Tagarchief: Soltegro

Digital asset monitoring is mensenwerk

Foto-1—Soltegro
Lees het gehele artikel

Al vele jaren geldt Soltegro als toonaangevend specialist in het integraal en multidisciplinair ontwerpen en realiseren van innovatieve systemen en software voor de GWW-sector. Het bedrijf ziet de technologische ontwikkelingen en veranderingen elkaar in hoog tempo en met enorm veel impact voor de maatschappij opvolgen. Deze digitalisering zorgt voor een ware data-explosie met een enorm potentieel om tot nieuwe oplossingen te komen. Onder meer op het gebied van asset monitoring, een kerndiscipline die binnen de digitalisering een alomvattend inzicht verschaft rondom de beschikbaarheid en continuïteit van assets en de onderliggende systemen en technische installaties. 

Edwin Torn Broers, business development manager bij Soltegro.

“Hoewel digitale innovaties door sommigen terughoudend worden ontvangen, maken ze het tegelijkertijd mogelijk dat we slimmer, sneller en beter kunnen werken”, zegt Edwin Torn Broers, business development manager bij Soltegro. “Een goed voorbeeld in dat kader is het door onszelf ontwikkelde platform voor het monitoren van bruggen, sluizen en tunnels. Een overzichtelijke en superveilige web based oplossing die realtime een compleet inzicht verschaft in de status van objecten, installaties en deelsystemen. Daarnaast geeft dit op maat geconfigureerd platform asset managers de mogelijkheid om op basis van kwalitatief hoogwaardige data uitgebreide analyses te maken. Met het platform bieden we de Nederlandse infrasector dan ook een welkom instrument. Zéker nu, een tijd waarin beheerkosten alsmaar toenemen, beheer en onderhoud complexer worden, storingen een steeds grotere impact hebben en we een enorm tekort aan goed geschoold personeel hebben. Kortom, om de beschikbaarheid en veiligheid van onze vitale infrastructuur te kunnen garanderen, is slimmer onderhoud pure noodzaak. En dat kan met asset monitoring.”

Begrijp je data

Om de potentie van deze oplossing volledig te benutten, is het van groot belang dat bij de start de systeeminrichting optimaal is, zo meent Torn Broers. “Het is zaak om allereerst je dataverzameling op orde te krijgen. Dat klinkt technisch, maar is vooral mensenwerk. Het is namelijk heel belangrijk dat de eindgebruiker vertrouwen krijgt in de data die met betrekking tot een bepaald object wordt verzameld. Vandaar ook dat we tijdens het configuratieproces nauw samenwerken met domeindeskundigen, de mensen die het te monitoren object door en door kennen. Maar wat ook telt, is dat de informatie op de juiste manier binnenkomt, met de juiste frequentie en van de beoogde kwaliteit. Tot in het kleinste detail. Daarnaast is het zaak dat de gebruiker de verzamelde datastromen begrijpt, de dwarsverbanden ertussen ziet en eventuele beperkingen ervan herkent. Dat alles moet stapsgewijs verlopen en heeft tijd nodig. Het neerzetten van een goede asset monitoring is een traject, waarbij de gebruiker incrementeel betekenisvolle dashboards en analyses toevoegt en tijdelijk extra instrumentatie gebruikt om aanvullende gegevens te verzamelen. Het kan ook zijn dat er gaandeweg nieuwe indicatoren of inzichten ontstaan die je tijdens het monitoren moet meenemen. Kortom, de inrichting van je systeem is een groeiproces en een kwestie van continu finetunen.”

Grafische weergave met verschillende waardes voor analyse.

Grenswaarden vaststellen

Is de opstart eenmaal achter de rug? Dan begint fase 2. Die omvat het vaststellen van grenswaarden, zodat calamiteiten vroegtijdig gesignaleerd kunnen worden. “Heb je eenmaal helder wat er in de gaten gehouden moet worden, dan ga je kijken of dat kan worden ingevuld met behulp van een ondersteunend algoritme of misschien een stukje kunstmatige intelligentie”, aldus Torn Broers. “Maar ook hier geldt: alles valt en staat in eerste instantie met menselijke interpretatie. Tegen de achtergrond van steeds meer data, digitalisering en andere technologische ontwikkelingen is dat een mooie gedachte.”     

Een Digital Twin Platform. Snelle, volledige en nauwkeurige simulaties

SC_02_VDI_Oost
Lees het gehele artikel

Een twin levert toegevoegde waarde op het gebied van testen, opleiden & trainen en in de beheer & onderhoudsfase. Met een Digital Twin valideren we onder andere het functioneel gedrag van het te realiseren systeem. Dat betekent nauwkeurige simulaties van de verschillende installaties. Inmiddels is het duidelijk dat met een digital twin veel faalkosten worden bespaard. Hierdoor wil je het liefst snel, maar ook een nauwkeurige replica van het nieuw te bouwen of te renoveren object hebben.

Het nieuwe Digital Twin platform, TWINSIGHT van Soltegro is een generiek platform waardoor de realisatie van een digital twin sneller gaat en daarmee de kosten voor realisatie substantieel lager zijn. Franc Fouchier, Manager Systems Engineering & Innovation en Alexander van der Kolk, Softwarearchitect bij Soltegro praten ons bij over de virtuele manier van werken die steeds vaker een betaalbare en belangrijke oplossing biedt in de GWW.

