Tagarchief: duurzaamheid

N69: optelsom van duurzaamheid, innovatiekracht en professioneel omgevingsmanagement

Foto-2-Boskalis
Lees het gehele artikel

Daarmee krijgt hoofduitvoerder Boskalis niet alleen volop de ruimte om als regisseur in de volle breedte te excelleren, de benadering stelt het bedrijf ook in staat om binnen de projectkaders een aantal duurzame innovaties in te brengen. Initiatieven waarvan het welslagen valt of staat bij een uitgebreide technische expertise én een goed uitgevoerd omgevingsmanagement…

Stort van het brugdek van de fietsbrug over de Keersop met geopolymeerbeton. Een milieuvriendelijk beton zonder cement dat voor het eerst in Nederland in een voorgespannen constructie wordt gebruikt.​​​​​​

Het streven van Boskalis om in de uitvoering ten opzichte van het oorspronkelijke plan 20% minder CO2-uitstoot te realiseren, is ruimschoots gehaald. Dat zegt Alex Keur, omgevingsmanager binnen Boskalis. “Het is een resultaat waarmee we erg blij zijn en waaraan verschillende mooie initiatieven ten grondslag liggen. Eén daarvan betreft de twee half verdiepte liggingen bij de Molenstraat en Broekhovenseweg. Waar de Provincie Noord-Brabant initieel het plan had om deze in een betonconstructie uit te voeren, is vanuit de aanbieding van Boskalis uiteindelijk gekozen voor een duurzame folieconstructie die 7 meter onder het maaiveld in den droge is aangebracht.”

Een tweede duurzaam getint projectonderdeel is de energieneutrale weg. Via zonnecellen in de geluidsschermen van de twee beekdalbruggen wordt energie opgewekt die direct aan het netwerk wordt geleverd. Er wordt 30% meer energie opgewekt dan nodig is voor alle weggebonden installaties (wegverlichting en pompinstallaties).

De uit het zeer milieuvriendelijke geopolymeerbeton samengestelde fietsbrug over de Keersop is een ander voorbeeld dat de innovatiekracht van Boskalis onderstreept. “Na het doorlopen van een uitgebreid test- en ontwerptraject staan inmiddels alle seinen op groen om deze revolutionaire voorgespannen brug daadwerkelijk te gaan bouwen”, aldus Keur.

Belangrijke pijler

Marijn Alders, werkzaam als omgevingsmanager namens de Provincie Noord-Brabant is even enthousiast: “We zijn erg blij over de manier waarop Boskalis deze uitdaging heeft opgepakt en met hele mooie, nieuwe dingen is gekomen. Om zoiets te laten slagen, moeten beide partijen er echt vol voor gaan. Alleen dán haal je de eindstreep.” Beide omgevingsmanagers beamen dat een uitgebreide technische expertise alléén niet voldoende is. Het project vraagt ook op het gebied van contractmanagement en risicomanagement om een brede, vernieuwende blik. Daarnaast is omgevingsmanagement een zeer belangrijke en veelomvattende pijler onder dit project. Het heeft in meerdere opzichten een enorm aandeel gehad tijdens het realiseren van onder meer deze duurzame initiatieven. Keur: “Bijvoorbeeld via het coördineren en bewaken van het vergunningentraject en door proactief stakeholders bij het werk te betrekken, naar hen te luisteren en hen te informeren. Ongeacht of het nu gaat om een gemeente, waterschap, welstandscommissie of individuele agrariërs. Je moet samenwerken, in alle openheid en binnen een continue dialoog. Anders blijft het sec een technisch verhaal. En zonder draagvlak strand je.”

Alders kan zich helemaal vinden in de woorden van Keur: “Al die aspecten zijn tijdens dit project op een mooie manier samengekomen. Dit project is dan ook een schoolvoorbeeld van tiptop integraal projectmanagement. Daar mogen we allemaal trots op zijn.”

Ondersteund door de slogan “Where blue meets green” geeft Gorman-Rupp Europe BV het startschot voor de publieke campagne ten aanzien van de duurzaamheid strategie van het bedrijf.

DSC_0122-1
Lees het gehele artikel

Nu deze strategie duidelijke vruchten begint af te werpen heeft men besloten hiermee naar buiten te treden.

De slogan “Where blue meets green” heeft een duidelijke betekenis. Blauw is sinds 1933 de huiskleur van Gorman-Rupp. Het bedrijf geeft hiermee aan dat ze alle ervaringen en de vaste waarden binnen het bedrijf blijft koesteren. Groen spreekt voor zich en duidt op de duurzaamheid agenda van Gorman-Rupp. Met het woord “meets” (ontmoet) geeft het bedrijf aan dat ze de toekomst omarmt, tegelijkertijd zich realiseert dat we met zijn allen aan het begin staan van een belangrijke ontwikkeling.

Onder het programma “Where blue meets green” ontwikkelt Gorman-Rupp producten en diensten waarmee het bedrijf de eigen milieu impact vermindert, en tegelijkertijd haar klanten helpt om hun duurzaamheid strategie te versnellen.

Zo is het bedrijfspand van Gorman-Rupp in Waardenburg voorzien van zonnepanelen waarmee het bedrijf energie neutraal opereert. De diesel aangedreven pompsets die het bedrijf in Nederland ontwikkelt en bouwt zijn geschikt om te draaien op 100% HVO, waarmee 89% CO2 wordt bespaart.

Een geheel nieuwe ontwikkeling is de E-Line, de eerste volledig geïntegreerde oplossing voor elektrische mobiele pompsets. Deze kunnen worden aangesloten op een auto oplaadpunt, een batterijpakket of op een traditioneel bouwstroom punt / generator.

