Tagarchief: Nering Bögel

Nieuw informatiecentrum Nering Bögel mag gezien én gebruikt worden!

vergader-1
Lees het gehele artikel

Showroom, kennis- en opleidingscentrum met de grootste zorg gerealiseerd

Vier trotse medewerkers begroeten ons, wanneer we de kersvers geopende showroom annex opleidingscentrum in Weert betreden. Nering Bögel heeft er geen gras over laten groeien: de schitterend ingerichte ruimte nodigt uit om kennis te nemen van alles wat ’s lands grootste ontwikkelaar en producent van innovatieve oplossingen voor een optimale infrastructuur te bieden heeft. 

De techniek kan ‘droog’ gedemonstreerd worden.

Nering Bögel is onder andere gespecialiseerd in afvoerputten en -goten, goten en roosters, vloerluiken, afdekkingen, kolken en putafdekkingen, terugslagkleppen, spindelschuiven, en olie- en vetafscheiders. Het mooiste is dat de meeste producten nu ‘live’ staan opgesteld, klaar om bekeken, aangeraakt en gedemonstreerd te worden. Zoals alles bij Nering Bögel gedaan wordt, is ook dit nieuwe informatiecentrum tot stand gekomen in een ‘joint effort’. De mannen achter dit interne project: Henrie van Geneijgen, accountmanager, Martijn Heldens, projectmanager, Adolf Kainama, accountmanager en Henk Stals, hoofd techniek. 

Uiteraard ontbreekt Lau niet in de showroom.

Iedereen is hier welkom

Goed gastheerschap is Nering Bögel niet vreemd, dat bewijst ook het nieuwe Informatiecentrum. “Iedereen is hier welkom”, opent Henrie het gesprek. “Onze klanten, hun klanten, beslissers bij overheden, het bedrijfsleven en bovenal scholen, die hun leerlingen in het echt kennis willen laten maken met onze ‘waterwereld’.” Heel vroeger beschikte Nering Bögel over een kleine showroom, voor in het kantoor. “Daarmee deden we onszelf tekort. In 2011 bouwden we onze eerste presentatieruimte hier op ons terrein. Daarmee veranderde ook de doelstelling van de ruimte, we konden klanten uitnodigen. Samen met partnerbedrijven gaven we presentaties en lezingen. Dat evolueerde in complete cursusdagen voor bijvoorbeeld gemeentes, bedrijven en scholen. Ook werd de ruimte gebruikt voor interne opleidingen. Dat dat een schot in de roos was, bleek uit het feit dat we voortdurend aanloop hadden en dat uit het hele land.”

Er is gekozen voor een zo breed mogelijke tentoonstelling van producten.

Tijd voor een herinrichting

Nering Bögel vond het tijd voor een herinrichting van de showroom/presentatieruimte. Martijn: “Henrie, Adolf en ik zijn om de tafel gaan zitten om te bepalen waar de wensen en behoeften van onze klanten liggen, als het aankomt op de inrichting van deze ruimte. We hebben eerst alles wat er in de ruimte stond verwijderd, om met een schone lei te kunnen beginnen. De markt is veranderd, was onze conclusie. Er is meer vraag naar custom oplossingen in afscheiders bijvoorbeeld.” Henrie vult aan: “Vroeger lag in deze ruimte de focus op kolken en putranden, het stond er vol mee. Nu laten we een totaalplaatje zien.” Adolf voegt toe: “Neem een modern distributiecentrum als voorbeeld. Daaronder bevindt zich een complete ondergrondse infrastructuur, waarin maar liefst 8 van onze productgroepen samenkomen. Hier kunnen we exact laten zien welke dat zijn.”

Vlnr: Henk Stals, Martijn Heldens, Adolf Kainama en Henrie van Geneijgen.

Van plan naar probleemoplossing

“Toen ik hier 17 jaar geleden begon, kwamen opdrachtgevers met plannen binnenlopen. Vandaag komen ze met een probleem aanzetten, waarvoor een -al dan niet maatwerk- oplossing gezocht wordt. Vanuit de probleemoplossing schrijven we graag met hen mee aan een plan. Veel van dit soort plannen zijn in deze ruimte vormgegeven en daar zijn we allemaal trots op”, schetst Henrie. Een groot verschil met vroeger is dat de werking van producten live beleefd kan worden. Daar komt Henk als technisch man in beeld: “De drie heren kwamen met vragen aan mijn bureau, om bepaalde producten werkend te kunnen tonen. Dat was een mooie uitdaging, maar het is gelukt. Veel producten hebben nu een ‘droge’ functionaliteit. Met een druk op de knop kun je laten zien hoe iets technisch werkt. Dat is voor de klant zeer verhelderend.”

Nering Bögel deelt met liefde de kennis die het bedrijf rijk is. Adolf: “Soms worden we vanwege onze kennis in een bouwteam gehaald, of opdrachtgevers benaderen ons, omdat ze door de vele regels, wetten en vergunningen door de bomen het bos niet meer zien. Een opdrachtgever of aannemer waardeert het hele spectrum aan afwateringsoplossingen. Het gaat al lang niet meer om een standaard olieafscheider of kolk.” Martijn vervolgt: “Onze kracht is om op iedere klantvraag te acteren en vanuit de juiste expertise vragen te stellen. Wij brengen ervaring uit de praktijk mee aan tafel en denken niet in problemen, maar uitdagingen.”

Tastbare expertise

De nieuwe ruimte maakt de expertise van het Weertse bedrijf tastbaar. “Sommige inkopers hebben nog nooit een kolk van dichtbij gezien. Wanneer ze een kijkje nemen in ons eigen laboratorium -aangrenzend aan de showroom- dan vallen er weleens monden open van verbazing. Hier komt alles samen en wordt alles helder”, aldus Henrie. “We bieden persoonlijke aandacht en meerwaarde en ‘leven ons eigen product’ en tonen alles wat we doen met trots”, zegt Adolf tot besluit.  

Nieuw informatiecentrum Nering Bögel mag gezien én gebruikt worden!

Groep-NB
Lees het gehele artikel

Showroom, kennis- en opleidingscentrum met de grootste zorg gerealiseerd

Vier trotse medewerkers begroeten ons, wanneer we de kersvers geopende showroom annex opleidingscentrum in Weert betreden. Nering Bögel heeft er geen gras over laten groeien: de schitterend ingerichte ruimte nodigt uit om kennis te nemen van alles wat ’s lands grootste ontwikkelaar en producent van innovatieve oplossingen voor een optimale infrastructuur te bieden heeft. 

De techniek kan ‘droog’ gedemonstreerd worden.

Nering Bögel is onder andere gespecialiseerd in afvoerputten en -goten, goten en roosters, vloerluiken, afdekkingen, kolken en putafdekkingen, terugslagkleppen, spindelschuiven, en olie- en vetafscheiders. Het mooiste is dat de meeste producten nu ‘live’ staan opgesteld, klaar om bekeken, aangeraakt en gedemonstreerd te worden. Zoals alles bij Nering Bögel gedaan wordt, is ook dit nieuwe informatiecentrum tot stand gekomen in een ‘joint effort’. De mannen achter dit interne project: Henrie van Geneijgen, accountmanager, Martijn Heldens, projectmanager, Adolf Kainama, accountmanager en Henk Stals, hoofd techniek. 

Iedereen is hier welkom

Goed gastheerschap is Nering Bögel niet vreemd, dat bewijst ook het nieuwe Informatiecentrum. “Iedereen is hier welkom”, opent Henrie het gesprek. “Onze klanten, hun klanten, beslissers bij overheden, het bedrijfsleven en bovenal scholen, die hun leerlingen in het echt kennis willen laten maken met onze ‘waterwereld’.” Heel vroeger beschikte Nering Bögel over een kleine showroom, voor in het kantoor. “Daarmee deden we onszelf tekort. In 2011 bouwden we onze eerste presentatieruimte hier op ons terrein. Daarmee veranderde ook de doelstelling van de ruimte, we konden klanten uitnodigen. Samen met partnerbedrijven gaven we presentaties en lezingen. Dat evolueerde in complete cursusdagen voor bijvoorbeeld gemeentes, bedrijven en scholen. Ook werd de ruimte gebruikt voor interne opleidingen. Dat dat een schot in de roos was, bleek uit het feit dat we voortdurend aanloop hadden en dat uit het hele land.”

Uiteraard ontbreekt Lau niet in de showroom.

Tijd voor een herinrichting

Nering Bögel vond het tijd voor een herinrichting van de showroom/presentatieruimte. Martijn: “Henrie, Adolf en ik zijn om de tafel gaan zitten om te bepalen waar de wensen en behoeften van onze klanten liggen, als het aankomt op de inrichting van deze ruimte. We hebben eerst alles wat er in de ruimte stond verwijderd, om met een schone lei te kunnen beginnen. De markt is veranderd, was onze conclusie. Er is meer vraag naar custom oplossingen in afscheiders bijvoorbeeld.” Henrie vult aan: “Vroeger lag in deze ruimte de focus op kolken en putranden, het stond er vol mee. Nu laten we een totaalplaatje zien.” Adolf voegt toe: “Neem een modern distributiecentrum als voorbeeld. Daaronder bevindt zich een complete ondergrondse infrastructuur, waarin maar liefst 8 van onze productgroepen samenkomen. Hier kunnen we exact laten zien welke dat zijn.”

Er is gekozen voor een zo breed mogelijke tentoonstelling van producten.