Simulatie systemen in een tunnel.

Een toekomstbestendig platform

Dankzij de jarenlange ervaring die Soltegro heeft opgedaan, is het concept van de Digital Twin binnen Soltegro uitgegroeid tot een modulair platform. Fouchier licht toe: “Een Digital Twin is voor elk infrastructureel object, waar bediening en besturing een belangrijke rol spelen met betrekking tot de integrale samenwerking van de verschillenden autonome installaties.  In het realisatie proces is duidelijk geworden dat er sprake is van terugkerende zaken die universeel gelden voor veel infra objecten. Denk aan VTI (verkeerstechnische installaties) en TTI (tunnel technische installaties), zoals verkeersregelinstallaties, CCTV en ventilatie. Doordat we het nu modulair gemaakt hebben, zijn we in staat te groeperen op functionaliteit, verbeteren we de onderhoudbaarheid en zijn we in staat meerdere projecten te ondersteunen. En tegen substantieel lagere kosten. “

Bibliotheek met modules en scenario’s

Het Digital Twin Platform van Soltegro is daarmee toekomstbestendig. Van der Kolk: “We importeren een i/o lijst voor de installaties en BIM voor de virtuele omgeving. Met deze imports genereren we een 3D framework dat direct te gebruiken is. Daarbij hebben we veel simulatie modules ontwikkeld zoals weer- en verkeer, dag-nacht, vluchtgedrag en videowall inclusief camerastreaming. Maar ook de modules waarmee je cameraopstellingen toetst, automatisch je installaties test (FAT toetser) en de grafische interface voor het trainen van bedienaars. Inmiddels hebben we dus een bibliotheek met modules en scenario’s opgebouwd die plug & play te koppelen zijn.”

”Onze kracht zit in de kennis van ontwerpen, testen, bediening en besturing. We kennen alle ins en outs van de installaties en begrijpen wat de verschillende (sub)systemen moeten doen, we koppelen de modules en zo ontstaat een Digital Twin die volledig is toegespitst op het betreffende object.”

TWINSIGHT Cameratoetser.

Brede inzet 

Soltegro is betrokken bij grote infrastructurele en multidisciplinaire projecten van Rijkswaterstaat. “Voor deze projecten breiden we de OTAP (Ontwikkeling, Test, Applicatie en Productie) omgevingen uit met onze twin, te gebruiken op de O, T en A omgevingen.”, legt Van der Kolk uit. “In de VO (voorlopig ontwerpfase) zijn de EMVI-plannen geverifieerd en getest met de Digital Twin. Daarna is in de DO (Detail Ontwerpfase) het virtuele gedrag in de Digital Twin verder uitgewerkt en is er een koppeling gemaakt met het werkelijke besturingssysteem van de tunnel, om deze te testen in de Digital Twin. Later, in de UO (Uitvoerings Ontwerpfase), is de koppeling gebruikt om in een vroeg stadium alle systeemtesten uit te voeren. Nog voor aanvang van de bouwwerkzaamheden is elke installatie dus grondig getest en geverifieerd. Hierdoor is de software van de tunnel van een hogere kwaliteit en bevat minder fouten, wat de veiligheid ten goede komt.”

Fouchier voegt toe: “Niet alleen de systemen en installaties zijn op deze manier getest, de Digital Twin is ook ingezet bij het simuleren van het camerasysteem, inclusief videostream. Die ook weer in te zetten is bij het opleiden en trainen. Het voordeel daarvan is dat de positionering van de camera’s op voorhand bepaald worden. Dat reduceert faalkosten aanzienlijk. Daarnaast is de Digital Twin ook beschikbaar gesteld aan alle medewerkers en stakeholders binnen het project. Door de verschillende lagen techniek én functionaliteit kregen de ontwerpers in een vroeg stadium een goed overzicht van het project, met steeds meer inzichten in de loop van het project. Daardoor kwamen fouten in het ontwerp vroegtijdig aan het licht en werden correcties doorgevoerd.”

Schematische weergave modules TWINSIGHT.

Opleidings- & trainingssysteem (OTS)

Van der Kolk: “Dit is een belangrijke ontwikkeling van ons platform. In het OTS zie je de kracht van alles dat samenkomt. We gebruiken de echte MMI van het object met de echte besturingssoftware (3B) en simuleren verder alles. Deze simulatie komt volledig overeen met het werkelijke systemen. Dit hebben we eerst gebruikt in de Digital Twin voor het testen van de software. De wegverkeersleider wordt dus getraind in een gesimuleerde omgeving die een exact kopie is van de werkelijke situatie.” Fouchier: “Wij simuleren echt de videocamerabeelden van het object en ook de virtuele camera’s zijn beweegbaar. Al die beelden worden vervolgens getoond op de werkelijke videowall. De trainee krijgt te maken met willekeurige scenario’s die levensecht worden weergegeven in de virtuele wereld, waarbij het platform gevoed wordt met sensorinformatie, bijvoorbeeld storingen en alarmmeldingen net als in de echte wereld. De bedienaar zal nauwelijks het verschil met het werkelijke object zien. Het is alsof hij het fysieke object bedient waar ook van alles kan gebeuren.”

