van terug.”

Janko van de Baan hoopt dat het nieuwe kabinet, met een nieuw mandaat, zich realiseert dat dit een doodlopende weg en de duurzame ontwikkelingen in transport voor minstens vier jaar vertraagt. “Scania heeft zwaar geïnvesteerd in de ontwikkeling van een breed programma duurzame oplossingen; van biogas en HVO tot plug-in hybrides en batterij-elektrische voertuigen. Voor elke transporttoepassing hebben we een oplossing. Nú is de overheid aan zet en die geeft niet thuis; jammer,” is zijn afsluitende conclusie.

Specialist in bodeminjectie zet in op verduurzaming

Bodemafsluiting Buitenveldertselaan Amsterdam kopiëren
Lees het gehele artikel

“Onze investeringen en ontwikkelingen zijn met name gericht op het verduurzamen van de bestaande technieken. En daarin zijn we al behoorlijk ver gevorderd”, verklapt Kim de Groot van B&P Bodeminjectie. Ze licht alvast een tipje van de sluier op.

Bodeminjectie kan ingezet worden voor zowel constructieve als waterkerende doeleinden. “De concentratie van het mengsel bepaalt of we het zandpakket een constructieve waarde geven of juist een waterremmende functie”, legt De Groot uit. “In het eerste geval wordt het zandpakket verstevigd, zodat je het rechtstandig kan afgraven, om bijvoorbeeld een kelder te creëren pal naast een bestaand object. Anderzijds kunnen we met injectietechnieken ook lekkages verhelpen, zoals damwandlekkage, lekkages in beton of het afdichten van wellen. In mum van tijd gaat het geïnjecteerde mengsel een reactie aan, zodat een gelachtige massa ontstaat en de lekkage wordt gestopt.”

Injecteren boortunnel.

Alternatief voor onderwaterbeton

B&P Bodeminjectie is volgens De Groot momenteel volop actief met het realiseren van de bodemafsluiting in grote bouwkuipen. “Er wordt veel gebouwd en gebouwen gaan steeds verder de hoogte in. Eén van de eisen waaraan moet worden voldaan, is het creëren van voldoende parkeergelegenheid. Dat gebeurt overwegend ondergronds in de vorm van een één of meerlaagse parkeerkelder. Bodeminjectietechnieken zijn een interessant alternatief voor het traditionele onderwaterbeton. Onderwaterbeton heeft vaak maar een tijdelijke functie, maar heeft wel een enorme impact. Door bodeminjectietechnieken toe te passen, kan de bouwkuip droog worden ontgraven en de kelder vervolgens worden opgebouwd. De waterremmende laag is bovendien van tijdelijke aard, want na een jaar of twee begint het op te lossen. Het scheelt ontzettend veel tijd, geld en voorkomt veel overlast.”

Afgelopen jaar heeft de tweede generatie het roer overgenomen bij het familiebedrijf. “Mijn broer en ik hebben het stokje overgenomen van mijn vader”, zegt De Groot. “Onze ambitie is om het bedrijf verder te laten groeien en nóg meer in te zetten op het verduurzamen van de injectietechnieken. Zo hebben we in eigen huis reeds een milieuvriendelijke variant op de bestaande bodeminjectietechnieken ontwikkeld waarbij we als enige organische vloeistoffen toepassen die natuureigen zijn. Het proces is gepatenteerd. Ook zijn we bezig met onderzoek naar het gebruik van een duurzaam alternatief voor het aanbrengen van de injecties. En zo loopt er nog een aantal ontwikkelingen. Alles met als doel om het milieu zo min mogelijk te belasten en de juiste techniek op de juiste plaats in te kunnen zetten.”     

“Duurzaam bouwen, maar niet ten koste van de kwaliteit”

cover-2-kopieren
Lees het gehele artikel

Betoncentrales leveren een grote bijdrage aan een groenere bouwsector, ook voor grond-, weg- en waterbouw. Duurzaamheid speelt een steeds grotere rol bij de voorbereiding en uitvoering van projecten. Het Duurzaamheidsverslag Betonhuis Betonmortel dat onlangs is gepresenteerd brengt de vergroening van de sector in kaart.