Van plan naar probleemoplossing

“Toen ik hier 17 jaar geleden begon, kwamen opdrachtgevers met plannen binnenlopen. Vandaag komen ze met een probleem aanzetten, waarvoor een -al dan niet maatwerk- oplossing gezocht wordt. Vanuit de probleemoplossing schrijven we graag met hen mee aan een plan. Veel van dit soort plannen zijn in deze ruimte vormgegeven en daar zijn we allemaal trots op”, schetst Henrie. Een groot verschil met vroeger is dat de werking van producten live beleefd kan worden. Daar komt Henk als technisch man in beeld: “De drie heren kwamen met vragen aan mijn bureau, om bepaalde producten werkend te kunnen tonen. Dat was een mooie uitdaging, maar het is gelukt. Veel producten hebben nu een ‘droge’ functionaliteit. Met een druk op de knop kun je laten zien hoe iets technisch werkt. Dat is voor de klant zeer verhelderend.”

Bovenal is het informatiecentrum een gastvrije plek.

Nering Bögel deelt met liefde de kennis die het bedrijf rijk is. Adolf: “Soms worden we vanwege onze kennis in een bouwteam gehaald, of opdrachtgevers benaderen ons, omdat ze door de vele regels, wetten en vergunningen door de bomen het bos niet meer zien. Een opdrachtgever of aannemer waardeert het hele spectrum aan afwateringsoplossingen. Het gaat al lang niet meer om een standaard olieafscheider of kolk.” Martijn vervolgt: “Onze kracht is om op iedere klantvraag te acteren en vanuit de juiste expertise vragen te stellen. Wij brengen ervaring uit de praktijk mee aan tafel en denken niet in problemen, maar uitdagingen.”

Tastbare expertise

De nieuwe ruimte maakt de expertise van het Weertse bedrijf tastbaar. “Sommige inkopers hebben nog nooit een kolk van dichtbij gezien. Wanneer ze een kijkje nemen in ons eigen laboratorium -aangrenzend aan de showroom- dan vallen er weleens monden open van verbazing. Hier komt alles samen en wordt alles helder”, aldus Henrie. “We bieden persoonlijke aandacht en meerwaarde en ‘leven ons eigen product’ en tonen alles wat we doen met trots”, zegt Adolf tot besluit.

‘Voor het bepalen van de juiste pomp in een riool heb je een expert nodig’

te-kleine-leidingdiameter
Lees het gehele artikel

Weet welke vragen je zou moeten stellen bij het maken van de keuze voor een pomp

“Bestekteksten die bepaalde pompen, putten en kleppen voorschrijven, kun je die als aannemer blindelings vertrouwen? Was het maar zo’n feest…” Aan het woord is Richard Janssen, directeur en eigenaar van Nering Bögel uit Weert. “Bestekken zijn vaak onduidelijk. Er staat dan bijvoorbeeld: ‘Capaciteit door de aannemer te bepalen’. Herken je dit? Hoe bepaal je dan de benodigde capaciteit? Hoe stel je vast welke opvoerhoogte er nodig is? Ook zul je het type pomp/type waaier en de afmetingen van de put zelf moeten bepalen. De terugslagklep is een verhaal apart, welke moet je kiezen en waarom? Hoe voorkom je luchtinslag in de pomp? Hoe belangrijk is de opbouw van het mangat en welke rol speelt de schakelkast?”

De standaard voor Nering Bögel.

Hoe bepaal je dan de capaciteit?

“Hier zijn basisrichtlijnen voor, zoals beschreven in bijvoorbeeld de Leidraad Riolering of de regenduurlijnen van het KNMI. In de praktijk wordt hier echter nogal eens verschillend over gedacht, waardoor er door de ene partij wordt gerekend met de piekbelasting van de bui en door de andere partij met de gemiddelde belasting gedurende de gehele duur van de regenbui”, legt Janssen uit. Door dit wezenlijke verschil worden er in de praktijk verschillende installaties aangeboden, met verschillende capaciteiten en omvang.

Wat is er te zeggen over de benodigde opvoerhoogte?

De pomp moet het water ergens naar toe brengen. Dus hoe ver moet de pomp vanuit zijn put het water nog door een leiding transporteren en welke leiding heb je daarvoor nodig? Janssen: “Dikwijls kun je niet in een rechte lijn naar je afwaterpunt en moeten er in de leiding de benodigde bochten worden aangebracht. Dit zorgt voor extra weerstand.  Ook het hoogteverschil is zeer bepalend, dus de netto verticale hoogte tussen pomppersflens en eindpunt, eigenlijk het uitstroommoment.

De weerstand van al het leidingwerk plus het statische hoogteverschil bepalen de pompdruk (opvoerhoogte) die de pomp moet kunnen produceren bij de gevraagde capaciteit. Dit wordt danin de pompcurve door de leverancier uitgerekend en ingetekend (werkpunt) in de pompkarakteristiek.” 

Wat is dan het juiste type pomp (waaier)?

“Nu wordt het iets spannender”, aldus Janssen. “De vuistregel is: hoe grover de vaste bestanddelen in het water, des te ruimer is de doorlaat die de waaier moet hebben om verstopping te voorkomen. De algemene kreet ‘versnijdende waaier’ is in de meeste gevraagde gevallen een verkeerde keuze. Voor het verpompen van praktisch schoon HWA hemelwater hoeven we geen versnijdende waaier toe te passen. Voor het verpompen van DWA rioolwater door een lange, dunne leiding (drukriolering waar wc papier, verband, schoonmaakdoekjes et cetera doorheen moet), is wel een versnijdende waaier nodig. Versnijdende waaierpompen gebruiken veel vermogen in verhouding tot andere type pomp(waaiers).”

Wat hebben de afmetingen van de put ermee te maken?

Als je een pomp plaatst in een te smalle of kleine put, zal de pomp bij ‘elke liter water’ starten en direct weer stoppen, weten we. “Dat klopt,” zegt Janssen. “Dus de pomp staat veel te vaak te pendelen, wat ten koste gaat van de motor en schakelkast. Een juiste maatvoering van de pompput heeft voldoende water die hoort bij een juiste startfrequentie van de pomp(en). Hier zijn regels voor. Bovendien zal de pomp bij het afschakelen nog voldoende diep met z’n aanzuigzijde onder water moeten blijven staan, om te voorkomen dat er luchtinsluiting plaatsvindt.”

Welke terugslagklep pas je toe en waarom is deze nodig?

“Je dient altijd een terugslagklep of balkeerklep te plaatsen, anders stroomt het water uit je persleiding weer de put in, die vervolgens weer gedeeltelijk vol loopt. Of erger, er ontstaat hevelwerking met het rioolstelsel. De stelregel is hier: wat de pomp heeft verpompt moet daar blijven. Maar de keuze van een terugslagklep/balkeerklep is wel belangrijk. De vrije doorstroom van deze klep moet natuurlijk altijd groter zijn dan de vrije doorlaat in de pompwaaier en gelijk of groter dan de inwendige diameter van de persleiding. Voorkom extra weerstand en verstopping door een te krappe terugslagklep/balkeerklep.

Luchtinslag in de pomp voorkomen

Als de pomp met zijn slakkenhuis niet ver genoeg onder water staat, dan zal deze bij het starten van de pomp lucht kunnen gaan happen. Als deze luchtinsluiting er niet wordt uitgehaald, kan de pomp geen vloeistof verpompen (de lucht blijft circuleren in het slakkenhuis). “Dus de pomp draait en er komt maar weinig of géén water uit. Oplossing: de ondergedompelde pomp langzaam omhoogtrekken (ketting) totdat de luchtbel uit het slakkenhuis kan ontsnappen. Door de vlotter/meetsonde op juiste hoogtes te installeren voorkom je luchtinslag.”

Hoe belangrijk is een juiste opbouw van het mangat?

Janssen: “Dan zit de pomp keurig ingebouwd in een grote put voorzien van geleide stangen en kettingen, maar dan metselt men de schacht op hoogte voorzien van een te kleine schachthals en putafdekking. Dat heeft gevolgen: Je krijgt de pomp er dan moeilijk uit, omdat in het aangepaste mangat geen geleide stangen zitten. Bovendien is dit tegen de ontwerprichtlijnen uit de NEN-EN 476 (= algemene eisen voor rioleringsonderdelen) en bemoeilijkt dit het eventueel uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden in de put. Dus bij pompputten de schacht niet opmetselen om op hoogte te stellen, maar een juiste put maat kiezen met een ruim uitneembaar deksel.”

Hoe belangrijk is een schakelkast?

“Dit is je controlecentrum, deze kan je zo uitgebreid mogelijk maken, maar puur functioneel is een rustige schakeltijd en de toepassing van kwalitatief hoogwaardige componenten, die later nog steeds te verkrijgen zijn voor eventuele reparaties. Ook eventueel potentiaalvrije contacten voor externe aansturing en bewaking kun je meenemen in het verhaal. Een stapje verder zou een frequentieregeling, vooral bij zware pompen, een welkome optie zijn tot behoud van je (dure) pompen.”

Kortom: de materie is te complex om over te laten aan de goede bedoelingen van een aannemer, die slechts een beperkt referentiekader heeft omtrent alles wat er bij putten, kleppen en pompen komt kijken. Dat is ook meteen de reden waarom bij Nering Bögel in Weert de deur altijd open staat voor iedereen die gedegen advies nodig heeft. “We hebben die kennis in huis, maak gewoon gebruik van onze expertise. Wij stellen zelf de pompput inclusief alle componenten samen in onze ‘pompenhal’. We betrekken onze pompen bij HOMA Pompen BV om zijn bewezen kwaliteiten. Uiteraard testen en controleren wij alles voordat de pompinstallatie de vrachtwagen op gaat”, zegt Janssen tot slot.

Teamwerk slaat de klok in Weert

Correctie-NeringBogel_aankondiging-kWh
Lees het gehele artikel

Wanneer we Richard Janssen van Nering Bögel in Weert vragen om terug te blikken op 2021, zegt hij zonder aarzeling: “Ondanks alle turbulentie in de maatschappij was het ook dit keer weer een jaar door mensen, voor mensen.” Janssen legt uit dat de oplossingen in watermanagement die we van Nering Bögel elke dag tegenkomen, veel verder gaan dan het toegepast gietijzer en beton. “Die producten worden ontworpen, geproduceerd, getransporteerd en geplaatst door mensen. Onze mensen zijn betrokken bij onze producten totdat we ze ‘uitzwaaien’ als ze met de vracht-wagen meegaan. Elke keer als ik een lading het terrein zie afrijden, dan denk ik: dat hebben ze weer goed gedaan. Ja, ik ben trots op onze medewerkers, net zoals zij trots op ons bedrijf zijn.”

