Tagarchief: SGS Roos+Bijl

Ontoelaatbare elektromagnetische beïnvloeding voorkomen bij ondergrondse kabels- en leidingen?

DSC_0011 kopiëren
Lees het gehele artikel

EMC is de afkorting van Elektro Magnetische Compatibiliteit. Als een product Compatibel is dan kunnen diverse elektrische en elektronische producten, zonder verlies van eigenschappen, naast elkaar functioneren. Om ervoor te zorgen dat er geen EMC-problemen optreden, zijn er EMC-eisen opgesteld. Deze EMC-eisen gelden ook voor ondergrondse kabels en leidingen. In dit stuk gaan we dieper in op de norm NEN 3654 die wat zegt over de beïnvloeding van hoogspanningsverbindingen op leidingen. 

SGS Roos+Bijl, onderdeel van SGS Nederland, is specialist in de ondergrondse infrastructuur en ontwerpt technische kabel- en leidingnetwerken voor distributie en transport en verzorgt de begeleiding bij het aanleggen, verleggen of verwijderen van kabels en leidingen. Hier gaan vaak specialistische berekeningen aan vooraf waaronder beïnvloedingsberekeningen. We spreken met twee specialisten op dit gebied: Projectmanager Remco van der Wel en Engineer Eric Lorsheijd.

NEN 3654

SGS Roos+Bijl maakt beïnvloedingsberekeningen volgens de NEN 3654 norm. Remco legt uit: “De norm gaat over de wederzijdse beïnvloeding van buisleidingen en hoogspanningssystemen. Onder hoogspanningssystemen worden hoogspanningskabels en hoogspanningslijnen verstaan. Conform de norm wordt laagspanning tot 1000 Volt (1 kV) gezien. Boven de 1000 Volt (1 kV) betreft hoogspanning. De NEN 3654 beschrijft primair hoe moet worden vastgesteld dat buisleidingen en hoogspanningssystemen elkaar nadelig beïnvloeden uit oogpunt van veiligheid en corrosie.” De norm hanteert een aantal verschillende stappen die doorlopen worden. Er wordt gekeken naar zowel de elektrische beïnvloeding als de thermische beïnvloeding.

Elektrakabels in een sleuf.

Elektromagnetisch veld

“Op een stalen buisleiding kan spanning komen te staan door een parallel lopende hoogspanningsverbinding, ten gevolge van het elektromagnetisch veld”, geeft Eric aan. “Deze elektrische beïnvloeding kan resulteren in onveilige situaties omdat er aanraakspanningen kunnen ontstaan of er kunnen beschadigingen optreden op nabij gelegen installaties en buisleidingen door wisselstroomcorrosie.” Remco vult aan: “De mate waarin een buisleiding nadelig wordt beïnvloed wordt groter naarmate de parallelloop langer wordt in combinatie met de onderlinge afstand tussen de buisleiding en de hoogspanningsverbinding.

Rondom bijvoorbeeld een 10 kV hoogspanningsverbinding is een elektromagnetisch veld van ruim 1 km aan beide zijden aanwezig. Indien hier buisleidingen parallel lopen aan de kabelverbinding, kan er nadelige beïnvloeding plaatsvinden op de buisleidingen. Bij deze nadelige beïnvloeding wordt rekening gehouden met de grootte van de optredende elektrische en thermische beïnvloeding en de gevolgen die dit met zich mee brengt. “Daarom is het zo belangrijk om vooraf beïnvloedingsberekeningen te maken. Hiermee voorkom je nare verrassingen. Je begrijpt dan ook dat beïnvloedingsberekeningen niet alleen voor één sleuf gelden, ze gelden voor de gehele zone waarin beïnvloeding kan optreden door een hoogspanningsverbinding “, aldus Remco.

Warmteontwikkeling

Eric: “Een ander probleem dat kan optreden door ondergrondse hoogspanningskabels, is warmteontwikkeling. Deze warmte kan thermische schade veroorzaken aan buisleidingen in de nabijheid van de hoogspanningsverbinding. De verhoogde bodemtemperatuur kan namelijk leiden tot schade aan de buisleiding door een verhoogde coatingdegradatie, verhoogde corrosiesnelheid en thermische spanningen. Ook kan het getransporteerde medium worden aangetast door bijvoorbeeld bacteriegroei.”

