Tagarchief: Lievense

Energie-autoriteit Peter Molengraaf (ex-CEO Alliander) over Lievense | WSP-concept

afbeeldingen-energietransitie-video
Lees het gehele artikel

“Plan waterstofbuffer is interessant, creatief en in potentie waardevol”

Het bufferen en voor later gebruik beschikbaar maken van duurzaam opgewekte energie is een actuele, brandende kwestie in de energietransitie. Lievense | WSP heeft hierop een ambitieus plan ontwikkeld voor grootschalige opslag van duurzaam geproduceerde waterstof, ten bate van het gebied tussen Rotterdam en Antwerpen. Volgens energie-autoriteit Peter Molengraaf, voormalig CEO van Alliander en voorzitter van Netbeheer Nederland, heeft het plan potentie om een belangrijke bijdrage te leveren aan de verduurzaming van ons energiesysteem.

Waterstofbuffer noodzakelijk én haalbaar

Met een minimale impact op de omgeving een groene waterstofbuffer creëren die goed is voor de energiebehoefte van een middelgrote stad. En dat in het hart van een stedelijk-industriële regio van formaat. Simpel, snel en tegen betrekkelijk lage investeringen. Dat is het perspectief van het plan voor waterstofopslag van Lievense | WSP. Het voorstel is vier pijpleidingen aan te leggen voor de opslag van waterstof, met elk een doorsnee van 120 cm. Met een totale lengte van 160 kilometer verbinden die Rotterdam en Antwerpen en de tussenliggende industrieclusters en steden met elkaar. Plaats van handeling: de buisleidingenstraat van LSNed die al sinds jaar en dag specifiek is aangewezen als leidingstraat, waardoor de schep bij wijze van spreken morgen de grond in kan.

Peter Molengraaf

Belangrijke (bij)rol voor duurzame moleculen

Om te peilen hoe er over dit concept gedacht wordt en welke stappen gezet moeten worden om het concreet te maken, gaat Lievense | WSP het gesprek aan met experts uit markt en maatschappij. Zoals energie-autoriteit Peter Molengraaf. Hij denkt dat goedkope en in uitbundige hoeveelheden leverbare duurzame energie uit zon en wind de toekomst van het energielandschap gaat bepalen. Tegelijk voorziet hij een belangrijke (bij)rol voor duurzame moleculen zoals groene waterstof: als opslagmedium, in mobiliteit en als industriële grondstof. Daarbij kan het Lievense | WSP-plan om een groene waterstofbuffer tussen Rotterdam en Antwerpen te realiseren heel waardevol zijn.

In een interview over het Lievense | WSP-plan reflecteert Peter Molengraaf op de toekomst van het energiesysteem en de mogelijke rol die de groene waterstofbuffer tussen Rotterdam en Antwerpen kan vervullen. Bekijk hier een kort filmpje, dat de kern van het plan van Lievense I WSP voor de opslag van waterstof in buisleidingen helder uitlegt.

Over Lievense | WSP

Lievense | WSP is een multidisciplinair advies- en ingenieursbureau op het gebied van energie, bouw, infra, water en milieu. Wij zijn onderdeel van WSP, een wereldwijd advies- en ingenieursbureau met het hoofdkantoor in Montreal, Canada. lievense.com wsp.com

BIM: Digitale integratie in de haven van Rotterdam

e1061314-kopieren
Lees het gehele artikel

De rol van ingenieursbureaus en toepassing bij een olieterminal in de Europoort

Economische groei, digitalisering en een verhoogde druk vanuit opdrachtgevers vragen steeds meer van ingenieursbureaus binnen de waterbouwkunde. Om te anticiperen op marktontwikkelingen en de concurrentie voor te blijven, is het aanbieden van een efficiënt en robuust ontwerpproces cruciaal. Projectoverstijgende communicatie is daarbij van groot belang om een optimaal beeld te kunnen geven van aspecten als kosten, planning en beheer. De grootste en modernste haven van Europa, de haven van Rotterdam, ontwikkelt een centrale database voor de volledige haven.

Visualisatie 3D-model met een prominente rol voor steiger en combiwand.

 

Building Information Modeling (BIM) vormt een uitkomst. Deze technologie berust op het beheren en beheersen van data in een enkel model tijdens alle ontwerpstadia, het constructieproces en de volledige levenscyclus van een constructie. Het te allen tijde in kunnen zien van correcte, up-to-date gegevens op een specifiek moment en locatie, resulteert uiteindelijk in een verbeterde projectafhandeling, en daarmee lagere kosten. Aan de voorkant van een BIM-georiënteerd model staat een 3D-model, opgezet in een ontwerpprogramma zoals Revit. Hieraan wordt alle beschikbare informatie gekoppeld, zodat de invloed van deze informatie (en van doorgevoerde wijzigingen) direct zichtbaar is.

