Tagarchief: Max Bögl

Wij bouwen bruggen tussen digitale en fysieke omgeving

Heathrow-PNG
Lees het gehele artikel

Daardoor neemt de behoefte aan digitale bouwoplossingen toe. En hoewel de stap naar digitaal werken een heel logische is, is het overbruggen van de kloof tussen de digitale en fysieke omgeving soms een behoorlijke uitdaging. Thinkproject ondersteunt deze digitale transitie met strategieën, concepten en sofwareoplossingen waarbij BIM-implementatie, strategische samenwerking en informatiemanagement centraal staan.

Een ambitieus project zoals De Fehmarnbelt-tunnel, kent vele stakeholders en gebruikt de BIM-softwareplatform van Thinkproject als a single source of thruth om mensen, data en informatie met elkaar verbinden en gedurende de volledige project life cycle te ondersteunen. (Beeld: Fermern A/S)

Intelligente softwareoplossingen

Thinkproject is sinds de oprichting in 2000 uitgegroeid tot een toonaangevende leverancier van intelligente oplossingen voor projectsamenwerking en informatiemanagement. “Vanuit de diverse vestigingen door Europa, bedienen we onze klanten in hun eigen taal. Letterlijk én figuurlijk”, zegt Jules van der Weide, managing director bij Thinkproject. “Onze branchedeskundigen beschikken over de benodigde inhoud en expertise om de juiste adviezen, software en service op het gebied van bouwintelligentie te leveren. Ze hebben veelal een achtergrond in civiel, bouwkunde, architectuur of IT. Die kennis en ervaringen vanuit de praktijk combineren we met de expertise op IT-gebied en de intelligentie die je uit data kunt halen. Zo ontstaan nieuwe inzichten hoe je projecten beter kunt managen en hoe je vroegtijdig bij kunt sturen. Allemaal met als doel: het project naar een hoger niveau tillen op het gebied van efficiëntie en duurzaamheid.”

Jules van der Weide, managing director bij Thinkproject.(Beeld: Thinkproject)

Maak complexiteit weer simpel

Van der Weide benadrukt dat het daarbij belangrijk is om de complexe materie weer simpel te maken. “De software moet eenvoudig in gebruik zijn en niet te veel ballast dragen in dagelijks gebruik. Daarom is ons systeem modulair en op maat opgebouwd: van ontwerp tot ontwikkeling en beheer met alle tussenliggende bouwfases van het project. Ook is het relevant dat het systeem flexibel is en direct aangepast kan worden aan de processen van de klant en voldoet aan alle wet- en regelgeving.” Dat maakt de oplossingen van Thinkproject uniek. “Het systeem kan de gehele levenscyclus van een object ondersteunen maar is gericht op waar de gebruiker vandaag mee bezig is en uit te breiden met waar de gebruiker morgen mee aan de slag gaat.”

Een complex project zoals De Entree in Amsterdam, kan niet zonder een goede digitale infrastructuur. Max Bögl & Partners maken daarvoor gebruik van het thinkproject Common Data Environment (tpCDE). (Beeld: Max Bögl)

Common Data Environment en BIM

Als softwarehuis maakt thinkproject applicaties en platforms om de brug te slaan tussen de digitale en fysieke bouwomgeving. Daarbij spelen BIM-implementatie en Common Data Environment (CDE) een grote rol. “Informatie- en communicatievoorziening middels een workflow zorgt ervoor dat alle partners die verbonden zijn aan het project data-centric gericht kunnen werken. Wij faciliteren de project- en de bouwfase in één en leggen de focus op informatiemanagement en het samenwerken in bouwprojecten. Samenwerken kan alleen succesvol zijn met behulp van een gemeenschappelijke gegevensomgeving waarin alle projectinformatie samenkomt.” Van der Weide beseft dat de aanpak meer bekend is voor gebouwen maar geeft aan dat Thinkproject dit heeft toegespitst op infrastructurele projecten. “Daar zijn we heel ver in: zo is onze applicatie thinkproject Common Data Environment (tpCDE) in Duitsland zelfs marktleider en het feit dat we dit gecombineerd hebben met BIM-methodieken maakt ons uniek.”