Gedetailleerde berekeningen

Voor het maken van de berekeningen wordt er een aantal factoren geïnventariseerd. Eric somt op: “Je dient te weten hoe de grondopbouw eruit ziet en wat de grondweerstand is. Is een buisleiding gecoat, of niet? Zo ja, waaruit bestaat die coating dan? Van welk materiaal is de leiding gemaakt? De afstand tussen de kabelverbinding en de buitenkant van de buisleiding is van belang, waarbij je moet weten hoe lang deze parallel lopen.” Remco voegt toe: “Veel informatie halen we bij de kabelbeheerder. Daar achterhalen we de diepte waarop de hoogspanningskabel ligt, of de kabels in plat vlak of een driehoek liggen, de lengte van de kabel, de spanning, de stroom, de kortsluitstroom en de afschakeltijd.” Er dient dus veel informatie te komen van de kabel- en leidingbeheerder. Eric: “Werken volgens de NEN-norm betekent breed beginnen met het onderzoek en middels het doorlopen van de verschillende stappen kijken wat er onder uit ‘de trechter’ komt. Waarbij er gedetailleerde berekeningen gemaakt dienen te worden.”

Eric: “Veel informatie halen we bij de kabelbeheerder. Daar achterhalen we de diepte waarop de hoogspanningskabel ligt, of de kabels in plat vlak of in een driehoek liggen, de lengte van de kabel, de spanning, de stroom, de kortsluitstroom en de afschakeltijd.”

Simuleren van leidingstelsel

Een van de stappen is het in kaart brengen/simuleren van het buisleidingnetwerk. “Daarin worden bijvoorbeeld ook de aanwezige koppelingen, isolatiestukken en drainages meegenomen”, legt Remco uit. “We kijken wat de maximale toelaatbare spanning op de buisleiding is. Tevens wordt er gekeken of een bestaande situatie kan veranderen door de komst van nieuwe kabels. Deze gegevens worden door ons opgevraagd bij de betreffende buisleidingeigenaren. Zij toetsen ook de berekeningen alvorens gestart mag worden met de fysieke uitvoering. Steeds meer buisleidingeigenaren eisen vooraf een beïnvloedingsberekening.”

Energietransitie

Door de energietransitie is er steeds meer vraag naar beïnvloedingsberekeningen. “Ons team is er drukker dan ooit mee. We hebben een grote diversiteit aan klanten, waaronder netbeheerders, buisleidingeigenaren, aannemers, zonnepark eigenaren, windmolenparken… We krijgen tegenwoordig van allerlei partijen aanvragen om voor hen de berekeningen te verzorgen. Tevens vindt er veel uitbreiding op bestaande netten plaats of zijn stroomnetten aan vervanging toe. Ook in deze gevallen dient er eerst aangetoond te worden dat de wijziging geen nadelige beïnvloeding veroorzaakt. Dit kan dan middels het uitvoeren van een beïnvloedingsberekening. Ook als het slechts om een gedeeltelijke vervanging van een bestaande verbinding gaat dient dit opnieuw te worden geïnventariseerd”, zegt Remco. Tot besluit voegt Eric toe: “We zijn continu in gesprek met buisleidingeigenaren om onze berekeningen zo nauwkeurig mogelijk uit te kunnen voeren”.     

‘De ondergrondse infrastructuur is ons domein’

Afbeelding-1
Lees het gehele artikel

Er is veel gebeurd voordat een leiding de grond ingaat. Engineers hebben dan al het terrein verkend en de loop van de toekomstige leiding bepaald volgens de geldende specificaties. Binnen SGS Roos+Bijl gebeurt dit met passie. ‘De ondergrondse infrastructuur is ons domein.’

SGS Roos+Bijl is gevestigd in een innovatief en inspirerend pand in Rhoon. Hier bedenken zo’n veertig enthousiaste professionals de oplossingen voor de GWW-vraagstukken die de klanten aan hen voorleggen. Zij lopen warm voor de complexe berekeningen van waterslag/hydraulica, sterkte en drukval en kunnen lezen en schrijven met de software voor boringen en persingen.

Meedenken vanaf het eerste moment

SGS Roos+Bijl beslaat het volledige terrein van de ondergrondse infrastructuur. Zij verzorgt aanbestedingen, doorloopt vergunningtrajecten, ontwerpt en dimensioneert. “We denken vanaf het allereerste moment mee”, vertelt Marco Lubberdink, teamleider van SGS Roos+Bijl. “Dat begint bij de tracéstudie.” 

Van tracéstudie tot detailontwerp

Een tracéstudie gaat verder dan het tracé uitstippelen waar de leiding raakvlakken heeft met andere ondergrondse infrastructuur. “We onderzoeken ook hoe het leggen van de leiding de minste overlast voor de omgeving veroorzaakt”, vertelt technisch adviseur Olivier Zegwaard. “We praten met de betrokkenen en houden rekening met de omringende flora, fauna en archeologie. Dit leidt in de regel tot meerdere voorstellen. De uiteindelijke keuze is een kwestie van belangen afwegen.”

Er spelen veel factoren mee bij het vinden van de beste oplossing, zeker in de bebouwde kom.

Het detailontwerp

Na de tracéstudie volgt het detailontwerp. “In dit stadium laten we niets meer aan het toeval over”, vertelt lead engineer Luc Nijsten. “Alles wordt nu in beeld gebracht, zowel de bovengrondse beperkingen – zoals bomen, wegen en bebouwing – als alles wat ondergronds aanwezig is en geloof me, het is druk onder de grond! Het is vaak een hele puzzel om het detailontwerp voor elkaar te krijgen.”