Rekening houden met elkaar

“Je ziet door de aanhoudende coronamaatregelen dat mensen geneigd zijn om de teugels te laten vieren. Rekening houden met elkaar wordt voor veel mensen dan moeilijk, terwijl diep in het hart iedereen weet dat we voor een gezamenlijke opgave staan. Dat vergt aanpassings- en doorzettingsvermogen. Daar zie ik dan ook meteen de congruentie met het bedrijfsleven in het algemeen en ons bedrijf in het bijzonder. In welke situatie het bedrijf zich ook bevindt, in je eentje krijg je niets voor elkaar. Samenwerken, elkaar in de waarde laten en respecteren is het devies. “

Ook bij Nering Bögel was het een kwestie van aanpassen, met thuiswerken, videobesprekingen, mondkapjes en een anderhalve meter reglement. “En zo kwam het werk elke keer weer op tijd af. We hebben qua hiërarchie best een bijzonder bedrijf.  Ook al ben ik zelf eigenaar en is Toin Bongers directeur, we draaien gewoon 100% mee in het bedrijf en hoeven geen lakens uit te delen. Je vindt bij ons geen verticale bedrijfskolom, we zijn horizontaal geprogrammeerd. Onze collega’s weten wat er van hen verwacht wordt en doen hun werk zonder extra aansporing. Met zijn twee-en-twintigen hebben we een mooi resultaat bereikt, ondanks de hindernissen die corona opwierp.” Waar zit dat succes dan?

Janssen: “Wij (Toin en ik) nemen bewust het risico om onze collega’s zelf te laten beslissen hoe ze hun job inrichten en uitvoeren. We maken duidelijk wat er van hen verwacht wordt en laten ze vrij in hoe ze dat doel bereiken. Natuurlijk hebben we richtlijnen, maar binnen dat kader mogen zij het zelf bepalen. Dit kunnen we ons veroorloven omdat we maar met 22 collega’s zijn. De goudhaantjes zijn de commerciële medewerkers, zij hebben het dagelijkse contact met de relaties. Maar… de medewerkers van de logistieke afdeling zijn de baas, grappig he? Je kunt van alles beloven als verkoper, maar het moet wel keurig samengesteld en geladen worden. En de betrokkenheid van iedereen komt goed in beeld wanneer iemand van kantoor een foutje heeft gemaakt. Dan zien we een man in pak op de heftruck zijn ‘vergissing’ zelf laden na 17.00 uur. Dat is natuurlijk ook een consequentie van de vrijheid die de medewerkers genieten. Zo leer je ten minste goed communiceren met elkaar, als je iets vraagt, dan krijg je alle medewerking voor de beste oplossing. Wil je graag eigenwijs zijn? Dan is dat bij Nering Bögel niet wijs. Dat doe je maar één keer. Stiekem geniet ik hiervan en constateer ik dat, gezien het feit dat hier niemand uit eigen beweging vertrekt, onze manier van werken en met elkaar omgaan zorgt voor een relaxte werkomgeving. We hebben in jullie magazine iemand met 50 dienstjaren in het zonnetje gezet, maar het rijtje loopt per 5 jaar!”

Hand in eigen boezem

Dit was ook het jaar van de (energie) positiviteit, als we de edities van dit magazine teruglezen. Janssen knikt en zegt: “Ja, je moet als bedrijf de hand in eigen boezem durven steken. Als je de middelen hebt om iets bij te dragen aan een schonere wereld, dan zie ik het als een morele plicht om dat ook te doen. Onze zonnepanelen produceren meer stroom dan we nodig hebben en we geven deze weer door aan de energieprovider. Daarnaast zijn we continu bezig met circulariteit in onze productie en ook op dat vlak bereiken we mooie dingen. Zoals onlangs nog aangegeven in GWW-magazine: niets doen is geen optie. Er wordt veel geklaagd dat ‘het te laat is’. Maar wat is dan het alternatief? Bij de pakken neer gaan zitten en wachten tot alles (versneld) naar de knoppen gaat. Ik dacht het niet.”

Om anderen te inspireren en duidelijke taal te spreken (of het goede voorbeeld te geven) is Lau in het leven geroepen. Een cartoon van een putdeksel die allerhande avonturen beleeft en hier en daar heldere uitleg verschaft. “We hebben een mascotte verzonnen om wat meer in de derde persoon te kunnen publiceren. Zo heeft Lau de opmerking gemaakt: ‘De beste ideeën zijn simpel’. Dat is ons credo bij Nering Bögel. We ontrafelen graag complexe zaken, slaan problemen ‘plat’ en vragen onszelf continu af of iets eenvoudiger kan. Meestal is dat namelijk zo, weten we uit ervaring.”

We sluiten af met de blik op 2022 en vragen Janssen hoe hij tegen het volgende jaar aankijkt. “We gaan gewoon door op dezelfde voet, we kunnen niet anders. Het is koffiedikkijken als het gaat om corona, maar er zijn genoeg factoren waar hoop uit te putten is. Waar je energie van krijgt. Samenwerken, zoals gezegd, of dat nu per telefoon, video of op de werkplek is, al dan niet onder bijzondere omstandigheden. Ik wens iedereen die dit leest een gezond en succesvol 2022 toe. Probeer de rust die je in de kerstvakantie genoten hebt voort te laten duren en neem af en toe eens de tijd om je af te vragen wat er eenvoudiger kan. Hoe je dat samen kunt bereiken. Slimmer werken betekent meer tijd hebben voor elkaar. Dat maakt alles veel leuker, toch?”     

Keuze in straatrioleringsproducten onderhevig aan omstandigheden

fotoTB03
Lees het gehele artikel

Waarom je soms een stap verder moet denken (en zetten)

Als er één naam op straat ligt in Nederland, dan is het wel Nering Bögel. Of liever gezegd: in de straat. Het meer dan 250 jaar oude bedrijf levert innovatie oplossingen voor een optimale infrastructuur en is onder andere gespecialiseerd in afvoerputten en -goten, goten en rooster, vloerluiken, afdekkingen, kolken en putafdekkingen, terugslagkleppen, koppelingen en olie- en vetafscheiders. De kans is groot dat het eerste putdeksel dat u opzoekt in een willekeurige Nederlandse straat hun naam draagt. Voor de leek zien wellicht alle putafdekkingen en rioolroosters er hetzelfde uit, toch kunnen er verschillen zijn. Richard Janssen, directeur en eigenaar van Nering Bögel uit Weert, licht het een en ander toe.

“We kunnen de ruwheid van de betonvulling aanpassen, waardoor het putdeksel goede antislip eigenschappen krijgt.”

Soms kan een standaardoplossing overlast veroorzaken

“Putafdekkingen worden hoofdzakelijk van laminair gietijzer gemaakt”, opent Janssen het gesprek. “Ze dienen om toegang te verschaffen tot het rioolstelsel, voor inspectie en ontstopping. De afdekkingen voldoen weliswaar aan de Europese en nationale richtlijnen en keuringen, echter vijf procent van het totaal is niet geschikt voor de situatie waarin zij gebruikt zijn. Dat komt omdat de omstandigheden de uitvoering zouden moeten bepalen van straatrioleringsproducten.”

Als voorbeeld schetst Janssen welke problemen zich kunnen voordoen: “Allereerst kan er geluidsoverlast optreden. Dit fenomeen komt voort uit een verschil in geluid dat optreedt. Een autoband die over asfalt rolt is in principe luidruchtig. Door de continuïteit van het geluid dat er gemaakt wordt, valt dit geluid niet op. We horen het pas als er een verschil optreedt, bijvoorbeeld wanneer de band over een putdeksel rolt. Wij hebben een oplossing voor het zo goed mogelijk opheffen van het geluidsverschil, namelijk het putdeksel voorzien van een betonvulling. Daarmee wordt het verschil in resonantie tussen het wegdek en het putdeksel kleiner en is er daadwerkelijk sprake van minder geluidsoverlast.” Een ander bekend probleem is de verminderde grip die putdeksels bieden, met name gevaarlijk voor fietsers en motorrijders, omdat de band maar met een klein oppervlak contact maakt met de weg. Ook daar komt het putdeksel met betonvulling van pas. “We kunnen de ruwheid van de betonvulling aanpassen, waardoor het putdeksel goede antislip eigenschappen krijgt. Daarmee verminderen we niet alleen de geluidsoverlast, maar verhogen we ook nog eens de veiligheid.”

Lau voelt zich in zijn wijsheid soms net Albert Einstein.

Galm, verzakking en gasvorming

“Een ander probleem is dat door niet gevulde ruimte en waterresonantie er een galm kan ontstaan in het rioolstelsel. Het riool werkt op dat moment als een geluidsversterker, hinderlijk voor de omwonenden. Ook daar heeft Nering Bögel een oplossing voor, wie daar interesse in heeft moet gewoon even bellen. Kijken we naar de problematiek rondom verzakkingen, dan kunnen we constateren dat deze vooral op plaatsen voorkomen waar zwaar verkeer rijdt. Ook daar is iets aan te doen, door speciale conisch gevormde betonvoeten toe te passen, van NeBoplan.” 

Gietijzer en beton kunnen worden aangetast door gassen die in het riool gevormd worden, de zogenaamde H2S gassen. “Vooral beton kan daar last van hebben”, legt Janssen uit. “Om dat probleem het hoofd te bieden, beschikt Nering Bögel over mogelijkheden om de samenstelling van het betonmengsel aan te passen, zodat het resistenter wordt tegen de invloeden van deze gassen.”