Havelland Autobahn, consortium van BAM PPP met PGGM en de HABAU Group, heeft the building SMART International Award 2020 Special Mention gewonnen mede dankzij de BIM-solution van Thinkproject, aldus Thomas Tschickardt – BIM-engineer bij BAM. (Beeld: AlbrechtsBesteBilder)

Van der Weide noemt tot slot enkele prachtige projecten als De Entree, Fehmarnbelt Tunnel (D), Deutsche Bahn (D), Havellandautobahn en Heathrow Airport, waarbij Thinkproject platformen hebben geleid tot betere samenwerkingen. Veelal complexe projecten waar in Thinkproject data en kennis zijn omgezet in onmisbare assets zodat de belanghebbenden in het bouwproject op elk moment van de bouwfase konden beschikken over de juiste data en expertises binnen het project. Van der Weide: “Het is mooi dat onze oplossingen zo gecombineerd kunnen worden dat ze verschillende processen en fasen van een bouwproject kunnen ondersteunen.”     

Bouw fietsenstalling Stationsplein is een logistiek huzarenstuk

Lees het gehele artikel

Ik ben in gesprek met Maarten Struijs, projectleider fietsenstalling bij Max Bögl & Partners. “Valt het je niet op hoe netjes en geordend alles eruitziet?”, vraagt hij. Dat moet ik beamen. “De grootste uitdaging bij het bouwen van deze fietsenstalling is het werken in een beperkte ruimte. Door slim om te gaan met de logistiek en de ruimte die we wel tot onze beschikking hebben, loopt alles gesmeerd en veroorzaken we zo weinig mogelijk hinder.”

De grens van het bouwterrein is een trambaan

“Maar liefst 75% van de ruimte net buiten ons bouwterrein bestaat uit trambaan. Dat maakt dat je aan die zijden geen ruimte hebt voor aan- en afvoer of opslag. Er blijft dus bitter weinig over aan ruimte, maar we zijn er goed in om juist daar het beste van te maken. Dat vraagt om oplossingen die net even anders zijn dan normaal”, vervolgt Maarten. “Transport en logistiek moeten zo compact mogelijk worden uitgevoerd. De meeste aanvoer van materialen doen we met schepen die we binnen het bereik van onze torenkraan kunnen lossen. Eigenlijk net als vroeger en ook best logisch, als je bedenkt dat Amsterdam zeer waterrijk is. Een mooie bijkomstigheid is natuurlijk dat aanvoer over het water sowieso minder hinder veroorzaakt. Geen belasting voor het stadsverkeer, geen geluidshinder en CO2-vriendelijker.”

De bouwplaats wordt omgeven door trambaan.

Maarten geniet van het uitzicht op de bouwkuip: “Het verveelt nooit. Ik werk sinds 2003 in de binnenstad van Amsterdam op projecten en ben dus wel gewend aan werken in een beperkte ruimte. Het project fietsenstalling is echter een topper als het om de uitdaging gaat. Het scheelt enorm dat we uit ervaring weten wat de wensen en eisen van de gemeente Amsterdam zijn, dat geeft rust en voorkomt onnodig veel over en weer communiceren. We kennen bovendien de stad als onze broekzak en kunnen daarom creatief omgaan met logistieke vraagstukken. ‘Nothing beats experience’, zullen we maar zeggen.” Het team dat door Maarten wordt aangestuurd heet CIA, ofwel Constructies, Installatie en Afbouw. “De damwanden zijn gerealiseerd door onze partner de Beens Groep, het onderwaterbeton en het leegpompen vallen onder de competenties van CIA.”     

