Tagarchief: Theemswegtracé

Onderbouw Theemswegtracé gereed

Theemsw 0109 (1) kopiëren
Lees het gehele artikel

In het Rotterdams havengebied wordt de Havenspoorlijn, het eerste deel van de Betuweroute, verlegd. Het nieuwe stuk spoor van ruim 4 kilometer, het Theemswegtracé, wordt eind 2021 opgeleverd en vormt een oplossing voor het capaciteitsknelpunt bij de Calandbrug bij Rozenburg. Het nieuwe tracé loopt over een verhoogd spoorviaduct. Het spoor heeft twee boogbruggen gekregen en sluit ter hoogte van de A15 weer aan op de bestaande spoorbaan. Door het verleggen van de spoorlijn komt het toenemende treinverkeer niet langer in het vaarwater van het scheepvaartverkeer, wat de doorstroming zal verbeteren. 

De brug nabij de sluis in een sfeervolle setting.

We spreken met Rik van Opdorp, projectmanager bij Mobilis. “De onderbouw voor het Theemswegtracé (het spoorviaduct en aanpassingen aan het wegennet) werd gebouwd door aannemersconsortium SaVe, bestaande uit: TBI-onderneming Mobilis, Besix, Dura Vermeer, Hollandia en Iemants. Als technisch manager was ik verantwoordelijk voor de begeleiding van het ontwerp, de werkvoorbereiding en de dagelijkse sturing. Er is veel contact geweest met de opdrachtgever, Havenbedrijf Rotterdam. Binnen dit project lag de nadruk op techniek en veiligheid.”

Rik van Opdorp – Projectmanager Mobilis

Veel uitdagingen en bijzonder specialisme

De onderbouw van het Theemswegtracé was niet zonder uitdagingen, merkt Rik op. “Het project werd uitgevoerd over en nabij openbare infrastructuur en kwetsbare omgevingselementen, zoals petrochemische industrie en een complex netwerk van kabels en leidingen. De twee troggen die gebouwd werden mogen geclassificeerd worden als een moeilijke constructie. Vanwege de locatie, de manier van kruisen, die schuin is in plaats van haaks, de aanwezige kabels en leidingen en de unieke ruimte, die beperkt is. Daar komt echt specialisme om de hoek kijken, met bijzondere paalfunderingen, die de grond in moesten naast in dienst zijnde transportleidingen in het Botlekgebied. Daarom is er gekozen voor in de grond gevormde, trillingarme/vrije palen welke zijn aangebracht door de Funderingscombinatie Voorbij-Franki. De lengtes en diameters (20+ meter lengte en 720 mm + diameter) zijn voor het eerst in dit project op deze schaal toegepast. De bekisting van de troggen moest in evenwicht zijn, omdat de wanden en vloeren in een keer werden gestort. De overspanning, de slankheid van de constructie en het schuin kruisen vroegen om veel wapening. We hebben het over twee troggen naast elkaar, ongeveer 150 meter.”

Complexiteit vanwege de locatie, de manier van kruisen, die schuin is in plaats van haaks, de aanwezige kabels en leidingen en de unieke ruimte, die beperkt is.

Inrijden stalen spoorbruggen

Het consortium heeft gewerkt binnen een beperkte ruimte in een omgeving die dag en nacht in beweging is. De omliggende bedrijven moesten te allen tijde bereikbaar blijven. Rik vervolgt: “Extra uitdagingen waren er in de logistiek die volgde, bij het inrijden van twee nieuwe stalen boogbruggen. Deze zijn vorig jaar ingereden naar hun definitieve locaties, op zogenoemde SPMT’s -Self Propelled Modular Transporter- van Mammoet.  Een brug is over het water getransporteerd, deze is over pontons gereden in de sluis, om de sluis te ontzien, en de andere brug is over de Thomassentunnel gereden, vlak naast het in dienst zijnde VOPAK-terrein, waar olieopslag plaatsvindt. We hebben het over bruggen van respectievelijk 150 meter lang en 250 meter lang. De bruggenwegen 4.400 ton per stuk. Een van de bruggen is smal en lang, de ander is kort en breed. Een hele toer om alles veilig op zijn plaats te krijgen!”