Franc Fouchier sluit af: “Rijkwaterstaat wil het beheer van objecten uniformeren en standaardiseren. Met dit platform zetten we die eerste stap naar standaardisatie voor een digital twin. Door met generieke modules te werken die voor vele objecten te gebruiken zijn zorgen we ervoor dat we niet per object alles steeds opnieuw hoeven te ontwikkelen, wat tijd en geld scheelt.”     

Het roer is overgedragen, het nieuwe roer wacht. GWW-coryfee kiest het ruime sop

IMG_1054 kopiëren
Lees het gehele artikel

Hans is een echte GWW-coryfee, die de titel ‘Kei van de GWW’ meer dan verdiend heeft. De medeoprichter en inmiddels oud-directeur van Soltegro heeft zijn sporen verdiend met onder andere het introduceren en uitbouwen van integraal werken binnen onze sector en houdt zich persoonlijk -nog steeds- bezig met vraagstukken en innovaties rondom de energietransitie.

De bakens verzetten

Het zakenleven verruilen voor een lange wereldreis per boot is niet uit de lucht komen vallen. Het is een droom die Hans en Annette al langer koesterden en waar zij actief naartoe hebben gewerkt. Hans licht toe: “De oprichting van Soltegro vond in 2009 plaats. In 2018 wist ik, dat als ik onze droom wilde realiseren, ik eerst Soltegro in veilige handen moest geven. Er dienden zich twee geïnteresseerde partijen aan, één daarvan was TBI. Daar hadden we een duidelijke voorkeur voor, omdat we al langer met hen samenwerkten en qua organisatie Soltegro autonoom kon blijven doordraaien. Voor mij persoonlijk was het heel belangrijk dat TBI niet beursgenoteerd is. Ik wilde geen kille bemoeienis van aandeelhouders.”

De gesprekken die daarop volgden duurden driekwart jaar, tot de overname een feit was. Inmiddels is de tijd aangebroken om te gaan, vindt Hans. “Ik heb nu een leuke leeftijd (57) om dit zeilavontuur aan te gaan. Dat een wereldreis per zeilboot een diep gekoesterde wens is, daar heb ik nooit een geheim van gemaakt. Precies drie jaar na de deal met TBI gooien Annette en ik dan ook de trossen los van de Janjorem. Voor botenliefhebbers: het betreft hier een Nederlands zeiljacht, een C-Yacht 1250. De boot is voor lange tochten aangepast en, beroeps gedeformeerd als ik ben, heb ik zelf alle systemen gebouwd voor de reis. Op een creatieve manier en tot in detail volledig redundant.”

Een stuk geschiedenis

Het idee voor Soltegro is in 2008 ontstaan. Hans vertelt: “Zelf was ik delivery directeur bij Logica. Daar zag ik andere mogelijkheden voor klanten en personeel. Langzaam ontstond het beeld dat software ‘an sich’ geen probleem is, maar samenwerkende partijen door technische diversiteit problemen krijgen. Na overleg met Jan-Martijn Teeuw en André Stehouwer werd het besluit genomen: we gaan gewoon starten met het creëren van een integrale oplossing. We zijn echt met lege handen begonnen, maar op de eerste werkdag diende de eerste klant zich al aan. We mochten ondersteuning bieden bij het integraal ontwerp van de tweede Coentunnel. We konden meteen onze ideeën over integraal werken in de praktijk brengen. De mensen die aan die opdracht hebben meegewerkt, haalden we uit ons eigen netwerk.”

Na de tweede Coentunnel was de spreekwoordelijke stop eruit en kwamen de infra-opdrachten los. Soltegro heeft in de afgelopen 11 jaar binnen de GWW-sector de weg geplaveid voor integraal werken en mag rustig als normbepalend gezien worden. “Toen we op tunnelcongressen onze projecten, ideeën en werkwijze presenteerden, zagen we veel ogen geopend worden.”

De wens om te verbreden

Soltegro was en is een dynamisch bedrijf, met een brede horizon en een natuurlijke drang tot innovatie. Energie en milieu zijn persoonlijke stokpaardjes van Hans, reden voor Soltegro om ook de energietechniek in te gaan. “We ontwerpen energiedistributiesystemen. Daarbij proberen we oude pijnpunten op te lossen. Door innovatief te zijn weten we bijvoorbeeld bij werkzaamheden aan energiestations de ‘niet beschikbaar’ tijd zo laag mogelijk te houden.

Een andere innovatie uit de koker van Soltegro is de Digital Twin van een tunnel. “Door een tunnel volledig virtueel te bouwen, kan deze ook virtueel beheerd en getest worden. Digital Twins kunnen gebruikt worden vanaf het ontwerpproces tot na de oplevering. Mensen kunnen virtueel getraind worden, we kunnen verkeerssituaties en calamiteiten simuleren. De Digital Twin verdient zichzelf dubbel en dwars terug en voorkomt faalkosten. Een echte ‘quantum leap’.”

De mens altijd op de eerste plaats

De persoonlijke motivatie van Hans om überhaupt ondernemer te worden, is dat hij daarmee een werkomgeving voor en door mensen kon creëren. “Mijn credo is dat iedereen met plezier moet kunnen werken. Medewerkers zijn je belangrijkste assets en daar mag in geïnvesteerd worden. Kosten die dat met zich meebrengt, verdwijnen als sneeuw voor de zon als je ziet wat het resultaat is van het vooropstellen van de mens.”