Maarten Struijs, projectleider fietsenstalling bij Max Bögl.

Van 3D-model naar de realiteit

Maarten en zijn team werken met hart en ziel aan het project. “Ik geniet van elke fase. Wat we nu bouwen, kennen we al lang door het 3D-model dat is gemaakt. Je start vanuit het niets en langzaam zie je iets ontstaan, zie je wat er virtueel gepresenteerd is werkelijkheid worden. Dat geeft best een kick”, schetst Maarten. Op het moment van dit interview worden de kolommen geplaatst en wordt de laatste wapening aangebracht. “Ook is de laatste vloermoot gestort. De werkzaamheden aan de wanden en de kolommen zijn nu actueel. Op de onderwaterbetonvloer ligt een 80 cm dikke betonvloer, die onderdeel is van de gesloten constructie van de bouw. Op de kolommen wordt straks een bekistingsconstructie gerealiseerd, voor het storten van elf dakmoten. Deze worden dus allen in situ gestort.”

‘Teamwork makes the dream work’, ook in de bouwkuip.

Eigen opslag en overslag hub

Max Bögl & Partners heeft in het Westelijk Havengebied een eigen opslagterrein, een eigen logistieke hub. Deze ligt in de buurt van de hub van sleepdienst Blom. Maarten: “Deze hub maakt het mogelijk om zoveel mogelijk via het water aan- en af te voeren. Nogmaals, geen file, geen verkeershinder, nagenoeg geen overlast voor de omgeving en minder CO2-uitstoot. Voor mij is het grote voordeel dat ik veel beter ‘just in time’ leveringen kan inplannen, als het om aan- en afvoer gaat. Dat geeft rust en overzicht, met een merkbare positieve invloed op de bouw. Betonmortel wordt wel over de weg aangevoerd, dat gaat helaas (nog) niet anders. De pompen staan op de Prins Hendrikkade aan de westkant, met een pompleiding onder de weg door, de bouwkuip in. We proberen continu slim te werken en dat lukt. Door de schaarse ruimte niet vol te proppen met opslag, maar slim in te zetten op alternatieve vormen van logistiek is alles prima onder controle.”

Werkzaamheden aan de wanden.

Toekomstige ontwikkelingen bij de toegang

De focus ligt nu op de vloeren, daarna op de wanden. “Als die gerealiseerd zijn, is het dak aan de beurt. Ook de kadeconstructie voor rondvaartboten wordt dan gerealiseerd. De toegangszone van de stalling wordt nog ontwikkeld, met schuine bakken waarin de rolbanden komen. Deze liggen in een hellingshoek van 11 graden, zo kom je straks de fietsenstalling binnen. Ook dat is een huzarenstukje. Als het dak dicht is concentreren we ons op de installaties en onderbouw van de stalling. Dan komen de fietsenrekken erin en worden de glazen wanden geplaatst. Installatietechniek Louwer uit Oudewater neemt het E+W-gedeelte voor haar rekening. Schindler verzorgt de rolpaden en roltrappen, de Nederlandse Natuursteen Industrie levert het natuursteen voor de afbouw. De glazen puien komen van Interior Glassolutions.”

Op het moment van dit interview worden de kolommen geplaatst en wordt de laatste wapening aangebracht.

‘Teamwork makes the dream work’

Maarten praat met een zekere vanzelfsprekendheid over de rust en regelmaat binnen het project, maar realiseert zich ook dat dit best bijzonder is. “Hoe ik het zie? Het is niet nieuw voor ons. In verschillende rollen bij Max Bögl heb ik vaker met dit bijltje moeten hakken. Alles loopt ook bij dit project op rolletjes, de magie hierachter zit hem vooral in een goede planning, kunnen putten uit ervaring, op tijd beginnen met het uitdenken van oplossingen voor problemen en… het samenstellen van een perfecte combinatie aan partners. Dat laatste is enorm belangrijk en tevens een kwaliteit van Max Bögl. Ieder lid van Max Bögl & Partners is geselecteerd op basis van zorgvuldig opgestelde criteria. We laten gewoon niets aan het toeval over. Communicatie speelt binnen het werkveld een sleutelrol, maar dat moge duidelijk zijn. Teamwork makes the dream work!”