Complexiteit in de ondergrond

In het detailontwerp voor de gegeven situatie wordt ook de beste techniek geselecteerd en alle benodigde specialistische berekeningen, zoals sterkteberekeningen en tekeningen uitgewerkt. Lag het tot voor kort nog voor de hand dat de leidingen werden aangelegd in open ontgraving, nu het boven de grond alleen maar drukker wordt, wordt steeds vaker gekozen voor sleufloze technieken. Lubberdink: “Met deze technieken wordt de omgeving minimaal belast. Autowegen, busbanen en spoorwegen blijven toegankelijk terwijl daar onderdoor een leiding wordt getrokken. Sleufloze technieken zijn kostbaarder, maar de voordelen zijn groot. Ook dat is een kwestie van belangen afwegen. De overlast wordt ook beperkt door werkzaamheden te combineren. Gas-, water- en elektraleidingen worden dan tegelijkertijd aangelegd of vervangen.” 

Alle kennis in huis

Binnen deze activiteiten opereert SGS Roos+Bijl volledig onafhankelijk. De specialisten hebben de kennis in huis van alle leidingen én kabels op elk gebied (water, energie, olie, gas en chemie en telecom). Zij zijn betrokken van het voortraject tot en met de uitvoering en dat allemaal vanuit één kantoor. Lubberdink: “Er komt veel kijken bij een boring. De omgeving, de manier van boren, de samenstelling van de grond, de grondwaterdruk en de in- en uittredehoek, om er maar een paar te noemen. Onze specialisten houden met al deze factoren rekening en ontwerpen de oplossing waarbij functionaliteit, effectiviteit en veiligheid voorop staan.”

Ingenieursbureau als verbindende factor bij Project Hoekse Lijn

sgs-roosenbijl_2_ingraven-tractie-kabel
Lees het gehele artikel

Met de realisatie van het project Hoekse Lijn werkt Metropoolregio Rotterdam Den Haag hard aan de verbetering van het openbaar vervoer. Het bestaande tracé tussen Schiedam en Hoek van Holland gaat van gewone spoorlijn naar moderne metro, waarbij de bestaande infrastructuur zoveel mogelijk gebruikt moet worden en goederenvervoer na de ombouw nog steeds mogelijk moet zijn. Een uitdagende klus die vraagt om de juiste expertise.

Theo Vos, adviseur bij SGS Roos+Bijl, licht toe waarom juist zij hiervoor de aangewezen partij zijn: “Wij zijn een ingenieursbureau met veel ervaring op het gebied van ondergrondse infrastructuur, in de breedste zin van het woord. Van ontwerp tot begeleiding bij de uitvoering. Omdat we al achttien jaar voor RET werken, hebben we veel ervaring met RET-installaties. Die combinatie heeft ervoor gezorgd dat wij onze rol binnen dit project goed hebben kunnen invullen.” 

Uitdagingen het hoofd bieden
“Door de initieel zeer beperkte planning (maar dertien weken om alles uit te voeren), hebben we gezocht naar oplossingen om alvast aan de slag te kunnen. Enkele werkzaamheden zijn al in ProRail-tijd uitgevoerd, terwijl de baan nog in gebruik was. Dat betekent extra veiligheidsmaatregelen treffen, zoals het plaatsen van schrikhekken over het gehele tracé (21 kilometer lang). Met duidelijke onderlinge afspraken hebben we in goede harmonie met ProRail kunnen werken aan ons deel van het traject”, vervolgt Theo. “Op het moment dat het traject treinvrij was, zijn er enorm veel mensen aan de slag gegaan op een relatief klein werkgebied. Sloop, bouw, verbouw, alles ging van start. Dan is goede coördinatie van de aanleg en de verleggingen van kabels en leidingen (derden) natuurlijk uitermate belangrijk. We hebben ondersteuning kunnen bieden in de vorm van directievoering.” De uitdagingen die Theo schetst, zijn slechts enkele voorbeelden waaruit blijkt dat oplossingsgericht denken een kracht is van SGS Roos+Bijl. Ook het behoud van goederenvervoer op de lijn, na ombouw, is één van die uitdagingen. “Lightrail is echt iets anders dan heavyrail en bij project Hoekse Lijn is het voor het eerst in Nederland dat metro’s en goederentreinen over dezelfde spoorlijn gaan rijden. Onze jarenlange ervaring én kennis op het gebied van zowel lightrail als heavyrail, hebben we hier in kunnen zetten. We zijn in diverse fasen betrokken geweest. Vooraf en ook later bij de uitvoering. Je kunt wel stellen dat we dé verbindende factor tussen de diverse onderdelen van het project zijn geweest, zowel in theorie als in de praktijk”, besluit Theo.