De nieuwe kapiteins aan het roer van Soltegro doen hun werk inmiddels. “Mijn werk is overgenomen door Harry Halman en Jan-Martijn Teeuw. Harry zal zich vooral richten op de operationele leiding en Jan-Martijn zal zijn aandacht richten op sales en marketing. Zij worden ondersteund door een uitstekend managementteam. Ik maak me geen zorgen over de toekomst van de 50 medewerkers van
Soltegro”, zegt Hans tot besluit.

Grond-, Weg- en Waterbouw Magazine dankt Hans de Man voor de fijne samenwerking en de kennis die hij deelde. Wij wensen Annette en Hans een behouden vaart!     

Diverging Diamond Interchange: een stukje Amerikaans verkeersinzicht op Nederlandse bodem

ddi_raceseat-kopieren
Lees het gehele artikel

Precies een jaar geleden schreven we al over de totstandkoming van de gevlochten diamantaansluiting in de RijnlandRoute. Deze ‘Diverging Diamond Interchange’, afgekort ‘DDI’, is gekozen om de doorstroming te bevorderen op de N206 tijdens de werkzaamheden aan de RijnlandRoute. Dit – uit Amerika overgenomen – systeem is sinds 27 mei 2019 in gebruik genomen en heeft de verkeerssituatie tijdelijk veranderd bij de aansluiting Leiden-West.

Aangezien een DDI theoretisch een perfecte oplossing bood, maar voor Nederlandse begrippen een volledig nieuwe verkeerssituatie zou opleveren, wilde bouwconsortium COMOL5 niets aan het toeval overlaten. Angelo van Turenhout van MAP Traffic Management is hierbij als verkeerkundig expert geconsulteerd. Soltegro kreeg de opdracht om deze nieuwe oplossing virtueel te testen, risico’s in kaart te brengen en verbeteringen voor te stellen om risico’s te vermijden om een soepele verkeersdoorstroming te waarborgen. Er diende een simulatie gecreëerd te worden van de beoogde gevlochten diamantaansluiting die ondersteunend zou zijn aan het besluitvormingsproces.

Hoe werkt de DDI?

Sinds de ingebruikname sorteert het verkeer gedurende 2,5 jaar in een vroeger stadium links voor op de aansluiting Leiden-West. Het verkeer rijdt in deze situatie over een korte lengte aan de linkerzijde van de weg, waarbij het in goede banen wordt geleid dankzij verkeerslichten, belijning, verkeersborden, barriers en zichtschermen tussen de rijstroken. Er vinden minder kruisingen plaats waardoor het verkeer
gedurende de werkzaamheden aan de RijnlandRoute veilig en goed door blijft stromen. De A44 blijft open tijdens het werk.

Soltegro medewerkers Franc Fouchier, manager systems engineering & innovatie en Alexander van der Kolk, technical innovation lead, lichten de gang van zaken nog eens toe. Van der Kolk: “In minder dan 12 weken tijd hebben we vorig jaar de simulatie opgezet met een scherpe focus op wat nodig is. We hebben een applicatie ontwikkeld die gebruik maakt van BIM. Deze simulatie functioneerde dermate goed dat er diverse verbeterpunten naar boven kwamen. Zo hebben we de scherpte van bochten aangepast, routes omgeleid, bewegwijzering aangepast en lijnen opnieuw gepositioneerd. Deze wijzigingen zijn uiteindelijk in het BIM-model doorgevoerd.” Daar voegt Fouchier aan toe: “Minder bewegwijzering bleek de sleutel te zijn naar een aangenaam en veilig gebruik van deze gloednieuwe verkeerssituatie.”

Deze simulatie functioneerde dermate goed dat er diverse verbeterpunten naar boven kwamen.

 

Zo realistisch mogelijk testen

Het was van het grootste belang dat de virtuele testomgeving zo realistisch mogelijk zou zijn.  De testen zijn zeer realistisch uitgevoerd, in een bestuurdersstoel met drie beeldschermen en met een 360˚ VR-bril. “Met alleen een realistische testomgeving ben je er echter niet”, merkt Fouchier op. “Net zo belangrijk zijn de mensen die je de testen laat uitvoeren. Daarom waren er ‘special groups’ in het leven geroepen,
waarbij iedere groep een belang diende. Daaronder bevond zich een groep met een officier van
justitie en bevoegd gezag inzake verkeerssituaties. Ook was er een groep met toekomstige gebruikers van de DDI, waarin mensen zaten uit de omgeving, bestuurders die om diverse redenen met verschillend vervoer dagelijks gebruik zouden gaan maken van de gevlochten diamantaansluiting.”

Goed getest betekent goed aangelegd!

“Door de digitale aantoonbaarheid van zaken werden er faalkosten aan de achterkant voorkomen. Hiermee is bewezen hoe accuraat de simulatie heeft gefunctioneerd. De testen hebben onomstotelijk bewezen dat iedereen in de simulatie automatisch de goede kant op reed. Daarmee konden we deze unieke, tijdelijke
oplossing van COMOL5 dus als goed valideren”, aldus Fouchier.

Inmiddels is de DDI in de RijnlandRoute al een jaar lang een feit en wordt er elke dag van deze bijzondere, tijdelijke verkeersmaatregel gebruik gemaakt. De provincie Zuid-Holland en COMOL5 verdienen een pluim voor het feit dat men het aangedurfd heeft deze voor Nederland nieuwe verkeersoplossing als tijdelijke maatregel te introduceren en voor het feit dat men niet over één nacht ijs is gegaan in de besluitvorming. Er is dankzij de DDI daadwerkelijk sprake van minder hinder en meer veiligheid, voor zowel de weggebruikers als de mensen die aan de weg werken.     