Wat we nu bouwen, kennen we al lang door het 3D-model dat is gemaakt.

Beton uit eigen keuken

Om snel, efficiënt en met de juiste borging van kwaliteit te kunnen werken, betrekt Max Bögl de betonnen kolommen uit hun eigen fabriek, in Hamminkeln (Duitsland). “Dat is net over de grens, bij Emmerich”, licht Maarten toe. “Zo borgen we de kwaliteit en houden we de prijs onder controle. Ons credo is dat wat we zelf goed kunnen, doen we ook zelf. Als anderen iets beter kunnen, dan halen we hen als partner binnen in het project. Ook de torenkraan op de bouw komt uit eigen stal. We beschikken over een groot eigen materieelpark, waartoe ook deze torenkraan op rails behoort.”

Door de coronamaatregelen was het een hele uitdaging medewerkers op de bouwplaats te krijgen en houden.

Maarten kijkt nog een keer over de bouwkuip heen en zucht: “Heerlijk dat alles zo geordend verloopt. Maar door de coronapandemie zijn we wel voor nieuwe uitdagingen gesteld. Een deel van de medewerkers  is niet woonachtig in Nederland. Door de reisbeperkingen en de aanvullende wet- en regelgeving is het voor ons een hele uitdaging mensen op de bouwplaats te krijgen en houden. Hetzelfde geldt voor leveringen uit het buitenland en de 1,5 meter-maatregelen. Met zijn tienen schaften in een pipowagen was er ineens niet meer bij natuurlijk. Door in vaste koppels en ploegen te werken, eisen te stellen aan de maximale bezetting, bezoek te beperken en de keetvoorzieningen uit te breiden, zijn de effecten beheerst en is een bouwstop voorkomen. Wat de huidige en toekomstige maatregelen betekenen voor de planning en uitvoering, is nu nog koffiedik kijken. We zijn allemaal enorm trots op dit project en dat maakt de onderlinge sfeer ook nog eens meer dan goed.”     

De kracht van Brabant aan het werk in hartje Amsterdam

,Werkzaam bij het Singel
Lees het gehele artikel

Ze zijn specialist in uitwerken, engineeren, bouwen, onderhouden en beheren van infrastructuren voor water, energie en telecommunicatie. Van den Heuvel Aannemingsbedrijf werkt als partner van Max Bögl aan project De Entree. Marc Teeuwen, projectleider, vertelt over de verrichtingen van de specialist uit Heesch.

“Het is een project met de nodige uitdagingen, alle disciplines in de grond liggen over elkaar heen gestapeld”, opent Marc het gesprek. “Je kunt het bijna met een archeologisch oog bekijken: de oudste leidingen zijn water-, elektriciteits- en rioolleidingen. Daar zijn later glasvezel-, VRI- en trambesturingsleidingen overheen gelegd, alsmede de voeding voor de tram. De weg is al eens verschoven, de meeste leidingen zijn echter blijven liggen.”

Plaatsen nodulaire gietijzeren waterleiding, Prins Hendrikkade.

Ruim baan maken binnen een beperkte ruimte

“Alle leidingen moeten worden verlegd ten behoeve van de nieuwe maaiveldinrichting. Dat betekent dat we ruim baan moesten maken binnen een beperkte ruimte. Ook wij kwamen voor verrassingen te staan, bijvoorbeeld een telecombedrijf dat slechts één lijn heeft gezet op de KLIC-melding, maar waarvan we er vervolgens 10 tegenkomen. Of een ondergrondse kademuur die ineens opduikt in het werk, bij de Prins Hendrikkade/Martelaarsgracht.” Het werk zelf wordt ook bemoeilijkt door de omstandigheden: “Zie maar eens een bouwput van 4 meter diepte te creëren om een stalen leiding te vervangen van 100 cm op een relatief klein werkterrein, midden op het drukste punt van de stad. Gelukkig hebben we de expertise daarvoor in huis.”