“We lopen in Nederland ver voorop waar het gaat om duurzaamheid van beton. We zijn al heel lang bezig met verduurzaming van de betonindustrie en hebben een grote slag gemaakt. De CO2-uitstoot daalt al vijf jaar”, zegt Paul Ewalds, sectorsecretaris Betonmortel van Betonhuis. De cijfers ondersteunen zijn uitspraak: uit het Duurzaamheidsverslag Betonmortel blijkt dat we met de 15 miljoen kuub beton die Nederland jaarlijks produceert slechts 1,5% van de CO2-uitstoot veroorzaken. In de EU is dat gemiddeld 4 tot 6% en wereldwijd zelfs 9%. Ten opzichte van 2012 wordt bij de productie van betonmortel nu 10% minder CO2 geproduceerd.

Zuinig transport

De verduurzaming van de betonindustrie vindt voor een belangrijk deel plaats op het gebied van energiegebruik, waaronder transport en de brandstof voor truckmixers valt. Zuinig rijden, verplaatsen van wegvervoer naar vervoer over water, efficiëntere logistiek en de overgang naar niet alleen elektrisch rijden maar ook elektrische truckmixertrommels leveren een aanzienlijke CO2-besparing op, zo meldt het verslag. Ook de transportafstand naar het werk is daarbij relevant, zegt Ewalds: “Er is bij diverse regionale overheden het besef gerezen dat de betonindustrie een belangrijke plek heeft, ook in het stedelijke gebied. Betoncentrales gaan hier prima samen met wonen en vervullen een maatschappelijke functie bij onder andere de realisatie van de bouwopgave. Ook dit levert kortere transportafstanden op.”

Slim gebruik van bindmiddelen

De grootste bijdrage aan de CO2-uitstoot van betonmortel wordt veroorzaakt door het bindmiddel. Verduurzaming gaat dan om de keuze van het cement, maar ook om het gebruik van alternatieve bindmiddelen zoals vliegas en hoogovenslak. Bij de productie daarvan komt minder CO2 vrij. Daarnaast wordt het hergebruik van materialen steeds verder geoptimaliseerd. Het gebruik van secundaire grondstoffen, waaronder betongranulaat, ballastgrind, vliegas en hoogovenslak is afgelopen jaar licht gestegen ten opzichte van 2016 van 4,2 naar 4,5%.

“Dit zijn mooie resultaten”, zegt Ewalds. “Maar dat wil niet zeggen dat het niet beter kan. Daarvoor heeft Betonhuis twee instrumenten. De eerste is het CSC-keurmerk. Dat is zes jaar geleden gegroeid uit een Nederlands initiatief om de betonketen, van grondstof tot beton, duurzamer te maken. Het CSC-keurmerk is nu internationaal. Nederlandse bedrijven zijn houder van ongeveer de helft van de certificaten, maar andere landen zoals Turkije en Duitsland zijn op de goede weg.”

Het tweede instrument is de Benchmark Betonmortel, een online vergelijkingstool voor een duurzame bedrijfsvoering en productie. Betonbedrijven die lid zijn van Betonhuis kunnen de gegevens van hun productieproces zoals bindmiddelen, toeslagstoffen en energieverbruik, online invoeren en vergelijken met het gemiddelde in Nederland. “Wij denken dat deze vrijwillige methode om aan de slag te gaan met duurzaamheid onze leden beter helpt dan het opleggen van maatregelen. En dat dit werkt blijkt wel uit de resultaten van deze rapportage.”

Kennis in huis

Ewalds benadrukt dat alleen focussen op duurzaamheid in de betonindustrie een risico inhoudt. “Duurzaamheid gaat voor ons niet boven kwaliteit. Het gebruik van andere soorten bindmiddel kan invloed hebben op de levensduur en de bestendigheid tegen externe factoren zoals zout water. Een voorbeeld: als je kiest voor een betonproduct met een zeer lage CO2-uitstoot, bijvoorbeeld door een alternatief bindmiddel te gebruiken en ook nog eens een hoog gehalte aan betongranulaat wil toepassen, dan kan de levensduur van het product korter zijn. Je kunt niet alles tegelijk hebben.”

Ewalds benadrukt dat het maken en verwerken van goede betonmortel met de gewenste eigenschappen heel veel kennis en expertise vereist. “Het is echt een vak. De leden van Betonhuis Betonmortel hebben die kennis in huis. Bij complexe projecten, waarbij duurzaamheid en circulariteit een rol speelt, is het verstandig in de bestekfase onze leden te betrekken bij het bouwproject.”