Om de problematiek rondom verzakkingen tegen te gaan is er de speciale conisch gevormde betonvoet, van NeBoplan.

Efficiënt werken met de Multikolk

Duurzaam produceren staat hoog in het vaandel in Weert. Dat zien we aan veel dingen terug (niet in de laatste plaats aan de enorme hoeveelheid zonnepanelen op de daken van de panden), bijvoorbeeld aan de Multikolk. Janssen licht toe: “De Multikolk is een basiskolk van beton, die we slim kunnen uitrusten met accessoires als een gietijzeren stankscherm, een kunststof klik-klep of een rvs bladvanger, voor een optimale waterafvoer. Het slipvangdeel van de kolk is variabel tot maximaal twee keer de basisuitvoering. Op deze manier kunnen we efficiënt produceren.”

Tot besluit zegt Janssen: “Door te werken met beton en gietijzer appelleren we aan de wens om cradle to cradle te werken. Alles is 100% recyclebaar. Ook zijn we volop bezig met het aanpassen van het cementdeel in ons beton, door te experimenteren met toevoegingen en deels vervangers om op die wijze de milieu-effecten te beperken.”     

Van energieconsument naar energieproducent

Zonnepanelen_def_
Lees het gehele artikel

Het is bijna utopisch te noemen, 600.000 kWh zelf aan stroom opwekken. Toch is het bij Nering Bögel in Weert nu de realiteit. Dankzij de installatie van 2000 zonnepanelen op de daken van ’s lands grootste leverancier in oplossingen voor afwatering, wateropslag en waterzuivering, mag directeur en eigenaar Richard Janssen zich nu ook energieproducent noemen. Met een negatieve CO2-uitstoot van circa 200 ton (!) rijst bij ons de vraag waarom Janssen ging voor het creëren van deze overcapaciteit. Janssen denkt er nuchter over: “Wie heeft het hier over overcapaciteit? Je kunt toch nooit genoeg stroom opwekken in een maatschappij die alleen maar meer energie nodig heeft, in plaats van minder?”

Van zulke getallen wordt Lau wel blij.

Doen omdat het kan

Zelf vindt Janssen het de normaalste zaak van de wereld, maar hij voegt daar wel aan toe: “Meer stroom opwekken dan je zelf nodig hebt zien we als onze bijdrage aan de toekomst. Maar… we kunnen dit doen omdat we de middelen ervoor hebben. Het is een investering die zich in ons geval in 8 jaar tijd terugverdient, ik houd echter rekening met 12 jaar. De reden dat ik er überhaupt ruchtbaarheid aan wil geven, is omdat ik hoop dat het bedrijven die in dezelfde luxepositie zitten als Nering Bögel inspireert om het ook te doen. Wat ik echter afraad is om voor zo’n operatie geld te lenen. De afhankelijkheid die je daarmee creëert moet je niet willen.”

Met de 200 ton negatieve CO2-uitstoot is Nering Bögel dus in staat om deze geheel uit te delen aan derden, zonder zelf te tornen aan de nul-emissie. Naast moverende redenen om een schonere aarde te creëren voor de volgende generaties, zit er ook een ‘politieke’ gedachte achter de installatie van de 2000 zonnepanelen. Janssen: “Ik ben het eens met de landelijke politiek dat we niet afhankelijk moeten worden van andere landen als het gaat om energieverschaffing. Kijk maar eens hoe chantabel je wordt als de gaskraan wordt dichtgedraaid, Rusland deed dit in 2014 nog met de Oekraïne. We moeten dus het gebruik van fossiele brandstoffen drastisch gaan remmen. Vanuit die gedachte is de wens -en het plan- ontstaan om niet alleen voor ons eigen bedrijf energie te produceren, maar zoveel energie op te wekken dat we dit weer kunnen doorleveren.”

De gelijkspanning gaat door een omvormer die er weer wisselspanning van maakt.

Een goed plan vraagt om een goed team

Met zulke drastische voornemens was de volgende stap voor Janssen om een goed team om zich heen te verzamelen, om tot de eindstreep te komen. “Er was behoefte aan advies en aan kwalitatief hoogwaardig materiaal. Wanneer je op de schaal waar hier sprake van is gaat werken, dan wil je liever niet in een klant-leverancier relatie stappen, maar in een partnerschap. Dat heb ik dan ook duidelijk gemaakt aan de partijen waarmee we in zee zijn gegaan”, aldus Janssen. “Wanneer je een gezamenlijk doel nastreeft als partners, dan houd je dat scherp en gemotiveerd. Daarmee voorkom je discussies en denk je uiteindelijk altijd in oplossingen. Onze partners in dit grote energie-avontuur zijn Weert Energie, Soltronergy en Lumeneus. Uiteraard komen zij uit de omgeving van Weert, want ook lokaal werken bespaart CO2-uitstoot.”

De gelijkspanning gaat door een omvormer die er weer wisselspanning van maakt.

Het proces

Wat zet de € 350.000,- kostende investering nou precies in werking? Janssen schetst: “De zonnepanelen liggen uiteraard op het dak en de omvormers bevinden zich in het gebouw, de panelen leveren gelijkspanning. Deze gelijkspanning gaat dan door een omvormer die er weer wisselspanning van maakt. Deze natuurlijke stroom voedt in eerste instantie onze eigen stroomverbruikers en de rest is voor andere gebruikers, door het terug te geven aan het net. Op advies van Lumeneus is alle verlichting bij Nering Bögel omgezet naar LED, voorzien van bewegingssensoren. Dat betekent dat het licht alleen aan gaat, als dat nodig is. Inmiddels is hier al een oneliner gecreëerd door het personeel.
“Richard hoeft zelfs het licht niet meer zelf uit te doen”.

Janssen houdt wel van beeldende vergelijkingen en legt aan de hand van voorbeelden tot besluit uit wat er door de installatie gecompenseerd wordt: “Dan hebben we het over 100.000 liter diesel, 1,8 miljoen autokilometers, 2.100 vluchten naar Parijs, 1000 keer de aarde rond met een elektrische fiets, 150.000 dagen ademhalen en zo’n 80.000 Big Macs…”     

Waaraan moet een goede olie- en vetafscheider eigenlijk ècht voldoen?

Wapening_Def
Lees het gehele artikel

In de vorige editie van dit magazine heeft u kunnen lezen hoe het kan dat olie- en vetafscheiders die weliswaar een CE-keurmerk dragen, toch enorm door de mand vallen als het gaat om kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid. Zoals beloofd wordt in deze nieuwe editie uitgelegd waaraan een goede olie- en vetafscheider eigenlijk zou moeten voldoen.

Janssen resumeert: “ in Annex ZA zijn de ‘essentiële kenmerken’ vastgelegd waaraan de afscheiders moesten voldoen. De CE-markering is een verplichting voor elke fabrikant, de bewijsvoering dat de producten voldoen aan de normeisen van deze essentiële kenmerken wordt echter in belangrijke mate bij de fabrikant zelf neergelegd. Zij voorzien hun producten dus zelf van een CE markering (CE label) en leveren een ondertekende prestatieverklaring (DOP) mee, waarin verklaard wordt aan welke essentiële kenmerken het product voldoet. Dat gaat echter niet in alle gevallen even goed.”

Twijfel over de aanwezigheid van essentiële kenmerken en Technisch Constructiedossier

“In de praktijk zien we dat fabrikanten die voor de intrede van CE-markering hun producten gecertifieerd hadden, ook al een Technisch Constructiedossier hadden (meestal de KOMO-producten). Wat we helaas echter ook zien, is dat er producten gemaakt worden waaraan men serieus mag twijfelen of deze voldoen aan de essentiële kenmerken voor CE-markering en of de fabrikant wel een Technisch Constructiedossier heeft”, constateert Janssen. De essentiële kenmerken voor olie- vetafscheiders en slibvangputten zijn:

  • brandklasse
  • waterdichtheid
  • effectiviteit
  • sterkte en stabiliteit
  • duurzaamheid

“Alleen de beoordeling van de brandklasse in geval van brandbare afscheiders (zoals van kunststof) moet door een geaccrediteerd laboratorium (notified body) gedaan worden. De overige essentiële kenmerken mag de fabrikant zelf bepalen. Maar let op: de bewijslast dat er voldaan wordt aan de essentiële kenmerken, moet door de fabrikant verplicht vastgelegd worden in het ‘Technisch Constructiedossier’ (TCD) zodat nationale toezichthouders (ILT) indien nodig hierop kunnen controleren”, legt Janssen uit. “We zien helaas echter te vaak producten die als inferieur betiteld mogen worden en waarbij gerede twijfel bestaat of er voldaan wordt aan de essentiële kenmerken voor CE-markering. Dat roept dan meteen de vraag op, of er überhaupt een TCD aanwezig is.”

De toegankelijkheid van de afscheider moet conform de norm zijn.

Afscheider kapot? Komt dat door nalatigheid of is het gewoon ‘vette’ pech?

Als het aankomt op sterkte en stabiliteit, waterdichtheid en duurzaamheid van betonafscheiders, dan is dit vooral een kwestie van het produceren met (de juiste) wapening, schetst Janssen. “Afscheiders worden vaak onderworpen aan (zware) verkeersbelastingen en moeten hier ook gedurende de gebruiksduur van 20 jaar tegen bestand zijn. Om te bewijzen dat de afscheider voldoet aan de stabiliteitseisen zal de gehele betonconstructie op sterkte moeten worden berekend of worden beproefd. De sterkte van de constructie is in belangrijke mate afhankelijk van de betonkwaliteit, hoe hoger de betonklasse hoe sterker. De norm (CE) gaat uit van een minimale betonklasse C35/45 en stelt geen eisen aan minimale wand/bodemdikte en wapening is niet verplicht”, licht Janssen toe. “Met name dat laatste is een vreemde zaak. Op zich is beton sterk en kunnen er grote drukkrachten opgevangen worden. Beton heeft echter ook een nadeel: het kan slecht trekkrachten opvangen, waardoor het kan scheuren en dus lekken kan veroorzaken. Om deze trekkrachten op te vangen kunnen constructies worden voorzien van staalwapening in de dekplaat en in putwand en -bodem.”