Veilig werken is prioriteit nummer één

Volgens Marc is het een veiligheidsuitdaging om te moeten werken ‘met de winkel open’. “Er bevinden zich normaliter zo’n 65.000 passanten op de plek waar nu een enorm gat van 4 meter diep zit. Dankzij goed overleg en gedegen kennis bij alle partners werken we toch veilig voor iedereen.” Het is een kwestie van goed plannen, meent Marc. “We maken continu bypasses, leggen nieuwe leidingtracés aan, moeten leidingen overschakelen. Dat vraagt om een strakke planning.” Over de samenwerking binnen Max Bögl & Partners zegt Marc tenslotte: “Goede communicatie, open en transparant, elkaar waarderen en van elkaar leren, dat kenmerkt dit project. Erg prettig dus!”     

Integraal samenwerken bij De Entree van Amsterdam

beens_2_20181031.entree-amsterdam-4
Lees het gehele artikel

In opdracht van de gemeente Amsterdam wordt het gebied voor Amsterdam Centraal vernieuwd. Als partner van hoofdaannemer Max Bögl realiseert Beens Groep diverse onderdelen van dit complex stuk infrawerken. Beens Groep is een landelijk opererend waterbouwbedrijf en al meer dan 60 jaar specialist in constructieve waterbouw en baggerwerk. 

Karst-Jan Beens, algemeen directeur van Beens Groep vertelt: “We verzorgen onder meer de aanleg van nieuwe kades en tijdelijke steigers voor de rondvaartboten. De baggerwerken worden uitgevoerd door dochterbedrijf Beens Dredging. En we plaatsen de damwandconstructie voor de fietsenstalling onder de waterspiegel. Aan het eind van dit grootschalige project plaatsen we de definitieve steigers. Erg mooi dat alle disciplines van Beens Groep aan bod komen binnen dit project.”

Communicatie met alle stakeholders essentieel
Het is een uitdaging om te werken in het drukste gebied van Amsterdam, waar vele mensen, trams, scheepvaart én veel stakeholders zijn. Fred Groot, projectmanager Natte Infra: “Ook onder de waterspiegel is het druk. Daar ligt de nieuwe Noord/Zuidlijn en vele kabels en leidingen. Het is een complexe operatie waarin communicatie met alle stakeholders essentieel is.” 

Beens Groep

V.l.n.r. Gijs Methorst (bedrijfsleider Beens Dredging) – Fred Groot (projectmanager Natte Infra) – Gert Beens (uitvoerder Waterbouw) – Karst-Jan Beens (algemeen directeur Beens Groep).

Beens Groep

Realisatie van nieuwe kadeconstructies.

Gert Beens, uitvoerder Waterbouw, vertelt dat de aanvoer van materieel en materialen door de lage bruggen als voorbeeld een complexe operatie is. “De Beens-kranen worden gedeeltelijk gedemonteerd en in onderdelen in beunbakken naar de bouwplaats vervoerd. Daarmee komen we meteen ook tegemoet aan de wens van de gemeente Amsterdam.” Met het programma Amsterdam Vaart streeft men naar schonere en slimmere stadslogistiek, waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden van bouwtransport over water. Gijs Methorst, bedrijfsleider Beens Dredging, licht één van de uitdagingen bij de baggerwerkzaamheden toe: “Er wordt een groot deel van de Prins Hendrikkade afgegraven. Zo wordt het water van het Open Havenfront groter. De volledige hoeveelheid afgegraven grond dienen we via het water de stad uit te krijgen. Ingewikkeld, door alle overige vaart, maar niet onmogelijk! Het vraagt om een andere insteek dan uitsluitend uitvoerend bezig te zijn. Meedenken in de problematiek en kansen en uitdagingen bieden aan het projectteam in zijn geheel, dáár zit onze kracht.”