Gegenereerde data in ontwerp- en bouwfase tunnel ook zeer waardevol in exploitatiefase

digitaltwin_franc-kopieren
Lees het gehele artikel

Wanneer we kijken naar de verschillende fases waarin een tunnel gerealiseerd wordt, dan kunnen we vijf hoofdfases onderscheiden. Voorbereiding, ontwerp, realisatie, testen en uiteindelijk exploitatie. Voor het realiseren van een tunnel wordt er een compleet bedrijf opgericht, vaak een consortium met daarin verenigde partijen die gaan over de verschillende disciplines die bij het werk komen kijken.

Binnen dat bedrijf wordt een applicatielandschap ingericht, zodat elke discipline haar werk kan doen en de procesmatige en technische raakvlakken met andere disciplines gemanaged kunnen worden. Soltegro ontwerpt, ontwikkelt en implementeert dergelijke applicaties en systemen. We spreken met Franc Fouchier, Manager Systems Engineering & Innovatie, over hoe deze data na oplevering van de tunnel nog steeds van grote toegevoegde waarde kan zijn.

Laat data niet verloren gaan

“De eerste vier fasen duren vaak 5 tot 8 jaar. De exploitatiefase duur echter veel langer, namelijk 15 tot 25 jaar”, opent Fouchier het gesprek. “En eigenlijk nog langer, want de levensduur van een tunnel is wel 100 jaar. Elke applicatie die we ontwikkelen bevat en genereert data. Dit zetten we in als onderdeel van de ‘digital twin’ van het object. Data wordt gebruikt om te testen, om analyses te maken, om het systeem te valideren en te verifiëren, om mensen op te leiden en nog veel meer. Aan het eind van fase 4 heb je een ‘berg’ aan waardevolle data, waar gek genoeg maar weinig mee gedaan wordt in fase 5, de exploitatie. Slechts delen van de data worden nog gebruikt, de rest gaat verloren, omdat de tunnelbeheerder er geen behoefte aan heeft of het niet in zijn proces kan inpassen.”

Is dat niet heel erg jammer? “Zeker is dat jammer, want wij denken dat deze rijke hoeveelheid data zeer nuttig kan worden ingezet in de exploitatiefase”, antwoordt Fouchier. “Soltegro is aan de voorkant altijd bezig met optimalisatie van alle processen. Doelen die daarbij worden nagestreefd, zijn kijken of wij ons werk efficiënter en effectiever kunnen doen. We kijken of we daarmee substantiële faalkosten kunnen voorkomen voor onze klanten. Maar daar stopt het voor ons niet. Wij gaan nog een stapje verder en denken na over de exploitatiefase. We realiseren ons dat de aan de voorkant gegenereerde data heel goed bruikbaar kan zijn in latere fases.”

digital-twiAugmented Reality toepassing in Digital Twin.n-ar-kopieren

Augmented Reality toepassing in Digital Twin.

 

Data gebruiken na de oplevering van de tunnel

Hoe kun je de data die aan de voorkant gegenereerd wordt later gebruiken? Fouchier: “Denk aan de ‘digital twin’ van de tunnel, die kan blijven voortbestaan om ook toekomstige aanpassingen of nieuwe processen op te testen. Op basis van kunstmatige intelligentie, die gebruik maakt van de aanwezige data, kan er aan ‘predictive maintenance’ gedacht worden. En wat te denken van het inzetten van Augmented Reality technieken bij het leveren van support op afstand? Ook op het gebied van VR en AR is Soltegro kennisleider. We kunnen de status van assets perfect visualiseren en problemen visueel analyseren.”

Waar liggen de asset-managers, beheerders en bedieners wakker van?

“Data kan helpen bij het verkorten van reistijden en dus het verminderen van CO2-uitstoot. Preventief onderhoud verhoogt de beschikbaarheid van de tunnel. Zomaar enkele voorbeelden waarbij het blijven gebruiken van de data ook een maatschappelijk belang dient”, vervolgt Fouchier. “Ik zou ervoor pleiten om assetmanagers, beheerders en bedieners eerder te betrekken in het traject. Waar liggen zij wakker van? Wat heeft voor hen prioriteit om te optimaliseren? Zij krijgen uiteindelijk te maken met de systemen die wij overdragen.
Wij moeten eerst goed begrijpen waar voor hen de meeste toegevoegde waarde zit. Door ze in een vroeg stadium te betrekken kunnen wij zien waar hun behoefte echt zit. De innovatie is niet het ontwikkelen van een nieuwe techniek maar juist ook het slim combineren van de reeds ontwikkelde technieken en het op het juiste moment inzetten van data en de analyses daarvan.

Het punt dat Fouchier maakt is helder. Door integraal over processen heen te kijken, de multidisciplinaire aanpak te verbreden en in een vroeg stadium de stakeholders van beheer en onderhoud in het verhaal te betrekken, kan een naadloze integratie en overdracht van data plaatsvinden. “Soltegro levert integrale oplossingen voor technische vraagstukken waarbij beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid om de hoek komen kijken. Wij dragen graag een steentje bij aan het toekomstbestendig maken van de tunnel in de exploitatiefase”, zegt Fouchier tot besluit.      