De grootste krachten komen op de dekplaat, op de bodem en op de hoek bodem/wand. Janssen: “Als je een betonput en dekplaat constructief volgens de regels berekent, dan wordt er rekening gehouden met een max. toelaatbare scheurbreedte van 0,2 mm. We zien dan dat er minimale wanddiktes van 100-120 mm nodig zijn, in combinatie met bodem, -wand, en dekplaatwapening. De berekeningen houden rekening met dynamische verkeersbelastingen, gronddrukken, hoge grondwaterstanden, kortom de meest ongunstige bedrijfssituaties. Dan is het vreemd om vast te stellen dat dit geen thema is bij CE-markering.” Een betonafscheider zonder wapening kan dus een behoorlijk gevaar voor het milieu opleveren. Is er bij scheuren dan sprake van ‘vette’ pech, of mag je dit onder het hoofdstuk ‘nalatigheid’ scharen. De kennis om het goed te doen is volop aanwezig, de keuze om het niet te doen, wordt bewust gemaakt. “Als dat een prijskwestie is, dan is dat beschamend. Schade die in het milieu door lekkage van olie en vet wordt aangericht, kost de maatschappij veel en veel meer dan op voorhand investeren in een kwalitatief hoogwaardig product”, zegt Janssen.

HDPE binnenbekleding of coating vormt een absolute meerwaarde

Aangezien enerzijds een afscheider waterdicht moet zijn en blijven en anderzijds chemisch bestand moet zijn tegen de milieugevaarlijke -vaak betonagressieve- inhoud, wordt er door de fabrikanten een inwendige beschermlaag toegepast. “Deze bestaat uit een betoncoating of een ingestorte HDPE lining. Die coatings en linings moeten volgens de CE eisen op chemische bestendigheid worden beproefd en zijn goedgekeurd. Dit zijn kostbare, lange duurtesten met zeer agressieve media. Als fabrikant moet je kunnen aantonen dat er getest is, indien erom gevraagd wordt. Maar daar zit de crux wederom: wie vraagt ernaar? Het is namelijk volgens de CE normeisen geen must om een binnenbekleding toe te passen. Wie een beetje verstand heeft van beton, zal snappen dat beton langzaam weggevreten wordt door de zure vloeistoffen en de organische afbraakproducten van de afscheiderinhoud. Je zou denken dat iedereen het belang van een lining of coating wel inziet. Toch worden er in de praktijk steeds meer afscheiders zonder inwendige beschermlaag verkocht. Dan mag je je gerust afvragen of dat beton getest is. En zo ja, wie geeft dan de garantie dat de betonafscheider een periode van 20 jaar lang intact en sterk blijft?”

Waterdichtheid is van cruciaal belang

Dat een afscheider volledig (water) vloeistofdicht moet zijn en blijven gedurende de gehele gebruiksduur, moge duidelijk zijn. Daarin zijn de CE normeisen dan ook streng in zijn. Ook alle verbindingen in de afscheiderconstructie moeten waterdicht zijn en de primaire dichtingen die in direct contact komen met de afscheiderinhoud, moeten ook nog eens chemisch bestendig zijn tegen die afscheiderinhoud. Janssen: “Automatisch kom je dan uit op rubber dichtingen in de kwaliteit NBR (nitrile rubber) De secondaire dichtingen, tussen put en dekplaat en de onderdelen van de opbouwschacht mogen van een lagere rubber kwaliteit zijn, zoals SBR. De waterdichtheid moet voor een CE markering bewezen worden. Om hieraan te voldoen zie je in de praktijk een combinatie van een put met geknevelde dekplaat met vlakke verbinding, met een rubberdichting of een zogenaamde mof/spie verbinding met rubberen dichting. Het zal inmiddels niemand meer verbazen dat er in de praktijk helaas ook putten de grond ingaan met slechts een mortelverbinding tussen put- en dekplaat. Onder het mom van ‘een mortelverbinding maakt van put en dekplaat een geheel’ misschien? Uit testen blijkt echter dat een mortelverbinding tussen put en dekplaat absoluut niet tot 5 meter waterkolom dicht is en daarmee dus een potentieel gevaar is voor bodemvervuiling. Laat staan dat de mortelverbinding bestand is tegen de agressieve afscheiderinhoud gedurende de gebruiksduur van 20 jaar.”

Alleen met een coating of HDPE binnenbekleding is beton bestand tegen de af te scheiden vloeistoffen.

Er is nog meer aan de hand

“Aan de afscheidernormen zit de EN 476 gekoppeld als het gaat om de toegangsschachten en is dus onderdeel van de CE markering. De EN 476 schrijft duidelijk voor dat een toegangsschacht een minimale diameter moet hebben van 60 cm, tot een maximale hoogte van 45 cm. Wil men dieper gaan, dan moet er vanaf 45 cm diepte een verloop komen naar minimaal 800 mm, tot max. 1000 mm schachtdiameter. Ook op dat vlak wordt er tekort geschoten. De praktijk wijst maar al te vaak uit dat er op de afscheider torens van 1 meter diep staan, slechts bestaande uit betonringen zonder dichting, met een diameter van 60 cm en zelfs kleiner.”

De conclusie luidt: er is kennis en materiaal genoeg aanwezig om een betonafscheider 20 jaar veilig dienst te laten doen. In de praktijk wordt er echter flink bezuinigd op kwaliteit, waardoor er -letterlijk- milieugevaarlijke producten de grond ingaan. “Het wordt tijd dat het besef gaat leven dat dit een foute manier van geld besparen is. Er is maar één juiste weg om te bewandelen, willen we het milieu kunnen behoeden voor de rampzalige gevolgen van lekkage in een olie- en vetafscheider. Gewoon als inkopende partij je verantwoordelijkheid nemen en niet meteen in zee gaan met de goedkoopste aanbieder, als deze een inferieur product aanbiedt”, besluit Janssen.   

“Waterbeheersing is voor een distributiecentrum van levensbelang”

IMG_3157 kopiëren
Lees het gehele artikel

Ook voor Nering Bögel is Groep Heylen geen onbekende. Beide bedrijven hebben er samen meerdere projecten opzitten in Nederland, waarbij Nering Bögel ervoor zorgt dat het watermanagement rondom de distributiecentra keurig verzorgd is.

We zitten bij Nering Bögel aan tafel met Pieter-Jan van Nyen, property manager bij Groep Heylen, Sam Broekx, projectleider bij DC Heylen in Weert, Martijn Heldens, projectmanager bij Nering Bögel en Henrie van Geneijgen, accountmanager bij Nering Bögel. Wat begint met een goed gesprek aan tafel, eindigt die middag met de laarzen in de modder, een paar honderd meter verderop. Het is immers een thuiswedstrijd voor Nering Bögel.

Van links naar rechts: Pieter-Jan van Nyen, property manager bij Groep Heylen, Sam Broekx, projectleider bij DC Heylen in Weert, Martijn Heldens, projectmanager bij Nering Bögel en Henrie van Geneijgen, accountmanager bij Nering Bögel.

Ruim 37 voetbalvelden groot

Groep Heylen ontwikkelt haar jongste distributiecentrum in Nederland op bedrijventerrein Kampershoek 2.0 in Weert. Een kavel van 187.000 m2, ruim 37 voetbalvelden groot. De ontwikkeling geschiedt in faseringen. Schaalbaarheid en flexibiliteit staan bij Heylen hoog in het vaandel. Pieter-Jan vertelt: “Wij zoeken zelf onze aannemers en onderaannemers en contracteren deze individueel. Om die reden werken wij voor het watermanagement op onze projecten met Nering Bögel als vaste partner. Wij bouwen en verhuren en hebben de afgelopen 5 jaar een flinke voet aan de grond gekregen in Nederland.”

DC Weert is nog niet verhuurd, wel volop in aanbouw. In Almelo is Groep Heylen ten tijde van dit schrijven behoorlijk ver met de bouw van een distributiecentrum. “We bouwen tailor made warehouses”, schetst Sam. “Op voorhand nemen we wensen van huurders mee in de bouw. Ieder krijgt wat hij wil.”

Lau: “Een complex afwateringsvraagstuk, maar wij lossen het op.”

Ook de infrastructuur rondom een DC telt mee

Pieter-Jan vervolgt: “We kijken tegenwoordig zelfs naar de infrastructuur rondom onze objecten. Inpassing in het landschap is belangrijk. Dat geldt ook voor ons project hier in Weert. Daar staan hele oude bomen die we behouden, sterker nog, zij spelen een rol in de groenvoorziening bij het DC. Een soort groene long tussen de gebouwen, in een groene omgeving waar medewerkers en bezoekers kunnen ontspannen.”

Van putdeksel naar distributiecentrum

De heren uit België leggen uit waarom juist watermanagement van levensbelang is bij een distributiecentrum. “Als je ergens geen water wilt hebben staan, dan is het in een laaddok. Veel van de waterafvoer wordt redundant uitgevoerd, we willen geen risico lopen. We voeren niet alleen af, maar bufferen ook. Nering Bögel maakt ruimte om 100.000 liter water op te vangen, daarmee kunnen we in tijden van droogte de natuur rondom het DC bewateren.”

Sam haakt in op het belang van de omliggende infrastructuur. “Vanuit de groene long van het DC kijk je uit op de monumentale molen. Dat heeft ons ertoe gebracht het DC de naam ‘Logistic Mill’ te geven.”

De heren zijn het eens over het feit dat er sprake is van een perfecte samenwerking.