Beens Groep

Vanaf het water worden de waterbouwkundige werkzaamheden uitgevoerd.

Beens Groep

Het realiseren van tijdelijke voorzieningen voor de rederijen was nodig zodat het water vrij is om te bouwen.

Circulaire toepassing van grond
“We kijken ook hoe er zo milieuvriendelijk mogelijk gewerkt kan worden. Daar maken wij ons altijd hard voor. In dit project bijvoorbeeld wordt -naast vervoer van bouwmaterialen over water- de grond circulair toegepast bij andere projecten in de buurt. De enorme hoeveelheid afgegraven grond krijgt daarmee weer een nuttige bestemming.”

Functionaliteit van het gebied behouden, terwijl het werk uitgevoerd wordt én zo min mogelijk overlast bezorgen, dat is de opdracht. “Je wilt het ritme van de stad niet ontregelen.” Om het project in zijn geheel succesvol te laten zijn, is het belangrijk dat alle facetten perfect op elkaar afgestemd zijn. Iedereen heeft zijn eigen taken maar er is gezamenlijke inspanning nodig om het werk goed te realiseren. “Beens Groep is dé partner die integraal samenwerkt en meedenkt, in een bouwteam of als partner, en altijd van begin tot eind”, besluit Karst-Jan Beens.  

Beens Groep

Het is een hele uitdaging om de volledige hoeveelheid afgegraven grond over het water de stad uit te krijgen.

Amsterdam | De Entree

impressie-entree_westbrug
Lees het gehele artikel

Één grote schuifpuzzel

Het hele gebied aan de centrumzijde van Amsterdam Centraal krijgt een nieuwe inrichting. Meer ruimte voor voetgangers en fietsers, meer water en vooral minder auto’s. Van stationsgebouw tot Damrak en van Schreierstoren tot en met de Westertoegang wordt het gebied integraal vernieuwd in circa vijf jaar. Projectmanager Joost Beljon van Max Bögl & Partners kenmerkt het project als één grote schuifpuzzel, waarbij de ingrijpende werkzaamheden telkens gefaseerd worden uitgevoerd om zoveel mogelijk rekening te houden met het behoud van de functionaliteit van het gebied.

Hoofdaannemer Max Bögl houdt er een inter­essante filosofie op na over de invulling van het project. “Behalve het realiseren van de nieuwe objecten, is het vooral een grootschalige transformatie die we ter plekke organiseren”, zegt Beljon. “Daarom hebben we ons vanaf de tender al omringd met gespecialiseerde partners waarbij we samen als één team het project aanvliegen. Ter illustratie: dat gaat van advies op het gebied van mobiliteit, geotechniek en ontwerp tot uitvoerende partijen die de kabels en leidingen vernieuwen. Een bewuste keuze, maar essentieel om het project met al zijn verschillende disciplines te doen slagen.” 

Westertoegang en wijziging hoofdroutes
Het gebied rondom het centraal station is zowel op het land als op het water een gigantisch drukke plek. Het hele gebied gaat desondanks volledig op de schop om de ruimtelijke kwaliteit en aansluiting met de stad te verbeteren. Er komt meer ruimte voor de fietser en voetganger en minder ruimte voor autoverkeer. Om zo min mogelijk overlast te veroorzaken voor de omgeving is het project opgedeeld in fasen. Beljon: “We hebben eerst in de eerste helft van 2018 de Westertoegang aangepakt en verdiept om de zogeheten ‘knip’ te zetten, waarbij het doorgaand autoverkeer voortaan achter het station langs rijdt. Het gebied voor het station is autoluw gemaakt. De gemeente wijzigde de hoofdroutes tegelijkertijd met het moment waarop de Noord/Zuidlijn ging rijden, op 22 juli 2018. Dat was dus ook een harde deadline voor de openstelling van de Westertoegang. Op dat moment trad bovendien het nieuwe ov-plan in werking en werden allerlei bus- tramlijnen gewijzigd. Het hele deelgebied Westertoegang is dus naar voren gehaald qua ontwerp, vergunningen en werkvoorbereiding om maar tijdig in gebruik te kunnen nemen. En met succes.”