Het project werd uitgevoerd over en nabij openbare infrastructuur en kwetsbare omgevings- elementen, zoals petrochemische industrie en een complex netwerk van kabels en leidingen.

De persoonlijke uitdaging voor Rik lag in het feit dat er veel werk in een kort tijdsbestek moest gebeuren. “Dat vergt veel van de samenwerking. Als partijen zijn we allemaal niet nieuw voor elkaar, als individuen vaak wel. Het hele werk is als combinatie aangevlogen en de neuzen stonden dezelfde kant op. Dat maakt dat je in teamverband enorm veel kunt.”     

Meest complexe ondergrondse infragebied van Nederland

C0130.00_00_00_00.Still001
Lees het gehele artikel

De aanleg van het 4 kilometer lange Theemswegtracé, de Havenspoorlijn, vindt plaats in het meest complexe ondergrondse infragebied van Nederland; het Havengebied van Rotterdam. In opdracht van netbeheerder Stedin heeft SGS Roos+Bijl de directievoering op zich genomen voor het aanpassen en verleggen van een grote hoeveelheid cruciale kabels en leidingen in de ondergrond. Een gesprek met Ruud Straver, directievoerder complexe projecten bij SGS Roos+Bijl, over de ‘kunstgrepen’ die zijn uitgehaald.

In het Rotterdamse Havengebied zijn grote bedrijven gesitueerd en er liggen belangrijke verbindingen in de ondergrond. “Om te voorkomen dat het bestaande kabel- en leidingtracé door de aanleg van de nieuwe spoorlijn zou verdwijnen onder het nieuwe asfalt, heeft Stedin ervoor gekozen om een deel van het tracé 20 meter te verplaatsen naar een reeds bestaande kabel- en leidingenstrook,” legt Straver uit. “Die strook was namelijk nog niet volledig ‘gevuld’. Wel hebben we de nodige extra voorzieningen moeten treffen om de warmteafgifte van het totale kabelpakket binnen de perken te houden, zodanig dat de transportcapaciteit niet in het geding komt.”

SGS stond ook in voor het ontwerp en de coördinatie van een vijftal tunnelboringen vanaf het hoogspanningsstation onder de rijbaan en het spoor door.

Warmteafgifte

Een oplossing om de warmteafgifte te beperken, is volgens Straver het toepassen van grondverbetering. “Daarbij wordt een zandsoort toegepast die de warmte beter doorlaat en wordt het totale pakket ingepakt met een worteldoek om uitspoeling te voorkomen. De gemeente Rotterdam had echter slechte ervaringen met een dergelijke oplossing op een andere locatie. Reden voor ons om een alternatief te bedenken. We hebben een kunststof bak ontwikkeld die is ingezet op een aantal plaatsen waar sprake is van extra opwarming. De bak is gevuld met het speciale zand dat bijdraagt aan een betere warmteafgifte.” Behalve voor het ontwerp van het nieuwe kabel- en leidingtracé stond SGS Roos+Bijl ook in voor de afstemming met alle stakeholders. “We hebben de coördinatie verzorgd tussen aannemers, de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, ProRail en de klanten van Stedin om de overschakeling van het oude op het nieuwe netwerk vlekkeloos te laten verlopen.”

Daarnaast stond het ingenieursbureau ook in voor het ontwerp en de coördinatie van een vijftal tunnelboringen vanaf het hoogspanningsstation onder de rijbaan en het spoor door. “Het betreft gesloten frontboringen met een inwendige diameter van 80 centimeter”, vervolgt Straver. “Aangezien de boring dermate dicht bij de bestaande spoorlijn werd uitgevoerd, zijn er zware maatregelen getroffen om het spoor stabiel te houden. Zo is de langste stalen sleufbekisting die ooit is gemaakt in Europa toegepast over een lengte van 1 kilometer én dat op slechts 1 meter van het spoor. Het spoor moest gedurende de werkzaamheden in gebruik blijven voor het goederenvervoer. In alle opzichten dus een uniek project in het meest complexe ondergrondse infragebied van Nederland.”