Tenslotte start Gorman-Rupp in Juli van dit jaar met een CO2 compensatie programma, waarmee de uitstoot van de verhuurvloot geheel gecompenseerd wordt middels gecertificeerde programma’s

Meer informatie is te vinden op de website van het bedrijf en via de link www.wherebluemeetsgreen.com

Weber Beamix zet volgende stap in 3D betonprinten

Lees het gehele artikel

Door deze strategische stap intensiveert Weber Beamix haar ontwikkel- en productieactiviteiten in 3D betonprinten. Ook legt Weber Beamix hiermee de focus op duurzaamheid, industrialiseren en digitalisering en vergroot ze de mogelijkheid om onafhankelijk de markt te bedienen.

Onafhankelijk

Uiteraard is Weber Beamix dankbaar voor de samenwerking met BAM vanaf het eerste uur. Door de vroege instap en de eerste projecten heeft BAM er mede voor gezorgd dat de 3D printtechnologie is geïntroduceerd en geaccepteerd als bouwmethode in Nederland en daarbuiten. Weber Beamix is dan ook blij dat BAM, als ontwerper en bouwer, heeft aangegeven de 3D-betonprinttechnieken te blijven gebruiken en afnemen wanneer dit waarde toevoegt voor haar klanten. Desalniettemin geeft de verworven onafhankelijkheid Weber Beamix de gelegenheid om makkelijker en sneller de 3D betonprint technologie onder de aandacht te brengen van heel bouwend Nederland.

Primeurs 3D betonprinten

In 2017 hadden Weber Beamix en BAM een wereldprimeur met ’s werelds eerst 3D geprinte betonnen brug in Nijmegen. De partners gingen door met de ontwikkeling van deze innovatieve bouwtechnologie en in 2019 openden Weber Beamix en BAM de eerste commerciële 3D betonprintfabriek in Eindhoven. Dit heeft geleid tot veel kennis over het digitale ontwerpproces van de 3D printtechnologie en tot nieuwe toepassingen zoals geprinte bekistingen. Het nieuwste spraakmakende project dat uit de fabriek is gerold is het eerste 3D geprinte huis van Milestone, waarvan de huurders op 30 april 2021 de sleutels hebben ontvangen.

Zwolle krijgt primeur duurzame hout-betonbrug

ZWO.11_view-1_duurzame-houtbetonbrug-Hessenpoort-Zwolle-ipvDelft
Lees het gehele artikel

Gezamenlijk ontwikkelden ze een hout-betonbrug. Het eerste exemplaar van deze duurzame hybride brug verrijst na de zomer op het Zwolse bedrijventerrein Hessenpoort.

Uitgangpunt voor het brugontwerp is de combinatie van houten liggers en een dun, in het werk gestort betonnen dek. Dit systeem combineert de voordelen van beton (onderhoudsarm, lange levensduur) met die van hout (duurzaam). Zo voorziet het niet alleen in de behoefte aan duurzame bruggen, maar past het ook bij de wensen van opdrachtgevers op het gebied van beheer en onderhoud. Doordat de materialen constructief samenwerken is het materiaalgebruik bovendien beperkt.

Materiaal en detaillering

Het systeem is toepasbaar voor zowel fiets- en voetgangersbruggen als verkeersbruggen met overspanningen vanaf zo’n acht meter. Afhankelijk van de overspanning wordt hardhout of gelamineerd zachthout gebruikt. De oplegging is zo ontworpen, dat de houten liggers vrij liggen en er genoeg ventilatie mogelijk is. Daarnaast kreeg ook de verbinding tussen hout en beton veel aandacht.

Hessenpoort

De gemeente Zwolle heeft Knipscheer onlangs opdracht gegeven voor een fietsbrug van 15 meter aan de Steinfurtstraat op bedrijventerrein Hessenpoort. Er is gekozen voor liggers van zachthoutsoort Lariks. De betonmix moet minstens 30 procent gerecycled materiaal bevatten.

Naar verwachting start de bouw in juni en is de brug in september gereed.

Ipv Delft en Knipscheer werken al langer samen aan de ontwikkeling van duurzame en circulaire bruggen. Zo realiseerden ze de energieneutrale 2e Schateilandbrug in Almere en ontwikkelden ze een systeem voor circulaire bruggen.  

Meer informatie: ir Ronald Rozemeijer, ipv Delft, 015 750 25 71 of www.ipvdelft.nl

Bosch Beton wil 100% circulaire productie van keerwanden

SUNIJ-lijn kopiëren
Lees het gehele artikel

Bosch Beton, fabrikant van betonnen keerwanden, legt bij de productie de focus op duurzaamheid en circulariteit. Met als doel te komen tot een 100% circulaire productie van hun keerwanden. Het bedrijf weet hoe je de MKI (Milieukostenindicator)-waardes kunt verlagen door optimalisaties in producten en mengsel.

Bosch Beton is de eerste keerwandenfabrikant ter wereld die een CSC Goud certificaat behaalde, wat aangeeft dat de betonproducten op een duurzame en verantwoorde manier geproduceerd zijn. Een mooie grote vervolgstap is de toekenning van de MKI-waarde aan de keerwanden van Bosch Beton. Voor keerwanden bestaat deze standaard nog niet. Inmiddels zijn alle MKI-toetsingen hiervoor afgerond en is het wachten op de toekenning van deze waarde.