Eigen maatstaven in watermanagement

Henrie schetst hoe de eerste samenwerking met Groep Heylen verliep: “We kwamen in beeld bij hun project in Venlo, waar wij het watermanagementontwerp hebben ‘omgekat’ naar de maatstaven van Heylen. Die samenwerking beviel zo goed, dat we bij elkaar in beeld zijn gebleven. Kijken we naar het project in Weert, dan is de bouw al snel duidelijk. Het watermanagementplan komt daarna pas kijken, in het werk. Pas dan kun je werken aan een rioleringsplan met pomp- en afscheidingsputten. In de huidige fase is Nering Bögel van meerwaarde voor de aannemer, we zitten aan tafel om mee te overleggen.”

Martijn vult aan: “Nering Bögel komt praktisch in beeld tijdens de bouw, zodat er bij de eerste ingebruikname al sprake is van een goed werkend afwateringssysteem. Momenteel zitten we in de ontwerp- en calculatiefase. We bekijken hoeveel putten, kolken en pompen er moeten komen en op welke plekken. Zo ontstaat het rioleringstracé.”

De hele oude bomen blijven behouden, zij spelen een rol in de groenvoorziening bij het DC.

Standaardisering van materialen

Voor Heylen past Nering Bögel zoveel mogelijk dezelfde materialen toe op de DC’s. “Als je weet wat er in de grond zit, dan kom je ook niet snel voor verrassingen te staan”, aldus Henrie. “Dan kun je ook veel gerichter onderhoud plegen.”

De heren zijn het eens over het feit dat er sprake is van een perfecte samenwerking. Een kort tripje naar de bouwlocatie toont hoe snel alles vordert. Sam wijst aan welke hallen nu gebouwd worden: “Deze eerste twee hallen die nu verrijzen moeten medio juli 2021 opgeleverd worden. Het zijn de eerste twee van vijf hallen aan de linkerzijde. Rechts komen er nog eens vijf.” Terwijl we met onze laarzen door de modder banjeren zegt Henrie: “Hier genieten wij dus van. Gewoon ons werk mogen doen in ons eigen Weert. Daar zijn we trots op.”     

Jubilaris heeft bijna elke kolk in Nederland voorbij zien komen

IMG_3037 kopiëren
Lees het gehele artikel

Het gebeurt maar zelden dat we een werknemer mogen interviewen die maar liefst 50 jaar werkzaam is voor een bedrijf. Dit geluk viel ons ten deel bij Nering Bögel, waar Jean van Diepen, expeditie medewerker, een halve eeuw ‘op de teller’ heeft staan.

“Daar komt hij aan” wijst Toin Bongers (directeur) naar Jean. We zien hem met grote precisie en flinke snelheid  een vrachtwagen beladen en wachten rustig af tot hij tijd heeft voor ons. “Bij Jean gaat het werk altijd voor hè”, zegt Toin lachend. Met 50 jaar dienst weet Jean prima wat er moet gebeuren elke dag. “Het voelt een beetje als zijn eigen bedrijf. Hij weet wat er geladen en gelost moet worden, weet feilloos waar alles ligt, hoe producten samengesteld dienen te worden en de wagens het meest economisch beladen kunnen worden. Hij heeft een fotografisch geheugen voor wat hij wanneer geladen heeft. Een gave die weinig mensen tegenwoordig nog is gegeven, en dat heeft alles te maken met dat ene woord wat hem het beste typeert : ‘betrokkenheid’. Kortom, in zijn werk is hij snel en efficiënt en Jean werkt bovenal veilig.”

Jean van Diepen heeft een halve eeuw ‘op de teller’ staan.

Werken vanaf het 14e levensjaar

Op een donderdag begon Jean bij De Globe, Jean had er slechts twee dagen werk op zitten, toen hij al bij de personeelschef werd geroepen. “Ik kreeg een vast contract aangeboden, dat was even schrikken, omdat ik eigenlijk verder wilde leren, ik was 14 jaar.  Maar met een moeder die in het ziekenhuis lag en een vader zonder werk, zou ons gezin -met zes kinderen- het geld goed kunnen gebruiken. Het was ook meer een opdracht dan een suggestie van mijn vader, toen hij zei dat ik maar moest gaan werken.”

We zien hem met grote precisie en flinke snelheid een vrachtwagen beladen en wachten rustig af tot hij tijd heeft voor ons.

De eerste stappen bij Nering Bögel

Van 1970 tot en met 1972 werkte Jean voor de gieterij “De Globe” in Weert. Toen kwam de oliecrisis en daarmee het fenomeen ‘arbeidstijdverkorting’. “Reden voor De Globe om me vanaf dat moment uit te lenen aan Nering Bögel (onderdeel van De Globe)”, vervolgt Jean. “In plaats van gieterijwerk maakte ik de overstap naar assemblage- en expeditiewerk. Ik zette roosters in kolken en mocht vrachtauto’s laden en lossen, wel met de hand! Dat was zwaar werk, elke keer 50 KG boven je macht tillen. ’s Avonds kwam ik dan ook kapot thuis.”

Toen hij 18 jaar werd kreeg hij zijn 1e heftruck. “Ik had nog nooit geschakeld, maar moest wel op een schakelheftruck van Still gaan rijden. Mijn eerst losopdracht nam om die reden maar liefst 3 uur in beslag”, zegt Jean lachend. “Bloed, zweet en tranen… maar: leeg!”

Het bedrijf is ook een beetje ‘mijn kindje’

“Over een kleine 3 jaar ‘mag’ ik met pensioen”, vertelt de jubilaris. “Natuurlijk doe ik dat, dan ga ik samen met mijn vrouw genieten van de vrije tijd. Maar Nering Bögel loslaten? Dat kan toch niet. Ik heb meegeholpen dit bedrijf op te bouwen tot wat het nu is, door me altijd 100% in te zetten. Daarmee is het ook een beetje ‘mijn kindje’ geworden. En niemand laat zijn kind alleen.”    

De evolutie van een specialist in watermanagement: ‘Van kolk- tot kennisleverancier’

Lees het gehele artikel

“We zijn een kleine schakel binnen een proces met vaak grote gevolgen voor de projectversnelling.” Aan het woord is Richard Janssen, directeur en eigenaar van Nering Bögel. Hij legt uit: “Bouwend Nederland kent ons uiteraard vanwege onze zichtbare producten, zoals onder andere kolken, putranden en goten. Wij zijn echter buiten beeld ook intensief aanwezig in de wereld van watermanagement.”

Nering Bögel staat de laatste 10 jaar steeds vaker de grotere ontwerpers en bouwers in de vaderlandse infrasector terzijde en treedt op als de ‘onzichtbare vriend’ in samenwerkingsverbanden met projectontwikkelaars en adviesbureaus. “Is er een ‘waterprobleem’, dan worden we vaak in de voorfases van infrastructurele projecten aan tafel geroepen. Dan delen we de kennis die we hebben opgedaan en bedenken we de meest logische en zo simpel mogelijke oplossingen en variaties om tot een gedegen oplossing te komen voor het project. Vaak kan de opdrachtgever gewoon kiezen voor een oplossing die naar zijn idee het beste past”, aldus Janssen.

Gietwerk in uitvoering: in licentie verricht voor Nering Bögel.

100% functionaliteit zonder risico

Nering Bögel doet haar best om per situatie de beste installaties te adviseren en te bouwen. Het uitgangspunt is volgens Janssen altijd een 100% functionerende installatie met nul risico. “Soms stappen we uit een project. Als we vooraf zien dat het geen haalbare kaart is, of zelfs al wanneer we onze twijfels hebben. Altijd met een heldere uitleg waarom we uitstappen, vaak verwijzend naar andere partijen die een betere oplossing voor dat probleem hebben”, schetst Janssen.

Hoe wordt dat ervaren door de opdrachtgever? “Die waardeert onze eerlijkheid. We zitten niet in de wedstrijd voor de laatste euro, maar willen altijd een bijdrage leveren waar een probleem mee opgelost kan worden, op de beste manier. Ik zie het niet als teken van zwakte, maar meer als teken van kracht; het laten zien dat het goed zit met je betrouwbaarheid. Als onze techneuten met gefundeerde argumenten hun handen ergens vanaf trekken, omdat ze van mening zijn dat ze de zaken niet kunnen beheersen, dan ben ik trots. Dat is voor mij namelijk ook een teken van kwaliteit. Zo’n actie doe je niet uit angst, maar uit zelfvertrouwen.”

Nering Bögel maakt haar eigen ontwerpen, die daarna voor productie in licentie worden uitbesteed.

Eigen ontwerpen en aanpassingen

Janssen heeft met Nering Bögel een evolutie doorgemaakt, van leverancier van kolken en aanverwante zaken tot leverancier van kennis. Wij vragen hem waarom dat voor de laatste 10 jaar geldt? Janssen antwoordt: “De oorzaak van de verandering is eigenlijk gekomen door hoe er in het verleden gewerkt werd. Misschien wel herkenbaar voor andere bedrijven: gebruikt worden als ‘offertefabriek’. We calculeerden ons een slag in het rond, alleen om steeds weer afgewezen te worden. Er kwam een punt waarop ik zei: ‘hier stoppen we nu definitief mee!’. We hielden bij welke aanvragers ons alleen maar gebruikten om prijzen te verzamelen en confronteerden hen met hun werkwijze. Het ging alleen om geld. En dat gaat ten koste van kwaliteit.”