Data, over welke data hebben we het?
In deze context is “data” alle informatie die door applicaties, systemen en mensen verzameld en gecreëerd wordt om een complex systeem te ontwerpen, ontwikkelen, gebruiken en te onderhouden. Dat gaat van het initiële ontwerpdocumenten zoals SSS en SSDD en meet- en metagegevens, sensordata, keuringsplannen, objectenboom, modelleringsgegevens, coderingen tot voortgangsgegevens, wijzigingsvoorstellen en nog veel meer. Kortom alle informatie (data) die nodig is om tot een goed werkend systeem te komen en te gebruiken. 

Gevlochten diamantaansluiting vooraf virtueel getest

ddl-2-kopieren
Lees het gehele artikel

Om de doorstroming te bevorderen op de N206 tijdens de werkzaamheden aan de RijnlandRoute is sinds 27 mei jongstleden de verkeerssituatie veranderd bij de aansluiting Leiden-West. Bouwconsortium COMOL5 heeft hiertoe gebruik gemaakt van de zogeheten “gevlochten diamantaansluiting”. In de Verenigde Staten is deze verkeersoplossing al langer bekend, in Nederland is het voor het eerst dat deze werd toegepast.

Voor een periode van 2,5 jaar rijdt het verkeer in deze situatie over een korte afstand aan de linkerzijde van de weg, waarbij het in goede banen wordt geleid dankzij verkeerslichten, belijning, verkeersborden, barriers en zichtschermen tussen de rijstroken. Er vinden minder kruisingen plaats, het verkeer kan gedurende de werkzaamheden aan de RijnlandRoute veilig en goed blijven doorstromen. De A44 blijft open tijdens het werk.

Inzetten op maximale zekerheid

In theorie zou de gevlochten diamantaansluiting prima moeten werken. Om het zekere voor het onzekere te nemen, schakelde men de hulp van Soltegro in. De opdracht luidde: “Creëer een simulatie van de beoogde gevlochten diamantaansluiting die ondersteunend is aan het besluitvormingsproces.” We spreken met Soltegro medewerkers Franc Fouchier, manager systems engineering & innovatie en Alexander van der Kolk, technical innovation lead, over deze bijzondere simulatie en de resultaten daarvan.

Gevlochten diamantaansluiting vooraf virtueel getest

De gevlochten diamantaansluiting in vogelvlucht.

 

“Op basis van het statische, papieren ontwerp in 2D de situatie inschatten is inderdaad erg lastig”, opent Fouchier het gesprek. “Soltegro is onder andere gespecialiseerd in het creëren van 3D verkeerssimulaties, ideaal voor deze situatie.” Van der Kolk vult aan: “Het proces met de stakeholder werd begeleid door traffic solutions manager Angelo van Turenhout. Het DDI (Diverging Diamond Interchange) principe, de gevlochten diamantaansluiting, moest in de simulatie gaan aantonen dat er daadwerkelijk minder hinder voor het verkeer zou optreden. Soltegro koos voor een laagdrempelige oplossing, namelijk het wegmodel uit BIM overnemen in de 3D simulatie, met toevoeging van de verkeerssituatie volgens een verkeersmodel. De verkeersstroom die gesimuleerd werd en waarin de bestuurder mee kon rijden, was een prognose van hoe het in 2030 zou zijn.”

Scherpe focus op wat nodig is

Van der Kolk: “We hebben in minder dan 12 weken tijd de simulatie opgezet en ons scherp gefocust op wat nodig is. Soltegro heeft een applicatie ontwikkeld die gebruik maakt van BIM. Naar aanleiding van de simulatie heeft COMOL5 verbeteringen doorgevoerd in het wegontwerp. Alle wijzigingen zijn uiteindelijk in het BIM-model ingevoerd.” Daar voegt Fouchier aan toe: “Minder informatie maakt de situatie overzichtelijker, waarbij we natuurlijk rekening hebben gehouden met de wet- en regelgeving.”

De simulatie is getest door ‘special groups’. “Daaronder bevond zich een groep met bevoegd gezag, politie en een test groep van reguliere weggebruikers vanuit de directe omgeving.

Er is gekeken naar wat goed is voor optimale veiligheid. De testen zijn zeer realistisch uitgevoerd, in een bestuurdersstoel met drie beeldschermen of met een 360˚ VR-bril”, schetst Fouchier. “Door de digitale aantoonbaarheid van zaken worden er faalkosten aan de achterkant voorkomen, ook al zijn de verbeterpunten ‘bijvangsten’. De testen hebben onomstotelijk bewezen dat iedereen in de simulatie automatisch de goede kant op rijdt. Deze tijdelijk oplossing van COMOL5 is hiermee vooraf virtueel beproefd.”   

Energietransitie in 3 dimensies

img_3219
Lees het gehele artikel

Met deze kop bovenaan het bericht ontvingen we van Soltegro uit Capelle aan den IJssel een uitnodiging voor een evenement dat zij organiseerden op 15 november jongstleden. Nieuwsgierig geworden, spraken we voorafgaand aan het evenement Hans de Man, algemeen directeur van Soltegro.