Duurzaamheid

Sinds de overname van het bedrijf vorig jaar kiest Bosch Beton bewust voor de productie van kwalitatief goede en duurzame producten voor nu en in de toekomst. De levensduur van het eindproduct moet minimaal 50 tot 100 jaar bedragen. Bovendien moet het daarna ook weer volledig te recyclen zijn. Dat betekent dat Bosch Beton met zuivere grondstoffen moet blijven werken om goede recyclebare materialen te kunnen produceren. 

Station Chèvremont in Kerkrade: de bestaande hellingbaan is vernieuwd, uitgevoerd in keerwanden. Voor de structuur van de keerwanden is een speciaal ontwerp gemaakt gebaseerd op de spoorlayout van een specifiek emplacement.

Biodiversiteit

Een stap verder gaat het als ook de toepassing van het product een bijkomend duurzaam effect creëert. Dergelijke toepassing vraagt om effectieve samenwerking. Bosch Beton lanceerde afgelopen zomer de bio-keerwand die in samenwerking met MVO Nederland, een hovenier en een advies- en ingenieursbureau tot stand kwam. Een circulaire wand die speciaal is ontwikkeld om de biodiversiteit te bevorderen. De eerste ecologische resultaten zijn positief!

‘Building a solid future’

De klantbelofte van Bosch Beton is ‘Building a solid future’. De fabrikant heeft de ambitie om de milieubelasting te verlagen en streeft naar een zo klein mogelijke footprint van zichzelf en haar klanten. Daarvoor blijft het bedrijf innoveren en verduurzamen. In de toekomst wil zij hun keerwanden 100% circulair kunnen produceren. Zo is Bosch Beton recent overgegaan op biologisch vulmateriaal en onderzoekt zij hoe verbruikt cement in de toekomst kan worden hergebruikt. Ook logistiek heeft de aandacht en bekijkt Bosch Beton om met data en technische oplossingen zo min mogelijk kilometers te maken.  

Van Aalsburg | Modern familiebedrijf klaar voor de toekomst

IMG_1405 kopiëren
Lees het gehele artikel

Met de derde generatie aan het roer, is het bedrijf uitgegroeid tot een groot en dynamisch bedrijf, dat in alles ademt één grote familie te zijn. Een gesprek met Dick van Aalsburg over dit familiebedrijf, de ambities en de bedrijfsvergroting in relatie tot duurzaamheid en innovatie. 

Maar liefst zes broers en vele neven, achterneven en zwagers werken op alle niveaus samen. “De passie voor het vak, het ambacht dat van vader op zoons is overgedragen in combinatie met moderne technieken, zit bij iedereen die bij ons werkt in het DNA. Maar het is vooral de betrokkenheid, laagdrempeligheid, het plezier en de oprechte aandacht voor elkaar dat mensen in hun kracht zet”, zegt Dick. “Zo ontstaan mooie dingen. Niet alleen voor, maar juist ook mét onze klanten.” Onderscheidend door deze bedrijfsvoering, waar flexibiliteit, een beproefd langetermijnbeleid en klanten centraal staan, speelt ook duurzaamheid een grote rol.

Dankzij de duurzame inzetbaarheid van product, materiaal, mens en machine werkt Van Aalsburg ook in de toekomst aan een duurzame samenwerking met haar klanten.

Duurzame eilanden met wilgen

Van Aalsburg heeft patent op de duurzame eilanden gemaakt van wilgenmatten. “Onze constructies zijn uniek in Nederland. Toch willen we die niet alleen vanuit ambacht en ervaring aanbieden. Door bouwteams te vormen met opdrachtgevers kunnen we sneller, duurzamer, degelijker en goedkoper ontwerpen. Het is evident dat men weet dat je op deze manier een nieuw stuk natuur kunt creëren. Want hier zit de toekomst”, meent Dick. “Beschoeiingen, zinkstukken, legakkers… in alle constructies staat de wilg centraal. En duurzaamheid”, voegt Dick toe.

Duurzaamheid in de breedste zin van het woord

“Niet alleen wérken met duurzame materialen, maar ook op een zo duurzaam mogelijke manier. Zoals inzet van materieel en de manier van aanleggen, daar zijn we continu op een innovatieve manier mee bezig.” De onlangs gerealiseerde bedrijfsvergroting is voorzien van zonnepanelen en heeft een eigen trafohuis, totaal goed voor meer dan 800 panelen, waarmee in de toekomst ook met waterstof of elektrolyse iets gedaan kan worden. “Vooral bij projecten in Natura2000-gebieden waar specialistische machines worden ingezet, is dit ideaal. Om ook de duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers te borgen, investeren we slim in robotisering die het fysiek zware werk deels overneemt.” Dick besluit: “We bereiden ons waar mogelijk zo goed als kan voor op de toekomst, want de lange termijn is dichterbij dan je denkt.”   

“De infrasector in Nederland is innovatief, dat ondersteunen we als overheid”

Werkbezoek Oosterscheldekering kopiëren
Lees het gehele artikel

Het zijn onzekere tijden voor iedereen, momenteel. Ondanks de corona pandemie zit de grond-, weg- en waterbouw gelukkig niet stil. Of moeten we zeggen: ‘staat niet stil’? Want naast het feit dat de innovatie die onze sector zo kenmerkt onverminderd plaatsvindt, is er ook veel te doen. Dat werk is niet uit de lucht komen vallen, een groot deel daarvan hebben we als sector te danken aan het meedenken en vooral ook vooruitdenken van onze overheid.   