Olieterminal in de Europoort

Voor BIM-integratie in de haven van Rotterdam heeft Lievense I WSP samen met De Klerk Werkendam een pilot voor het hbr uitgevoerd. Het project omhelst de realisatie van een kadeconstructie en een binnenvaartsteiger met bijbehorende remmingwerken voor de overslag van petrochemische producten. Advies- en ingenieursbureau Lievense | WSP heeft het aanbiedings-, definitief- en uitvoeringsontwerp verzorgd. Daarnaast heeft Lievense I WSP het 3d-model opgezet, benodigde info van de constructie opgesteld, relevante informatie verzameld en gekoppeld aan de bijbehorende modelobjecten. De schaal waarmee de Haven van Rotterdam standaardisatie van objecten toepast, is uniek in Nederland. In totaal gaat het om meer dan vierduizend objecten, waaronder bolders, funderingspalen en ankerstaven waaraan beschikbare informatie is gekoppeld.

Het model is gebaseerd op de BIM-beheerdatabase van Havenbedrijf Rotterdam, dat door Witteveen+Bos is opgezet ter realisatie van een gestructureerd systeem met gestandaardiseerde informatieoverdracht voor de complete haven. Lievense | WSP heeft een 3D-model opgezet aan de hand van een objectenboom, parallel aan de benodigde constructieve berekeningen. Geometrische informatie uit het model is vervolgens opgeslagen in spreadsheets per objecttype. Niet-geometrische gegevens, afkomstig van de aannemer en opdrachtgever, zijn aan de objecten toegevoegd en vervolgens is alle informatie toegewezen aan hun tegenhangers in Revit. Tot slot is het 3D-model geëxporteerd naar het gewenste bestandsformat om integratie met de gehele BIM-database voor de Haven van Rotterdam te verwezenlijken en visualisatiebeelden te genereren.

Het project omhelst de realisatie van een kadeconstructie en een binnenvaartsteiger voor de overslag van petrochemische producten met bijbehorende remmingwerken.

 

Digitale en integrale samenwerking

De centrale wijze van informatieopslag voor de complete haven resulteert in een dynamische en overzichtelijke projectsamenwerking tussen betrokken partijen waarbij de kans op het maken van fouten afneemt. De uitbreiding tot een zogeheten ‘Digital Twin’ (virtuele representatie) van de haven en de koppeling met externe factoren opent op termijn veel deuren. Denk aan het identificeren van zwakke schakels in de haven met behulp van stormsimulaties of het opstellen van een centraal beheer- en onderhoudsplan.

Om dit te verwezenlijken is een continue, nauwe samenwerking tussen belanghebbenden en een optimale integratie van alle projectfases essentieel. Ook is personeel met geavanceerde kennis van BIM(-management) nodig om aan de hoge modeleisen te kunnen voldoen, evenals een krachtige server en uitgebreid administratiesysteem. Standaardisatie van informatieoverdracht en integratie van BIM in de huidige werkmethode vormen daarentegen een dermate grote stap in de richting van een digitale economie, dat deze hobbels de al in gang gezette ontwikkelingstrend nauwelijks een halt kunnen toeroepen.    

De constructeur digitaliseert!

Lees het gehele artikel

Een wereld waarin de constructeur al zijn berekeningen op kladblokken schrijft en samen met de tekenaar over de tekentafel gebogen zit lijkt geleidelijk aan verder naar de achtergrond te verschuiven. Ook bij advies- en ingenieursbureau Lievense wordt er volop gedigitaliseerd. Niet alleen de jonge generatie, maar ook zeer ervaren experts zijn nieuwsgierig naar de nieuwe mogelijkheden en uitdagingen die digitalisering met zich meebrengt en bijten zich hierin vol enthousiasme vast.

Wichard Bron, constructeur bij Lievense: “Een ontwikkeling die hierbij een belangrijke rol speelt is parametrisch ontwerpen. Hierbij wordt een ontwerp gegenereerd op basis van relaties tussen data. Het ontwerpproces wordt drastisch versneld en er is er veel meer flexibiliteit mogelijk. Belangrijker nog is dat wij onze klanten nog beter kunnen ondersteunen bij complexe (constructieve) vraagstukken. Nu rijst de vraag: Begint de constructeur op termijn overbodig te worden? Kunnen ontwerpprocessen zodanig geautomatiseerd worden dat de constructeur niet meer noodzakelijk is? Bij Lievense denken wij van niet.”

De Harselaartunnel kent een optimaal constructief ontwerp.