“We weten allemaal dat we zaken drastisch moeten veranderen, om de energietransitie te laten slagen. Het bedrijfsleven ontplooit allerhande initiatieven, op eigen gelegenheid. Vaak sector gerelateerd, soms alleen, meestal in groepsverband. Dat op zich verdient een pluim, maar de grote zorg die we allemaal zouden moeten hebben, is het gebrek aan centrale sturing. Het ontbreken van overkoepelende afspraken. Het niet delen van kennis en het niet aanhaken bij elkaar. De wil om goed te doen is er, maar wie wijst de weg?”, legt De Man uit.

De sociale, economische en technische aspecten van de energietransitie
“We menen er goed aan te doen om met dit evenement diverse partijen bij elkaar te brengen om te netwerken, van elkaar te leren en integraal informatie te geven. Dat doen we met een klinkende groep sprekers. We roepen het als Soltegro al langer, nu gaan we het ook echt doen”, vervolgt Hans. “De drie dimensies die we benoemd hebben, zijn de sociale, economische en technische aspecten binnen de energietransitie. Een drie-eenheid die niet los van elkaar gezien kan worden. Alles beïnvloedt elkaar.”

Het decor voor het evenement is het Drijvend Paviljoen in Rotterdam. Onder het genot van een hapje en een drankje wordt de groep toegestroomde mensen steeds groter. Het gezelschap komt uit alle gelederen van de infra- en energiesector en uit een diversiteit aan andere branches. De Man opent de bijeenkomst met een toespraak, waarin hij aangeeft: “Met wat er op dit moment van overheidswege gedaan wordt om te voldoen aan de eisen voor 2030, die in het energie akkoord van Parijs staan, maken we ons zorgen over de haalbaarheid. Er is geen regie, geen masterplan. Er wordt hooguit geroepen en iedereen mag het zelf uitzoeken.” Soltegro heeft zelf niveau 5 behaald op de CO2 prestatieladder en houdt in al haar ontwerpen rekening met een zo laag mogelijk energieverbruik.

Energietransitie

We weten allemaal dat we zaken drastisch moeten veranderen, om de energietransitie te laten slagen.

Energietransitie in de Delta
De volgende spreker is Jo-Annes de Bat, gedeputeerde van de provincie Zeeland. Hij neemt de aanwezigen in zijn presentatie mee naar zijn provincie, waar de energietransitie in de Delta in volle gang is. “De kerncentrale in Borssele lijdt 100 miljoen euro verlies per jaar. Zeeland is aandeelhouder met als bijkomend probleem: het afval. In 2033 gaat de centrale dicht, als de plannen doorgaan. Waar begin je dan met de energietransitie? Met 35 miljoen euro om veranderingen door te voeren, is Zeeland van start gegaan. Het Tidal Technology Center wordt gebouwd in het Grevelingenmeer, we brengen de windmolens naar zee. Zeeland heeft een programma ontwikkeld om studenten op te leiden tot windmolenmonteur voor onderhoud. Ook de initiatieven binnen het bedrijfsleven snijden hout. Zo gaat de warmte die een frietfabriek genereert rechtstreeks naar een bedrijf waar uien gedroogd worden. De vraag is nu hoe we de huishoudens meenemen. In ieder geval door circulair te bouwen. Materialen uit sloop opslaan, omdenken en hergebruiken. We gaan de landbouwsector inzetten voor CO2 opslag. Bieten oogsten voor een bio-based economy. Zeeland is er klaar voor en innoveert voortdurend”, aldus Jo-Annes De Bat.

Energietransitie

De sprekers, van links naar rechts: Bas van Duijnhoven, seniorconsultant reliable systems bij Soltegro, Arend-Jan van der Vlugt aan, wethouder Innovatie en Duurzaamheid bij de gemeente Goeree Overflakkee, Jan Peter Doomernik, Business Developer bij Enexis, Hans Pos, senior projectleider techniek bij Croonwolter&Dros en Hans de Man, algemeen directeur van Soltegro.

De energietransitie in onze woningen
Bas van Duijnhoven, seniorconsultant reliable systems bij Soltegro, is aan het woord: “Parijs wil de opwarming van de aarde beperkt zien tot 1,5˚ tot 2˚ Celsius. In Nederland hebben we er echter andere problemen bij, zoals het stijgen van de zeespiegel, de bodemdaling, niet alleen in Groningen. We moeten minder afhankelijk worden van energie uit het buitenland. Het rendement op de duur ingekochte energie is 50%. Dat ligt niet aan de industrie, maar vooral aan de huishoudens. Zonde van de dure energie. De reductie van CO2-uitstoot gaat hier niet hard genoeg. Renewable Energy scoort nu 7%, maar moet naar 14%. Als het zo doorgaat gaan we de doelstelling van 2020 niet halen.” Van Duijnhoven vertelt over wat wel zou kunnen werken: layered energy systemen, verregaande elektrificatie (de elektrische auto bijvoorbeeld energie terug het net in laten sturen), energie van kolencentrales vervangen door zonne- en windenergie en omdenken in alternatieve energiesystemen. “Huizen moeten een eigen batterij krijgen, van 10 tot 15 kW per uur, om te bufferen. Daarmee wordt het aantal kW’s dat we per huishouden uit het net halen en weer teruggeven beperkt tot plus en min 1 kW.”