GWW Magazine viel de eer ten deel om Cora van Nieuwenhuizen, Minister van Infrastructuur en Waterstaat, te mogen interviewen over de betrokkenheid van de overheid bij de vaderlandse infrasector, met thema’s als de huidige crisis, de rol van Nederland als Europese doorvoerhaven, digitalisering binnen de infra en duurzaamheid.

De infrasector in crisistijd

In eerdere edities verschenen artikelen waarin vanuit de hele GWW-sector dankbaar werd gereageerd op alle projecten die naar voren zijn getrokken door de overheid, met dien verstande dat er ook zorgen werden geuit. Zorgen over de orderportefeuille als deze pandemie officieel voorbij is. Is dan al het kruit verschoten? Niet alleen zijn er onderhouds- en vervangingsprojecten naar voren gehaald, de uitvoering ervan verliep sneller dan normaal, dankzij minder verkeer op ’s lands wegen. Op welke manier zorgt de overheid voor continuïteit? Minister van Nieuwenhuizen: “Het naar voren halen van projecten is natuurlijk niet begonnen vanwege de corona pandemie. De sector dreigde eerder al in de problemen te komen door de stikstof en PFAS-problematiek. Om toen een crisis in de sector te voorkomen door het opschuiven van nieuwbouwprojecten, hebben we met man en macht gewerkt aan het naar voren halen van onderhouds- en vervangingsprojecten. Daarvoor is er uitvoerig overleg geweest met de bouwsector. Toen was daar de corona pandemie met alle gevolgen van dien. Het aan het werk houden van de sector werd toen nog belangrijker. We zijn toen met alle brancheorganisaties om tafel gegaan om een taskforce te vormen. De conclusie luidde: we kunnen doorwerken met inachtneming van de corona maatregelen. We kunnen op anderhalve meter afstand werken, we kunnen veilig werken door op elkaar te letten. Zo hebben we binnen de taskforce de juiste methodiek bepaald die nodig was om onder de veranderde omstandigheden werk te kunnen verrichten.”

Cora van Nieuwenhuizen, Minister van Infrastructuur en Waterstaat. (Beeld: M. Beekman)

Maar liefst 1,9 miljard euro voor versneld onderhouden en vervangen

Na de tweede wereldoorlog is veel infrastructuur opnieuw aangelegd binnen hetzelfde tijdsbestek. “De projecten van destijds komen allemaal in aanmerking voor onderhoud en vervanging. In totaal heeft de overheid daar 1,9 miljard euro voor uitgetrokken, waarvan we nu 1,1 miljard versneld op de markt brengen. Dat komt bovenop de 265 miljoen euro die we al hadden uitgetrokken hiervoor”, aldus de minister. Voorbeelden die zij daarbij noemt zijn onder andere het groot onderhoud aan de A50 en de N18, grote baggerwerkzaamheden en het vervangen van klassieke verlichting door ledverlichting. “Voor het vervangen van de verlichting is een budget uitgetrokken van 44 miljoen euro”, licht zij toe. “Verder kun je denken aan projecten als het vervangen van meerpalen en het vervangen van geleiderails. Van sommige projecten zou je kunnen zeggen dat deze nog best hadden kunnen wachten, maar we hebben besloten om het toch maar te doen, omdat het goed kan buiten de stikstof en PFAS-problematiek. Er hangt om dit soort projecten veel werk heen, ze zijn multidisciplinair.”

Als overheid het goede voorbeeld geven

“De infrasector in Nederland is innovatief, dat ondersteunen we als Rijksoverheid absoluut”, vervolgt Minister van Nieuwenhuizen. “Door onze ondersteuning te bieden aan innovatie loont het voor de markt om daarin te investeren. We geven daarom graag het goede voorbeeld. Denk bijvoorbeeld aan het thema elektrificatie. Zo trekken we subsidie uit voor het groener maken van rijdende en varende voertuigen. We werken graag mee aan de verduurzaming van asfalt, ook op dat gebied zien we mooie innovaties plaatsvinden. De ‘demonstratietuin’ in de A73 is een leuk voorbeeld, daar kijken we naar levensduurverlenging, geluidsreductie, verminderde rolweerstand en betere recycling van asfalt. Als je kijkt naar DBFM-contracten, dan snap je dat nú aanpassen later veel voordeel zal opleveren.”

Nieuwbouwprojecten

We vragen de minister of er bekend is wanneer de nieuwbouwprojecten weer in beeld komen. De minister antwoordt: “Toen ik begon hadden we het probleem van onderuitputting. Meer geld dan projecten… Dat zijn we gaan bijsturen door ook echt projecten naar voren te trekken. De nieuwe aanleg projecten die vertraagd zijn door de stikstof en PFAS-situatie komen na deze fase van versnelde onderhouds- en vervangingsprojecten weer aan bod. Wat we geleerd hebben van de vorige crisis, is dat de BBL-trajecten (beroepsbegeleidende leerwegtrajecten) opgedroogd waren. Er kwam niet genoeg jonge aanwas binnen in de sector, terwijl de projecten toch aantrokken. Dan zit je met een tekort aan werkkrachten. Daar ligt voor de sector een belangrijk focuspunt, wil men straks op volle oorlogssterkte aan het werk kunnen.”

Minister van Nieuwenhuizen licht vervolgens toe dat de Rijksoverheid niet de hele markt is en er vanuit het Rijk weliswaar werk naar voren gehaald is, maar op provinciaal en gemeentelijk niveau er minder geanticipeerd is. “Om daar een steentje bij te dragen hebben we over een periode van 10 jaar een bedrag van 500 miljoen euro extra uitgetrokken voor de verkeersveiligheid. Het is de bedoeling dat lokale projecten op basis van cofinanciering met de provincie tot stand komen. Daar is veel op ingeschreven, zoveel zelfs dat we de voor 2020/2021 uitgetrokken 100 miljoen euro hebben verhoogd naar 200 miljoen. In november wordt bekend gemaakt welke projecten gehonoreerd worden. Pure winst voor de verkeersveiligheid en de regionale GWW-sector. Veel kleine projecten maken samen een groot werk!”