Fietsenstalling onder water
De Westertoegang en de wijziging in de hoofdroutes was in de faseringspuzzel dus een belangrijke stap, blikt Beljon terug. “Het feit dat het autoverkeer werd verplaatst, creëerde tevens de nodige werkruimte voor het verleggen van kabels en leidingen, het vernieuwen van de weginfra voor de toekomstige bouw van de fietsenstalling onder water. Momenteel zijn we ook bezig met het bouwen van de zogenaamde Cuyperstrap tussen de centrale stationshal (Cuypershal) en de metrohal. Dit doen we met behulp van een unieke vriestechniek, een specialisme van Max Bögl. Via de nieuwe trap kunnen reizigers straks binnendoor van de trein op de metro (en vice versa) overstappen. We creëren dus een extra verbinding onder de grond, waardoor er minder voetgangers zijn op het stationsplein. Zo komt er ruimte voor de vernieuwing van het complete stationsplein. De uitdaging van het bouwen hier zit hem niet zozeer in de doorlooptijd of in complexe constructies, maar vooral in het feit dat het gebied moet blijven functioneren tijdens de werkzaamheden. Zo zijn intussen de rederijen ook al verplaatst naar een tijdelijke locatie en wordt momenteel hard gewerkt aan het verleggen van kabels en leidingen om de bouw van de fietsenstalling mogelijk te maken.”

De Entree

Het op tijd in gebruik nemen van de Westertoegang was een belangrijke stap in de faseringspuzzel (Beeld: Richard Mouw).

In april is de bouw van de fietsenstalling gestart. Beljon: “De fietsenstalling wordt in een bouwkuip gebouwd en biedt straks plaats aan 7.000 fietsen over één laag op circa 7 meter onder NAP. Bovenop de garage komt weer water. Zelfs wat meer dan nu. Dat geeft rust in dit drukke gebied.” Naast deze fietsenstalling wordt er komende jaren ook gewerkt aan het creëren van fietsparkeerplekken elders op het stationseiland. Hierdoor kunnen in de toekomst alle fietsen uit het zicht geparkeerd worden en kunnen uiteindelijk alle fietsenrekken weg uit het gebied. De fietsenstalling krijgt op termijn een ondergrondse verbinding met de metrohal.  


Max Bögl & Partners
De partners van hoofdaannemer Max Bögl zijn:

  • Count & Cooper
  • Knipscheer Infrastructuur
  • Beens Groep
  • Iv-Infra
  • Akson
  • GEO2 Engineering
  • wUrck
  • Goudappel Coffeng
  • Kummler+Matter
  • Alom
  • Van den Heuvel Heesch
  • Installatie Techniek Louwer

Project De Entree
Het gebied aan de centrumzijde van Amsterdam Centraal wordt vernieuwd. Het hele gebied krijgt een nieuwe inrichting met meer groen, meer ruimte voor voetgangers en fietsers en meer water.  Onder het water komt een fietsenstalling voor 7.000 fietsen. En alle tramhaltes en tramsporen worden vernieuwd. Project De Entree sluit straks aan op de Rode Loper het bovengrondse gebied van de Noord/Zuidlijn dat al helemaal is vernieuwd. De werkzaamheden voor de herinrichting van het stationsgebied zijn begin 2018 gestart en duren ongeveer vijf jaar.