Langzamerhand deed een nieuwe manier van werken zijn intrede: “We begaven ons op het pad van het bieden van ondersteuning in de aanbesteding. In overleg met onze opdrachtgevers -vooral bouwbedrijven- bezochten we hun opdrachtgevers, de overheid bijvoorbeeld. Zo konden we support bieden door aan de hoofdopdrachtgever met de juiste argumenten duidelijk te maken wat de beste oplossing is en welk specialisme daarvoor benodigd is. Bij onduidelijke aanvragen vooraf in gesprek gaan, zorgen voor opheldering. Met dit soort stappen in onze aanpak konden we ons veel meer focussen en zoeken naar de perfecte oplossing. Gesteund door de engineeringafdelingen van onze leveranciers (gieterijen en betonfabrikanten) is Nering Bögel een pad gaan volgen naar perfectie, in dienst van de markt. Wij accepteren dat die werkwijze ons soms opdrachten kost, we respecteren ieders keuze.”

Nering Bögel begeleidt indien nodig de uitvoering van grotere projecten met eigen mensen.

Een groeicurve die niet afneemt

De ingeslagen weg zorgt ervoor dat Nering Bögel kan blijven leren, zich verder kan ontwikkelen en voorop kan blijven lopen als het gaat om innoveren. “We staan nog maar aan het begin, als je het mij vraagt. Dat we zijn gegroeid van kolkenleverancier naar techbedrijf op watermanagementgebied wordt bewezen door het feit dat we onze eigen producten ontwerpen en/of bestaande productlijnen aanpassen, naar eigen goeddunken. Doordat wij daardoor in waarde stijgen, groeien onze klanten met ons mee. Uiteindelijk profiteert het hele land daarvan”, zegt Janssen tot besluit. “We zijn een bedrijf van generaties, voor generaties.”

Goed watermanagement betekent ook droogtemanagement

NeringBogel_planinterview_0002
Lees het gehele artikel

Ten tijde van dit schrijven staat het nieuws bol van de berichtgeving over extreme wateroverlast in Nederland, ten gevolge van heftige regenbuien. Het bizarre is dat deze plotseling optredende problematiek letterlijk volgt op het vorige probleem: water te kort, door aanhoudend warm weer. Er zitten letterlijk nog geen twee dagen tussen berichten als “vul je zwembad niet om water te sparen” en “vakantiepark overstroomd”. De klimaatverandering valt niet te ontkennen. Watermanagement is daarmee belangrijker dan ooit geworden.

Richard Janssen, eigenaar en directeur bij Nering Bögel, praat met ons over mogelijke oplossingen om twee vliegen in één klap te slaan. “Goed watermanagement betekent ook droogtemanagement”, zegt hij. Eind 2018 lanceerde Nering Bögel de prijsvraag ‘droge voeten Nederland’ (zie GWW 6 – 2018, red.) Janssen: “We hebben een “waterdenktank” kunnen vormen met 15 universitaire studenten met de opdracht ideeën te produceren om anders dan bufferen en infiltreren het wateroverlastprobleem het hoofd te bieden. Ja, revolutionair waren ze zeker, maar nog niet in de huidige tijd haalbaar. Wellicht in de toekomst…”

Regenwater opslaan

Janssen vervolgt zijn verhaal: “We zullen voorlopig op een mechanische manier de wateroverlast en droogte te lijf moeten gaan. Door de klimaatverandering is de balans tussen nat en droog verstoord geraakt. Te veel water in een kort tijdsbestek, of te weinig water over een langere periode van hitte. We zullen die enorme plens water die telkens over ons heen komt moeten ‘bewaren’ voor periodes van droogte. Dat betekent dus dat we het water niet meer ‘rücksichtslos’ moeten afvoeren, maar moeten gaan bufferen. Dat vraagt om een kantelmoment in ons ‘riooldenken’.”

Bufferen en infiltreren zijn nu de enige mogelijkheden die in de praktijk gerealiseerd kunnen worden. “Dat begint al bij je eigen huis, waar meer groen en minder tegels of beton al een bijdrage kunnen leveren. Toch is dat een druppel op de gloeiende plaat”, oppert Janssen. “De extremen nemen naar verwachting alleen maar toe. Dat vraagt om regelbare opslagbassins en begint bij het zo optimaal mogelijk benutten van ons bestaande rioleringsstelsel. Onderhoud is het sleutelwoord, voorkomen van verstoppingen door straatvuil en bladeren, zorg dat lucht uit buizen kan ontsnappen. Een luchtbel die niet weg kan, functioneert als een afsluiter. Houdt de afwaterpunten -kolken en goten- goed schoon. Installeer voldoende pompputten op de cruciale plekken, zodat deze het overtollige water naar grotere buizen of bufferputten kunnen pompen. Daar kan het water dan tijdelijk worden opgeslagen.”

Zorg dat de kwaliteit van het opgeslagen water goed is en blijft

Met het opslaan van hemelwater alleen ben je er nog niet, leren we. Janssen legt uit: “In principe is hemelwater vervuild. Het neemt namelijk straatvuil en olie mee. Daarom is het belangrijk om het gebufferde water ook te zuiveren van vaste delen en olieachtige substanties, zodat het direct klaar is voor gebruik, wanneer er droogte dreigt.”

Putdeksels voorzien van ontluchtings-mogelijkheden

Een bekend probleem bij wateroverlast is dat putdeksels de vrije loop krijgen bij overdruk vanuit de riolering. Levensgevaarlijk, is de mening van Janssen. “Je ziet de opening van het riool niet en weet ook niet waar de deksel ligt. Daarom moeten deksels een ontluchtingsinrichting krijgen, dan kan de lucht uit het riool. Door de deksel aan de rand te borgen blijft deze vervolgens op de juiste plek. Dat zijn simpele maatregelen die in principe direct uitvoerbaar zijn en alvast veel leed voorkomen en overlast beperken.”

Hoe een goed afwateringssysteem met bufferopslag eruitziet, wil Janssen tot besluit graag toelichten in een speciaal daarvoor gemaakte serie afbeeldingen.

1: Ondergrondse buffertank voor duizenden m3 opslag.
2: Ondergrondse waterzuivering van het bufferwater. 
3 en 4: Distributie regenwater vanuit bufferopslag via regelkleppen en pompsystemen naar gebruikers. 
5: Aangepaste straatkolken voor regenwaterafvoer (onder) snelweg, zeer eenvoudig en energieloos.
6: Kolk voor regenwater, grote vrije doorlaat met vuilvanger. 
7: Rioolontlastklep, putdeksel kan niet weg bij opstuikend water en ontlast de riooldruk.

Over historie in watermanagement gesproken

productieloods-kopieren
Lees het gehele artikel

Koning Willem-Alexander kondigde in 1997 aan zich te willen verdiepen in watermanagement. Alhoewel de term op dat moment nog niet algemeen bekend was, had het overgrote deel van de Nederlandse bevolking daar wel een gevoel bij: immers, Nederland is een land dat zich door de hele historie heen bezighoudt met water. Door het tegen te houden, om te leiden of weg te halen.

Wanneer we spreken over watermanagement, dan komt automatisch de naam Nering Bögel naar boven. Er is bijna geen straat te vinden in Nederland waar geen gietijzeren kolk of putdeksel in ligt met daarop Nering Bögel geschreven. Een goede aanleiding om te praten met eigenaar en directeur Richard Janssen, over de geschiedenis van zijn bedrijf.

De familie Nering Bögel verkeerde in hoge staatskringen. Hier is de Sultan van Djokjakarta (Hamangkoe Boewono VII) op bezoek bij de gieterij, samen met Johan Laurents Jr. en Willem Nering Bögel. Circa 1900.

 

Het verhaal begint in 1696…

We komen Nering Bögel werkelijk overal tegen. ‘Jullie zijn nog Nederlandser dan de Nederlandse vlag’, merken we op. Janssen lacht en antwoordt: “Sterker nog, we zijn ouder dan de rood, wit en blauwe Nederlandse vlag. Aan het eind van de 17e eeuw werd een zekere heer Hendrik Lindeman geboren in Deventer. Hendrik Lindeman ontpopte zich als zeer divers ondernemer, en bouwde o.a een ijzermolen en legde hiermee de basis voor het latere Nering Bögel.”

Gieters bij een koepeloven, omstreeks 1900.

 

“De Ysermoole” te Deventer, anno 1755, in handen van Nering Bögel in 1829

De ijzergieterij kent onder Lindeman een evenzo turbulente geschiedenis als de man zelf. Maar in 1829 komt de gieterij in handen van de Zutphense rechter Herman Adriaan Nederburgh en diens schoonzoon Johan Laurents Nering Bögel. Deze laatste kreeg de dagelijkse leiding en zijn schoonvader zou zorgen voor het verkrijgen van internationale opdrachten uit zijn indrukwekkende netwerk.

“Daar komt dus voor het eerst de naam Nering Bögel in beeld”, vertelt Janssen. “Johan Laurents Nering Bögel kreeg het gietijzer ‘met de paplepel’ ingegoten. Het Duitse geslacht Nering Bögel bestond van oorsprong uit officieren, hoge ambtenaren en ondernemers.

De derde generatie aan het roer

Het bedrijf komt na de derde generatie ‘Nering Bögels’ in 1865 in handen van zijn zoons Johan Frederik en Willem Frederik. In 1877 trekt Johan Frederik zich terug uit de onderneming en draagt de fakkel over aan zijn eigen zoon, Johan Laurents junior. Deze had een opleiding gevolgd aan de Technische Hogeschool in Hannover. Onder zijn leiding wordt het Deventer fabrieksterrein flink uitgebreid, met als klapstuk de aansluiting op het spoor in 1879. De goede naam van het bedrijf is onkreukbaar en iedereen doet graag zaken met Nering Bögel. In die tijd bewogen de ‘Nering Bögels’ zich in de hoogste kringen. De directeurswoning kon rekenen op hoog bezoek, onder andere van Koning Willem III en de Sultan van Djokjakarta, Hamangkoe Boewono VII.”

Johan Laurents Nering Bögel, de grondlegger van het Nering Bögel imperium.