Nederland als belangrijke doorvoerhaven

Als het gaat om Nederland als belangrijke doorvoerhaven van goederen, dan wordt door de overheid de ‘corridorgedachte’ gehanteerd. Minister van Nieuwenhuizen legt uit: “Wij faciliteren graag de route naar België, Frankrijk en Duitsland. Daarover is veel contact, binnen ons land en met de betreffende landen. We hebben een goede weginfrastructuur, we hebben truckparkings. We zetten in op onze vaar- en spoorwegen. Alles wordt in het werk gesteld om meer te kunnen afhandelen. Frans Timmermans maakt zich sterk voor de ‘green deal’, er is veel overleg over wat we samen kunnen doen en hoe we kunnen verduurzamen. Er is een subsidiestroom vanuit de EU, onder de naam ‘Connecting Europe’. Het bevorderen van walstroomvoorzieningen vloeit onder andere daaruit voort. Er wordt groen licht gegeven voor vrachtvervoer, zeker in deze coronatijd is dat enorm belangrijk. Als Europese transportministers trekken we onderling samen goed op in dit verhaal.”

Deze samenwerking blijkt onder andere uit de nieuwe havenvisie die is gemaakt. “We hebben de intentie uitgesproken om elkaar niet te beconcurreren, maar elkaar juist te versterken.   

Zo verklaarde de Minister van Noordrijn Westfalen dat Rotterdam hun toegangspoort is, in plaats van Hamburg. Bedenk dan dat Noordrijn Westfalen zelf net zoveel inwoners heeft als heel Nederland. In Beneluxverband zijn er initiatieven genomen voor het invoeren van digitale vrachtbrieven, ook een mooi voorbeeld.”

De Minister op werkbezoek bij Schiphol.

Digitalisering binnen de infra

Op de vraag waar de overheid in beeld komt, als het gaat om de digitaliseringstransitie binnen de sector, luidt het antwoord: “We proberen als overheid veel zelf te doen, maar we kunnen niet zonder het bedrijfsleven. Daarom hebben we met acht landen gezamenlijk een ‘Data Taskforce’ opgezet. In deze werkgroep zitten ook zes automerken en acht fabrikanten van navigatiesystemen. Als het om verkeersveiligheid gaat moet je niet concurreren, maar samenwerken. Door het wegverkeer ‘connected’ te maken op het niveau van het vervoermiddel zelf ontstaat er een slim netwerk waar iedereen van profiteert. Denk bijvoorbeeld aan een waarschuwing voor gladheid -gekoppeld aan gps-gegevens- die het netwerk ingaat, wanneer een auto een doorslippend wiel detecteert. Is er een airbag afgegaan? Dan meldt de auto een ongeluk aan het netwerk. Het achteropkomend verkeer wordt supersnel gealarmeerd, evenals Wegbeheer. Dit valt allemaal onder het hoofdstuk ‘Incidentmanagement’ en de ontwikkelingen hierin zijn van het grootste belang. Het feit dat alle grote autofabrikanten hun medewerking verlenen, maakt dat dit systeem straks werkelijkheid wordt.”

Wie zitten er allemaal in deze Data Taskforce? “Dat zijn de volgende EU lidstaten en Wegautoriteiten: Nederland, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Spanje, Ministry of Home Affairs La Subdirección General de Gestión de la Movilidad DGT, Finland, Transport and Communications Agency TRAFICOM, Duitsland, Federal Ministry of Transport and Digital Infrastructure, Luxemburg, Ministry of the Economy, Oostenrijk, ASFINAG, België, Flanders MOW en Engeland, Highways England”, somt de minister op. “De deelnemende Service Providers zijn: HERE Europe B.V. en TomTom Traffic B.V. en als Automotive Supplier: NIRA Dynamics. De deelnemende automerken zijn: Audi, BMW AG, Ford Smart Mobility Ltd, Mercedes Benz, Volvo Cars, Scania en Honda. Verder nog de vereniging ACEA.”

Duurzaamheid in de infra

Wat wordt er van overheidswege gedaan ter bevordering van duurzaamheid in de sector en ter ondersteuning van het klimaatakkoord? “We starten met een subsidieregeling voor emissievrij materieel. We doen proefprojecten, bijvoorbeeld op de A16. We zullen in onze aanbestedingsprocedures steeds meer gewicht geven aan emissieloos werken, zodat er voor de markt een reden is om die kant op te bewegen. Ik snap dat dat soms heel lastig kan zijn voor bedrijven, maar het levert over het geheel genomen ook weer werk op. We maken onderscheid in de aanlegfase en de gebruiksfase, als het om duurzaamheid gaat. Een bijkomend voordeel is dat emissievrij werken in de infra een katalysator is voor niet-infra projecten, want overal is emissieloos werken wenselijk. Veel werktuigen zijn immers uitwisselbaar en worden ook in de bouwsector gebruikt. En wie zich afvraagt of het haalbaar is om te elektrificeren op het gebied van materieel: alle grote automerken doen het al, de fabrikanten van groot materieel hebben hun eerste successen al geboekt. Het kan en het komt eraan. De markt bepaalt wat er gebeurt namelijk”, zegt Minister van Nieuwenhuizen tot besluit.   