De beste oplossingen kennen geen concurrentie
“Kunnen we een oplossing bedenken, die zo goedkoop is, dat bedrijven er niet mee kunnen concurreren?”, vraagt Jan Peter Doomernik aan het publiek. Hij is Business Developer bij Enexis en houdt zich bezig met disruptie binnen de energiemarkt. “Stel dat met de juiste technologie auto’s zelfdenkend zijn, onderdeel uitmaken van een ‘zwerm’ en als systeem hun eigen inkopen doen, zonder menselijke tussenkomst. Auto’s die elkaar energie geven, energie aan de maatschappij geven en alleen maar geld opleveren. Geld dat ze niet nodig hebben, geld dat geïnvesteerd kan worden in randdiensten voor de mens. Is dat onvoorstelbaar? Nee. Het systeem zou lijken op de natuur. Dieren kennen geen eigenaarschap, geen identiteit en geen geld. Zelfs geen schaarste, ons grote kunstmatig door de commercie in het leven geroepen probleem.” Doomernik legt uit dat we de eerlijke regels van een natuurlijk ecosysteem als voorbeeld moeten nemen. “Werk samen, deel energie, werk ‘anti-fragile’. Bouw een ‘energy commons’ (delen zonder eigenaar – red.). Ga voor ‘abundancy’ (overvloed creëren – red.) en laten we werken aan een ‘Internet of Energy’.” Doomernik wijst de zaal op het bestaan van de groep ‘Nature 2.0’, waarbinnen op vrijwillige basis naar dergelijke oplossingen gezocht wordt.

Energietransitie

Jo-Annes de Bat, gedeputeerde
van de provincie Zeeland.

Energieneutrale tunnel als goed voorbeeld van innovatie
Vanuit Croonwolter&Dros betreedt Hans Pos, senior projectleider techniek, het podium. “Tunnels zijn grote energieverbruikers. Wij bouwen op dit moment een energieneutrale tunnel, die energie bespaart en opwekt. Om tot oplossingen te komen die dit mogelijk maken, stellen we onszelf continu de ‘waarom?’ vraag. Waarom doen we wat we doen en wat zou een goede oplossing zijn”, vertelt Pos. “De kansen die we gedefinieerd hebben zijn energiereductie, materiaalgebruik, welzijn, ruimtelijke kwaliteit en bereikbaarheid. Hoe zou de infra hierin beter zijn werk kunnen doen? We moeten af van bestaande methoden die verkwistend zijn. De meeste installaties in een tunnel werken op gelijkstroom. Dan is het logisch dat alles rondom de tunnel op gelijkstroom functioneert. Dat scheelt energie en is betrouwbaarder. Met ledverlichting en een goede reflecterende oppervlakken beperken we het energieverbruik. Met het transporteren van daglicht via glasvezel kunnen we zonlicht in de tunnel brengen. Een DC-grid rondom de tunnel werkt redundant, gevoed door 20.000 m2 zonnepanelen. Opgewekte energie zal gebufferd moeten worden, voor het dag- en nachtritme.” Om dit alles te realiseren gebruikt Croonwolter&dros ‘proven technology’. Pos: “De regulering zal anders moeten, willen we kunnen blijven innoveren. Rijkswaterstaat moet energieleverancier kunnen zijn bijvoorbeeld. De tunnel van de toekomst bouwen we nu al.”

Energietransitie

Het Drijvend Paviljoen in Rotterdam vormde een schitterend decor voor het evenement.

Hoera voor Goeree!
Als laatste spreker treedt Arend-Jan van der Vlugt aan, wethouder Innovatie en Duurzaamheid bij de gemeente Goeree Overflakkee. ‘Energy Island’, is de geuzennaam voor Goeree Overflakkee tegenwoordig. Niet onterecht, vernemen we. “Het Rijk waarschuwde Goeree Overflakkee dat het niet goed ging. Vergrijzing, verdwijnende banen en wegtrekkende jeugd vormden een groot risico. De gemeente en de ondernemers hebben de handen ineengeslagen om dit probleem te tackelen.”

Een aantal speerpunten dat aan bod komt: Eilanditeit, het eilandkarakter bewaren, Maatschappelijke balans, tussen toerisme en wonen en Kwaliteit, de toerist of nieuwe bewoner moet op Goeree Overflakkee meer kwaliteit ervaren dan waar hij vandaan komt. “Inmiddels heeft Goeree Overflakkee de Quality Coast Award in de wacht gesleept voor alle veranderingen. Denk aan de goede verbindingen, de waterbus, de toegangswegen. We hebben een sterk glasvezelnet en ondernemers, gemeenten en overheid werken goed samen. We zetten bijvoorbeeld in op elektrische deelauto’s in woonwijken. We investeren in laadpalen. Het tankstation van de toekomst staat in Oude Tonge, met de welluidende naam GreenPoint. “Bewustwording creëren is het sleutelwoord”, aldus Van der Vlugt. “Dat gaat zover dat de inwoners trots zijn op de behaalde resultaten en graag een steentje bijdragen. Goeree Overflakkee heeft het Waterstof Convenant getekend, gedragen door de ondernemers. De gemeente investeert in zonnepanelen. In 2020 moet Goeree Overflakkee een energieleverend eiland zijn.”

De bijeenkomst werd afgesloten met een netwerkborrel waar nog vol vuur nagepraat werd over de presentaties van de sprekers. Een ding is duidelijk: Waar een wil is, is een weg naar duurzaamheid.