 

De stap naar kolken en putdeksels wordt gemaakt…

Wanneer in 1909 Johan Frederik junior op 35-jarige leeftijd overlijdt, komt het bedrijf in handen van Johan Laurents junior. Diens zoon, Jacobus Albertus Constant Nering Bögel, studeerde af aan de universiteit van Sheffield en neemt de leiding over de Deventer IJzergieterij. Zijn bijnaam: mijnheer Coos. “Vanaf 1911 is hij de enige directeur, dit blijft hij tot aan het faillissement in 1932, veroorzaakt door de crisis. Coos Nering Bögel vertrok naar Wassenaar, om daar een technisch bureau aan huis te beginnen”, vertelt Janssen. “Zijn specialisatie? Gietijzeren enkel- en meervoudige afdekkingen voor rioleringsputten. Deze werden in zijn opdracht gegoten in de NV IJzer- en Metaalgieterij De Globe, in Tegelen.”

We schrijven inmiddels 8 juli 1950. Het technisch bureau van Nering Bögel wordt een volle dochter van De Globe. “De naam Nering Bögel werd behouden. Tot 1955 werkte Coos vanuit Wassenaar, in datzelfde jaar verhuist Technisch Bureau J.A.C. Nering Bögel naar Weert”, schetst Janssen. Premier Den Uil sloot in 1960 de Staatsmijnen, om de ontstane werkeloosheid te remmen werd de Oranje Naussau Groep opgericht om potentiale bedrijven op te kopen en uit te breiden. Nering Bögel werd ook gekocht. Daarna komt het bedrijf nog enkele malen in andere handen, het was een onrustige tijd.”

Een rekening van Nering Bögel uit 1879, gericht aan het Krankzinnigen Gesticht, het latere Brinkgreven in Deventer. De levering behelst klepjes voor gaslicht en ovale raampjes, voor de somma van Hfl. 85,20.

 

De weg naar de huidige situatie

Begin jaren ’90 was de markt voor afscheiders in Nederland erg interessant en Nering Bögel was daar marktleider in. Reden voor het Duitse Buderus om in 1995 tot aankoop van Nering Bögel over te gaan. “Vlak voor die overname trad ik in dienst bij het bedrijf, als verkoopdirecteur”, licht Janssen toe. “Met een trackrecord in de ontwikkeling van systemen voor de off-shore industrie zat ik als techneut als een vis in het water. Prioriteit één was voor mij productverbetering en innovatie. Zo kregen we in een rap tempo onze keuringscertificaten voor elkaar en concentreerden we ons op wat de markt vroeg; vooral gecertificeerde kolken en putranden. Met een slimme vorm van outsourcing en intelligent voorraadbeheer kwam Nering Bögel weer op volle oorlogssterkte.”

De inspanningen van Janssen deden het bedrijf goed. Dat bleef niet onopgemerkt bij Buderus: zij promoveerden hem tot algemeen directeur in 2002. “Onze omzet verdubbelde in 10 jaar tijd tot ongeveer 13 miljoen euro. Er kwam echter geen rust, want in 2003 werd de Buderus groep overgenomen door de Robert Bosch Groep, die eigenlijk alleen de verwarmingstak van Buderus wilde hebben. Nering Bögel stond weer in de etalage en werd verkocht aan Investeringsmaatschappij Orlando, uit München. Ook zij hadden het plan om weer snel van Nering Bögel af te geraken.” Janssen besefte dat dit een kwestie was van ‘nu of nooit’. Tot grote verbazing van het grote Orlando presenteerde hij zich als particulier koper van ‘zijn’ onderneming. Hij vertelt: “Het lukte me om Orlando te overtuigen van het slagen van zo’n overname, geholpen door het feit dat ik ook het geld bij elkaar heb weten te krijgen. Sinds 2 juni 2006 ben ik 100% eigenaar van Nering Bögel en we staan helemaal op de kaart in Nederland en heerst er rust in het bedrijf.”

De rust waar Janssen over spreekt, gaat dan vooral over het creëren van een aangename werkplek voor de medewerkers en goede partnerschappen met toeleveranciers en klanten. Op het gebied van ontwikkeling en verkoop zal het nooit rustig worden, daarvoor is Janssen te gepassioneerd. “Ook al heb ik de dagelijkse leiding uit handen gegeven, ik doe er alles aan om de concurrentie een stap voor te blijven. We liggen in elke straat in Nederland en zijn niet van plan te wijken. Ook in nieuwe straten zien we graag ons logo terug. En het belangrijkste: we zijn het aan onze historie verplicht om aan de basis te blijven staan van een droog en waterveilig Nederland.”.     

In de goot, uit de problemen

bircomax-i_hafen-lauterbourg-einbau-kopieren
Lees het gehele artikel

De afvoer van hemelwater, met name in binnenstedelijk gebied, houdt de gemoederen flink bezig. Niet voor niets initieerde Nering Bögel het spraakmakende ‘Waterquest’, de denktank waarbinnen naar non-conventionele oplossingen wordt gezocht om in de toekomst het hoofd te bieden aan de toenemende regenval. We spreken met Toin Bongers, operations director bij Nering Bögel.

Waterquest heeft ons veel inzichten gegeven, zowel aan de kant van de problematiek als aan de kant van mogelijke oplossingen. Er zijn ideeën ontstaan die het verdienen om verder onderzocht te worden. Toch gaat het ‘normale leven’ ook gewoon door en zullen we op een ‘hands on’ manier ook moeten zoeken naar praktische oplossingen voor waterafvoer, voor de korte termijn. Zo’n oplossing hebben we nu in handen!”

Nering Bögel Waterquest Max-i systeem

De Max-i goot is EN1433 gecertificeerd en beschikt over gietijzeren sleuf- of maasroosters.

 

Water bufferen voor latere toepassing

“Afwateringssystemen kunnen we grofweg in twee categorieën onderverdelen. In punt- en lijnafwatering. Bij puntafwatering moet je denken aan een kolk, bij lijnafwatering aan een lange goot met roosters, minder diep. In beide gevallen wordt het water afgevoerd naar een grote put of waterbekken. Van daaruit wordt het kostbare water verder getransporteerd richting rivieren, uiteindelijk de zee in”, schetst Bongers. Dan heb je in feite te maken met twee problemen: ons afwateringsstelsel is aangelegd volgens een oud principe en nooit berekend geweest op de huidige hoeveelheid water die het te verduren krijgt, met overstromingen als gevolg en al dat regenwater wordt zonder er iets nuttigs mee te doen het land uitgestuurd. Dat is zonde.”

Nering Bögel ging in gesprek met het Duitse Birco, waar men de Max-i goot heeft ontwikkeld. Bongers: “Wij gaan onder onze eigen Brand het Max-i systeem in Nederland introduceren. Dit systeem kun je zien als een xxl-goot. De betonnen goot is vele malen dieper dan de bestaande lijnafwatering die we kennen. Overtollig regenwater blijft achter in de goot, die als waterbuffer functioneert. Daarmee maak je het water direct beschikbaar voor nuttige toepassingen, wanneer nodig. In tijden van droogte bijvoorbeeld, zoals we de afgelopen hete zomers hebben meegemaakt. Met de Max-i kunnen we het hoofd bieden aan twee extreme weersituaties, een waarbij er zoveel water ineens uit de hemel komt vallen dat bij normale goten de afvoercapaciteit tekort zou schieten en een waarbij door extreme droogte er een water tekort ontstaat.”

Verhoogde veiligheid bij nat weer in Baden-Baden, dankzij Max-i.

 

Volledig van beton en gecertificeerd

De Max-i goot is volledig van beton en dermate sterk, dat deze rechtstreeks gelegd kan worden. “Zonder verdere ommanteling, die je bij traditionele goten wel nodig hebt. Dat bespaart ruimte, materiaal en tijd. De Max-i goot is EN1433 gecertificeerd en beschikt over gietijzeren sleuf- of maasroosters. Of er nu loopverkeer of zwaar vrachtverkeer overheen gaat, het maakt allemaal niet uit. Er kan een Boeing overheen rijden zonder enig probleem. Daarom wordt deze goot al toegepast op vliegvelden.”

De Max-i is volgens Bongers relatief duur vergeleken met traditionele afwateringssystemen, maar dan vergelijk je ook appels met peren. Bongers licht toe: “In Duitsland en Frankrijk wordt Max-i al toegepast, er zijn pilots op vliegvelden en in havengebieden waar er zware eisen aan de afwatering worden gesteld. Tot nu toe wordt er rechtstreeks aan de eindklant geleverd, dat zijn voorschrijvers, luchthavens en lokale autoriteiten. Zo zullen we in Nederland Max-i in eerste instantie ook gaan vermarkten; door dit systeem rechtstreeks aan te bieden, waarbij we helder zullen maken dat het zinvol is om Max-i preventief in te gaan zetten.”

Installatie bij een wasstraat in Frankrijk.

 

Proven technology die een stap verder gaat

Volgens Bongers is het noodzakelijk dat er anders gedacht gaat worden over afwatering. “Je moet verder durven denken dan de bestaande gootsystemen. Risico’s loop je niet met Max-i, omdat alles is ontworpen en uitgevoerd op basis van ‘proven technology’. Het idee is alleen -letterlijk en figuurlijk- verder uitgediept.” Nering Bögel Max-i is in verschillende breedtes en dieptes beschikbaar, al naar gelang waar de situatie om vraagt. Tot besluit zegt Bongers: “Anders denken is dus noodzakelijk, maar daarna geniet je ook van een echte oplossing. We denken hiermee een grote slag te kunnen maken, in eerste instantie richting luchthavens, havens en logistieke centra. Natuurlijk is het zo dat onbekend onbemind maakt. Daarom wil ik iedereen die interesse heeft uitnodigen om ons te bezoeken  op de Dag van de Openbare Ruimte 2020, op 30 september en 1 oktober 2020 in de Jaarbeurs Utrecht of al eerder, op de RioleringsVakdagen 2020 in Gorinchem, op 17, 18 en 19 maart aanstaande.”