Innovatie op maat bij INNODEEN shared solutions

beeld-4
Lees het gehele artikel

Waar andere materialen tekortschieten, zijn kunststoffen vaak de meest praktische en duurzame oplossing. Mensen denken bij kunststof niet direct aan duurzaamheid. De praktijk wijst uit dat speciaal ontwikkelde materialen de levensduur van bouwdelen en technische producten drastisch kunnen verlengen.

Innodeen is al ruim 30 jaar toonaangevend in de ontwikkeling en fabricage van nieuwe materialen en slimme producten. De innovaties volgen elkaar snel op en vinden hun weg naar steeds meer toepassingen. Commercieel technisch adviseur Jos Beverborg: “Wij bieden duurzame alternatieven, voor alle plekken waar anders te snel veroudering, rotting of slijtage optreedt.”

Circulaire constructiematerialen

Innodeen heeft vier materiaalgroepen: Hollodeen, Durodeen, Compodeen en Eelodeen. Ieder materiaal heeft zijn specifieke eigenschappen en meerwaarde, zodat voor uiteenlopende vraagstukken een oplossing gecreëerd kan worden. De meest recente ontwikkeling is het PEFC™ gecertificeerde Compodeen WFC (Wood Fibre Composite). Producten worden in huis vervaardigd met een eigen compound, bestaand uit 72% houtvezel en 28% kunststof. Zonder productieafval en volledig recyclebaar. Toepassingen vinden hun weg in uiteenlopende branches. “Dankzij het geoctrooieerde proces worden de houtvezels in lengterichting gepositioneerd. Samen met de hoge dichtheid geeft dit al een zeer hoge sterkte aan het materiaal.

“Oeverbeschoeiing van Compodeen WFC”

Toepassingen

Producten vinden we terug als treeplanken voor treinen, gevelbekleding, vlonders of als bouwsysteem, bestaande uit holle wanddelen. Hiermee is bijvoorbeeld het Guiuan noodhospitaal op de Filipijnen gerealiseerd”, aldus Beverborg. “Maar dankzij de weerbestendigheid ook zeer geschikt als over oeverbeschoeiing, geluidswerende wanden en hekwerken.”

Samenwerking

“We besteden veel aandacht aan onderzoek en ontwikkeling”, vervolgt Jos Beverborg, “We werken samen met toeleveranciers en verwerkers aan vernieuwende oplossingen. Het mooie is dat er altijd ruimte is geweest voor creativiteit en samenwerking met andere partijen. Dan ontstaan nieuwe mogelijkheden, ook in andere markten. Die kruisbestuiving kan hoogwaardige oplossingen opleveren met gegarandeerde kwaliteit. En dat wordt in steeds meer sectoren herkend.” Heeft u een uitdaging voor Innodeen? Laat het hen weten, dan bieden of ontwikkelen zij de best passende oplossing. Neem dan contact op met j.beverborg@innodeen.nl

Duurzaamheid in de GWW

bouwpraktijk-kopieren
Lees het gehele artikel

“Hoe oud toch nieuw is”

Als wij naar duurzaamheid in de grond-weg-en waterbouw kijken valt op dat dit eigenlijk al heel lang een onderwerp is in de dagelijkse praktijk. Bijvoorbeeld stratenmakers of eigenlijk, zoals zij tegenwoordig heten de makers van de infra, zij zijn al eeuwen duurzaam. Gebakken straatmaterialen worden eruit gehaald en weer terug gelegd. Wij weten niet beter en het is best wonderlijk dat wij ons dat niet beseffen tot vandaag. Ineens zijn wij duurzaam. Hiermee zie je dus dat het woord een enorme betekenis heeft gekregen die door dreunt in alle facetten van ons dagelijks werk in de GWW.

Reconstructie ten behoeve van klimaatproject/duurzaamheidsproject “Emmakwartier Alkmaar”. (2019)

 

Deze betekenis wordt dus gemaakt en ingevuld door processen in onze omgeving in de praktijk maar ook in regelgeving en politiek. Sommigen ervaren dit als een dwangmechanisme maar eigenlijk is het dus doodnormaal. Je zou kunnen stellen dat de nieuwe ontwikkelingen ons helpen om duurzaamheid de body te geven die wij in de sector en ons land graag willen zien.

Grondwerkzaamheden ten behoeve van klimaatproject “terugbrengen van de Jansbeek naar het centrum Arnhem”. (2018)

 

Duurzaamheid beleven op een eigen manier

Inwoners van Nederland en dus Europa beleven deze duurzaamheid ieder op eigen wijze. Daal je dan af naar de woonwijk en stel je jezelf de vraag hoe duurzaam de reconstructie van deze wijk eigenlijk is, dan is het leuk om dit aan haar inwoners te vragen. Vraag hen hoe zij het zien en ervaren. Al eerder heb ik eens een artikel in dit magazine mogen schrijven over het Emmakwartier in Alkmaar. De inwoners daar gingen steeds meer meelopen in duurzame elementen van de reconstructie en konden ons feilloos duiden hoe zij deze duurzaamheid zagen. Voor hunzelf maar ook voor hun kinderen en de toekomst van de wijk. Daar kwam ook de opmerking vandaan hoe je met oud weer nieuw maakt. Duurzaamheid letterlijk in de praktijk. Kort samengevat kun je duurzaamheid dus vatten in een geheel van materialen en menselijk denken. Absoluut een natuurlijke beweging zoals ik wel eens zeg: als je zaken de lucht in gooit komen ze toch altijd weer naar beneden, oftewel alles wat je doet keert weer een keer terug. Het circulaire denken en doen is dus een automatisme.