 

Beoordelen van de juistheid van de oplossing

“Wij zijn van mening dat het parametrisch ontwerpen juist een goed verlengstuk is van de constructeur aangezien hij onmisbaar is in het beoordelen van de juistheid van een oplossing. Doordat in kortere tijd meerdere varianten kunnen worden beschouwd, is het nóg beter mogelijk om de klant de optimale oplossing voor zijn probleem te leveren. Bovendien kan een veel beter beeld gevormd worden over het gedrag van de constructie. Er kan goed onderzocht worden welke parameters invloed hebben. Mede hierdoor kunnen risico’s eerder ingeschat worden”, vertelt Bron.

Een goed voorbeeld is een door Lievense ontwikkelde applicatie voor het ontwerpen van de toeritten van onderdoorgangen. In dit model kan een beschouwing worden gedaan van een U-bak waarbij zowel constructieve als geotechnische beschouwingen integraal uitgevoerd kunnen worden. Door naderhand de resultaten terug te koppelen aan een kostenmodel kan in een vroeg stadium een optimale zoekrichting worden vastgesteld. Bijvoorbeeld door verschillende paalsystemen met elkaar te vergelijken. Met name in de voorfase is dit erg interessant. In korte tijd kan onderzocht worden wat haalbaar is en interessant is op kosten­gebied. Niet alleen voor onderdoorgangen, maar ook voor bruggen heeft Lievense applicaties ontwikkeld.

Een deskundige constructeur gecombineerd met een goed parametrisch model leidt tot een optimaal constructief ontwerp en daarmee een tevreden klant!   

Lievense bundelt krachten met wereldwijd advies- en ingenieursbureau WSP

lievense655
Lees het gehele artikel

WSP heeft per 1 juli 2019 de aandelen gekocht van Lievense Holding B.V.. De aandelenovereenkomst tussen WSP en Lievense Holding B.V. is op 10 oktober 2019 ondertekend. Wereldwijd advies- en ingenieursbureau WSP zet hiermee voet op de Nederlandse markt.

De overname past in de ontwikkelingsstrategie van WSP; het stelt de organisatie in staat om aanwezig te zijn in Nederland en hun leiderschap in Europa te versterken. WSP telt 16.000 werknemers in Europa, inclusief het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

Magnus Meyer, Chief Executive Officer WSP Europa: “Met de overname van Lievense versterken wij onze positie van een wereldwijde speler met sterke lokale aanwezigheid. Wij kijken ernaar uit om onze nieuwe collega’s in Nederland te verwelkomen”.

Eric van den Broek, algemeen directeur Lievense: “Onderdeel worden van WSP betekent geweldig nieuws voor Lievense en zijn medewerkers. Wij zijn verheugd onderdeel uit te mogen maken van een team met gelijksoortige bedrijfswaarden en -cultuur, dat enorm toegewijd is aan het leveren van topkwaliteit en veel waarde hecht aan een sterke relatie met de klant. Naar onze mening is WSP de ideale partner voor ons om verder te kunnen groeien. Hun wereldwijde expertise en uitgebreide netwerk stellen ons in staat om ons zowel nationaal als internationaal verder te ontwikkelen. Daarnaast biedt de overname onze medewerkers en klanten nieuwe kansen en mogelijkheden.”

De waarde van een project en onderneming wordt medebepaald door de mate van duurzaamheid

hl_tunnelbw2
Lees het gehele artikel

Hedendaagse vraagstukken die de nodige uitdagingen met zich meebrengen en vragen om innovatieve, werkende oplossingen zijn digitalisering, duurzaamheid, energietransitie en klimaatadaptatie. Advies- en ingenieursbureau Lievense heeft in haar dienstverlening deze vier actuele thema’s centraal staan. Tegenwoordig wordt de waarde van een project en onderneming medebepaald door de mate van duurzaamheid. Lievense streeft ernaar om een bijdrage te leveren aan duurzame oplossingen voor infra-, bouw- en milieuvraagstukken en heeft zichzelf duurzaamheidsambities opgelegd.

Lievense is bij meerdere projecten betrokken (geweest) op verschillende niveaus waarbij circulariteit een belangrijke rol speelt. In Friesland en Groningen is onder meer gewerkt aan de volgende projecten waarbij is gestreefd naar het opnieuw gebruiken van (bouw)materialen.

Gemaal Fallingabuorren in Ferwoude
Wetterskip Fryslân is verantwoordelijk voor het waterbeheer in de provincie Friesland en het Groninger Westerkwartier. In opdracht van Wetterskip Fryslân heeft Lievense een studie uitgevoerd naar het gebruik van bestaand beton in een nieuwe betonconstructie. Het resultaat van deze studie is onder andere de ontwikkeling van een stroomschema om het toegestane percentage hergebruik betongranulaat per object te bepalen. In dit schema staat vermeld aan welke eisen het betongranulaat moet voldoen en wat de gevolgen zijn. Er wordt onderscheid gemaakt in het hergebruiken van nog te slopen betonconstructies die gebruikt worden voor het nieuwe betonmengsel én het toepassen van betongranulaat in het betonmengsel. De kennis is toegepast bij het project gemaal Fallingabuorren, waarbij een bestaand gemaal is gesloopt en het beton vervolgens is hergebruikt in de nieuwe betonconstructie. 