4D BIM houdt Theemswegtracé ‘op de rails’

Render_Navisworks_VR
Lees het gehele artikel

In de haven van Rotterdam komen alle transportvormen in hoge intensiteit samen: over de weg, het spoor en op het water. Met name bij die laatste twee wringt de schoen ter hoogte van de beweegbare Calandbrug bij Rozenburg. Om dit knelpunt te voorkomen, is een slimme omleiding bedacht, zodat het spoorverkeer niet meer de scheepvaartroute doorkruist.

De aanleg van dit 4 kilometer lange Theemswegtracé is een complex project in een uitdagende omgeving met vele stakeholders. Reden om de omlegging in een 4D-model voor te bereiden.


De actuele stand van zaken

“Het Theemswegtracé is een oplossing voor het capaciteitsknelpunt voor het treinverkeer dat verwacht wordt als gevolg van de groei van het spoorvervoer, alsmede de groei in het scheepvaartverkeer van en naar de Brittanniëhaven”, begint Dieter Behaeghel, projectdirecteur van bouwcombinatie SaVe, verantwoordelijk voor de realisatie van de onderbouw. “Het nieuwe tracé loopt over een verhoogd spoorviaduct, krijgt twee boogbruggen en sluit ter hoogte van de A15 weer aan op de bestaande spoorbaan. Op die manier komt het toenemende treinverkeer niet langer in het vaarwater van het scheepvaartverkeer, wat de doorstroming zal verbeteren.”

4D-BIM

In de tenderfase, nog vóór de gunning, heeft Infranea opdrachtgever Havenbedrijf Rotterdam ondersteund met het aspect Bouw Informatie Management (BIM) in de aanbesteding. “Het idee was om de planning aan het 3D-model te koppelen, vanwege de vele stakeholders in de omgeving, zodanig dat een aantal logistieke operaties al in het voortraject gesimuleerd konden worden”, legt Jaap de Boer uit, Operationeel Directeur van Infranea. “In overleg met het Havenbedrijf hebben we ons na de gunning vrij kunnen maken om de advieswerkzaamheden op het vlak van BIM voort te kunnen zetten voor de combinatie SaVe. We hebben bij aanvang een BIM Uitvoeringsplan opgesteld dat de BIM-strategie en -processen beschrijft ten behoeve van het succesvol voorbereiden en voltooien van het project. De koppeling van de planning aan het 3D-model is hier bij cruciaal gebleken. 4D BIM heeft daarnaast ook geholpen in de communicatie naar de omgeving om stakeholders te informeren om de verwachtingen te managen op vlak van bouwactiviteiten en veiligheid (wat niet evident is in een complexe industriële omgeving als de Botlek). Het model is daarnaast ook gekoppeld aan andere systemen zoals Relatics wat het eenvoudig maakt om na oplevering het vereiste digitaal opleverdossier te overhandigen aan het Havenbedrijf.”


De omlegging van het Theemswegtracé is in een 4D-model voorbereid. (Beeld: PortPictures/Danny Cornelissen)

Ook voor SaVe zelf biedt het 4D-model volgens Behaeghel veel beter inzicht. “Het neemt een belangrijke plaats in bij de filosofie die we uitdragen als combinatie. SaVe staat voor ‘stick to the plan’, ‘altijd veilig’, ‘verbindend samenwerken’ en een ‘excellente werkvoorbereiding’. Door een project in 4D-BIM uit te werken, ga je als het ware virtueel op voorhand bouwen. Zo krijgen we het inzicht om alle aspecten van het werk in één keer goed te realiseren, waardoor de faalkosten aanzienlijk dalen. Het is zelfs mogelijk om draaicirkels van bouwkranen op voorhand digitaal in het werk uit te testen en kraanposities te controleren in relatie tot de ligging van kabels en leidingen. We koersen mede dankzij 4D-BIM nog steeds op de voorziene einddatum. Niet zo vanzelfsprekend gezien de omstandigheden met corona.”