Rioleringswerkzaamheden “Stadhuislaan Rotterdam”. (2019)

 

Wat gaat dit betekenen voor de toekomst?

In de GWW zie je dat zo mooi met bijvoorbeeld de machines. Een  paar jaar geleden kon men zich niet voorstellen dat zo’n grote graafmachine ook elektrisch zou kunnen zijn. Die oude machines slopen wij niet, nee die bouwen wij om. Nu zijn ze er en komt de stap van hiermee werken en er dus ook naar vragen (of als eis in je bestek opnemen), aan de orde. Daarvoor moet je lef hebben, want de eerste doemdenkers kwam ik alweer op mijn pad tegen. “Ja, twee uur doet hij het en dan moet ik zeker met een stevig diesel aggregaat hem weer opladen”, hoor je dan. Ik weet zeker dat wij de komende jaren nog last zullen hebben van zulke denkers van de remmende voorsprong, maar het gaat net als de elektrische auto, eenmaal op weg gaat het vanzelf.

Dit is ook allemaal duurzaam bouwen en de GWW sector is volop in beweging op dit gebied. Grote uitdagingen staan voor ons, maar ook bedreigingen, zoals bijvoorbeeld PFAS-vervuiling maar ook CO2 uitstoot. Wij weten steeds meer en ook delen wij onze kennis veel beter en laten elkaar daarvan profiteren. In dit magazine kun je veel lezen over de kennis en ervaringen en toepassen in je dagelijkse praktijk. Dat is straks de echte winst van duurzaamheid voor ‘people, planet en profit’. Duurzaam werken is normaal, alleen wordt het tijd dat wij dat allemaal vinden!    

16 april 2020 | Seminar – Duurzaam ontwikkelen, bouwen en onderhouden van parkeergarages

naamloos-3-kopieren
Lees het gehele artikel

DONDERDAGMIDDAG 16 APRIL 2020 | CONGRESCENTRUM DE EENHOORN – AMERSFOORT

Duurzaamheid: misschien wel het meest gebruikte woord in alle goede voornemens en beleidsplannen die we in de bouwsector tegenkomen. Maar bij mooie woorden alleen kunnen we het niet laten. Naar aanleiding van een project dat in 2016 binnen de onderhoudssector werd gestart op het gebied van Duurzaam Onderhoud van parkeergarages, zal dit thema tijdens deze middag verder worden uitgediept door sprekers uit de hele bouwketen.

Ligt bij het ontwikkelen en bouwen doorgaans wat meer de focus op het gebruiken van duurzaam geproduceerde materialen, op circulariteit en op het beperken van de afvalstromen, zal in de gebruiks- en onderhoudsfase vooral het borgen en zo mogelijk verlengen van de levensduur van garages voorop staan.

Het is voor het eerst dat in een dergelijke levenscyclus-benadering de gehele bouwketen hierover met elkaar spreekt. De organisatie verwacht daarom een zeer inspirerende middag die door interessante sprekers met aansprekende voorbeeldprojecten zal worden gelardeerd.

Doelgroepen

Voor deze middag hebben de volgende organisaties aangegeven uitnodigingen onder hun leden te zullen verzenden: NEPROM, NEVAP, IVBN, Bouwstenen voor Sociaal (gemeentelijk vastgoed), Vexpan, Coöperatie Parkeerservice, VBR, Vabor, VLB en Betonvereniging.

Kosten

Voor het bijwonen van deze interessante middag vragen wij een bijdrage van € 145,00 excl. btw per persoon.

Voor een beperkt aantal bedrijven of leveranciers die deze middag willen ondersteunen is er een gelegenheid om in de foyer een kleine stand in te richten waar zij de deelnemers vóór, tijdens en na de lezingen (borrel) verder kunnen ontmoeten. De kosten daarvan bedragen € 750,00 excl. btw (inclusief 2 toegangskaarten).

Wilt u aan deze middag deelnemen?

Zodra het programma definitief is, zal via diverse brancheorganisaties een officiële uitnodiging worden verspreid. Mocht u daar niet op willen wachten, kunt u zich alvast aanmelden per e-mail bij: info@vbr.nl. Ook bedrijven die een kleine standruimte zouden willen reserveren kunnen hier terecht.

Vexpan Nationaal Parkeercongres: duurzaamheid in parkeren & mobiliteit

nationaal-parkeercongres-2019-kopieren
Lees het gehele artikel

Op donderdag 10 oktober a.s. organiseert Vexpan het jaarlijkse Nationaal Parkeercongres in de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) te Rotterdam. Gekozen is voor het uitdagende thema ‘Duurzaamheid in mobiliteit & parkeren’. Waar raken duurzaamheid en circulariteit het onderdeel ‘parkeren’ in de mobiliteitsketen? Hoe kan het parkeerbeleid een instrument zijn voor de invulling van duurzaamheidsambities?

Duurzaamheid in mobiliteit en parkeren

Keynotes behandelen onderwerpen zoals smart mobility, nieuwe logistieke concepten in relatie tot de aanpak van CO2-reductie. Hoe ziet een duurzame mobiliteitsketen eruit, welke nieuwe ontwikkelingen zien we opkomen? Maar vooral, wat gaat de toekomst ons brengen? Op die brandende vragen laat trendwatcher duurzaamheid en technologie Melanie van Polen in haar presentatie ‘Next mobility: een toekomst vol innovaties en oplossingen’ haar licht schijnen.