Het effect van het toepassen van betongranulaat in plaats van ‘normaal’ toeslagmateriaal, wordt sterk bepaald door de hoeveelheid. Bepalend voor de maximale hoeveelheid betongranulaat zijn de specifieke prestaties die aan het beton worden gesteld. Bijvoorbeeld de sterkte-, milieu-, en consistentieklasse en de toepassing. Voor het behalen van de circulaire doelen heeft Lievense zowel het voorlopig ontwerp, definitief ontwerp als bijhorende RAW bestek opgesteld. Het gemaal is in 2018 gerealiseerd door Oosterhuis BV uit Nijeveen.

Duurzaamheid

Gemaal Fallingabuorren Ferwoude.


Brug Aldwaldmersyl in Oudwoude
Voor gemeente Noordoost Friesland heeft Lievense een studie uitgevoerd naar de toepassing van een tweedehands brug in samenwerking met OHPEN Ingenieurs, Farsk Architecten en Hogeschool NHL Stenden.

De Aldwaldmersyl is een oude sluis in de Wâlddyk, een slaperdijk ten noorden van Kollum in Noordoost Friesland. De bestaande brug is aan het eind van zijn levensduur en heeft onvoldoende draagvermogen voor het hedendaagse verkeer. Voorkeur ging uit naar een circulaire oplossing, namelijk het benutten van een tweedehands brug. Het valdeel van een oude brug uit buurtschap Ritsumasyl werd mogelijk geschikt geacht om de brug aan de Wâlddyk in Oudwoude te vervangen.

Het idee om een oude brug te hergebruiken, ontstond uit een innovatieve samenwerking tussen de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven. Betrokken partijen bij dit project waren advies- en ingenieursbureau Lievense, DDFK Gemeenten, NHL Stenden, FARSK, Koninklijke Oosterhof Holman en OHPEN Ingenieurs betrokken. Alle betrokkenen zagen de noodzaak in van het hergebruiken van schaarse middelen en het doorbreken van traditionele samenwerkingsvormen.

Het haalbaarheidsonderzoek, dat inzicht geeft in de wijze waarop het vernieuwen van de brug in Oudwoude tot stand komt, werd met een positieve conclusie afgesloten. Vervolgens werd een inpassingsplan opgesteld waarin alle stappen van de plaatsing van de brug uitgebreid beschreven zijn. Achteraf bleek dat het tweedehands brugdek chroom-6 bevatte wat uiteindelijk heeft geleid tot het niet benutten van dit brugdek. De bestaande brug wordt grotendeels gehandhaafd. Lievense verzorgt hierbij de begeleiding van het constructief ontwerp.

Dit project heeft aangetoond dat het mogelijk is om op relatief korte termijn duurzame initiatieven in de praktijk te brengen. De focus in dit project lag op het doel en minder op mogelijke obstakels, eenvoudigweg omdat de obstakels vooraf nog niet bekend waren. Met het project ‘Tweedehands brug Aldwaldmersyl’ heeft het projectteam laten zien dat zij vooroplopen als het gaat om het hergebruiken van grote bouwmaterialen. 

Duurzaamheid

Bestaande brug Aldwaldmersyl. (Beeld: Vliegend.nl BV)


Amalia tunnel Julianaplein te Groningen
In 2008 is het Julianaplein in Groningen gereconstrueerd. Hierbij is onder meer de Amaliatunnel speciaal voor fietsers en voetgangers gebouwd. Binnen het D&C contract is de Amaliatunnel destijds door Lievense ontworpen in prefab elementen die middels naspanning aan elkaar zijn gekoppeld. 

Met de komst van de zuidelijke ringweg in Groningen dient de Amaliatunnel te worden verwijderd. Met de kennis van nu leent het ontwerp zich prima voor hergebruik. Gezien de geringe leeftijd van de tunnel zal deze worden gedemonteerd en op een andere locatie binnen de gemeente Groningen worden hergebruikt. 

In de nieuwe situatie is het niet meer mogelijk de tunnelelementen op de oorspronkelijke wijze te koppelen en de waterdichtheid te garanderen. Daarom is gekozen voor aanleg boven de grondwaterstand op een (onderheide) betonvloer. Het haalbaarheidsonderzoek van het hergebruik van de tunnel wordt momenteel uitgevoerd door Lievense.