Workshops

In de middag is er de mogelijkheid om in een interactieve setting verschillende workshops te volgen. Met elkaar worden probleemstellingen uitgewerkt rondom onder andere de inventarisatie van duurzame parkeerinstrumenten voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, oplaadstress bij gemeenten, fietsparkeren en on- en off-street parkeren uit. Deelnemers kunnen kiezen uit meerdere workshops en er daarvan twee bijwonen. Kom vooral met meerdere collega’s, zodat u zoveel mogelijk van de dag meekrijgt! Een workshop kan ingeruild worden voor een tour op locatie in het Innovation Dock.

Innovatieve locatie

Ieder jaar kiest Vexpan voor bijzondere locatie. Dit jaar is er gekozen voor het congresgebouw van de RDM, de voormalige “Rotterdamsche Droogdok Maatschappij”. RDM Rotterdam is de plek voor innovatie, waar verrassend dichtbij de stad bedrijven, studenten en onderzoekers samen aan technische projecten werken. Een inspirerende plek die u gezien moet hebben!

Het Vexpan Nationaal Parkeercongres 2019 is door iedereen bij te wonen. Bekijk het volledige programma op Vexpan.nl/ en meld u aan.

Ervaar de reis naar het congres als een MaaS-Experience!

We willen alle bezoekers van het congres oproepen om voor een andere manier van reizen te kiezen dan gebruikelijk. Maak gebruik van de watertaxi, elektrische scooter, gebruik de e-bike of ga met de trein. Film uw reis en vertel ons over uw ervaringen via #Vexpan, of stuur het naar info@vexpan.nl. De leukste inzending staat een mooie prijs te wachten.

Over Vexpan

Vexpan is dé autoriteit op het gebied van parkeren binnen de sector mobiliteit en stedelijke ontwikkeling. Vexpan streeft ernaar de verschillende belanghebbenden met elkaar te verbinden door informatie-uitwisseling in het kennisnetwerk, om zo integraal de kwaliteit van het vakgebied parkeren continu te verbeteren.

De Pen | Ans Rietstra Directeur Projecten bij ProRail

diner-pensant-2018-101-kopieren
Lees het gehele artikel

“Ik pleit voor burgerlijke ongehoorzaamheid zonder de wet te overtreden”

Het OV wordt gedomineerd door een duurzaam karakter. De hele context van duurzaamheid was onder meer mijn beweegreden om in 2016 toe te treden tot ProRail, als atypische functionaris op een mooie plek. Ik werk graag in het publieke domein, heb verbeteringen doorvoeren als drive en doe graag nieuwe dingen in teamverband. ProRail heeft een voorbeeldfunctie voor de rest van de markt, we zijn immers een van de grootste opdrachtgevers in de publieke sector.

Met 180 jaar op de teller zijn we ook een oude sector, waar veiligheid altijd dominant aanwezig was. Dat is prima, want iedereen die op en aan het spoor werkt zien we graag veilig thuiskomen. Door regels en voorschriften echter, constateer ik dat innovatie maar langzaam op gang komt. Om die reden heb ik nu een groep mensen aan het werk gezet om die regels en voorschriften dusdanig vorm te geven, dat aannemers innovatief kunnen en mogen zijn op het terrein van duurzaamheid en toch rendabel kunnen werken.

Oprechte bedoeling als uitgangspunt

Wanneer we oprechte bedoelingen als uitgangspunt vooropstellen, dan mogen de regels daarop aangepast worden. Om dat te kunnen doen moet de dialoog mogelijk gemaakt worden. Het is zeker geen makkelijke klus om aannemers in de gelegenheid te stellen om duurzaam te zijn, te innoveren en zichzelf daardoor niet uit de markt te laten prijzen. Dat vraagt om gezamenlijk onderzoek en de nodige experimenten. Ik pleit daarom voor burgerlijke ongehoorzaamheid zonder de wet te overtreden. We hebben behoefte aan mensen en organisaties die het voortouw willen nemen om de bedoeling van duurzaamheid vooropstellen, om de klus te klaren. Die zoektocht vindt zowel extern als intern plaats. We zoeken mensen die denken in kansen en deze ook echt benutten, in plaats van in beperkingen te denken.

Duurzaamheid gaat ook over de mens zelf

Het streven is om duurzame relaties te creëren tussen mensen, duurzame verbindingen te leggen. Daarom zoek ik mensen die zich uitgedaagd voelen en bereid zijn om voor de lange termijn te gaan. Mijn rol daarin is het inspireren en motiveren van deze mensen, ProRail is bij uitstek de geschikte organisatie voor het realiseren van een dergelijke duurzaamheidsdoelstelling. Ik ben het aan mijn stand verplicht om dat te doen, anders zou ik hier niet werken.

Deze mindset in het werk heb ik al vanaf mijn 28e. Ik ben een “mensen-mens” en geloof niet in het voorschrijven van iets zonder daar zelf ook in te geloven. Daarom bewijs ik graag dat het wèl kan. Het feit dat je iets goeds doet, iets leuks neerzet voor de mensen, is een enorme motivator. Dat je dit als projectmanager en -groep kan laten zien is geweldig!

Werken in beheersbare stappen

ProRail doet mee aan een aantal buitenlandse initiatieven. Als ProRail hebben we een alliantie met Rijkswaterstaat, samen wisselen we kennis uit met het buitenland. Soms is het lastig, omdat wij in Nederland een beduidend andere structuur kennen. We leren echter van elkaar en maken een goede vertaalslag voor Nederland. Geen sinecure! Wat betreft de medewerking van de politiek: we kunnen alleen maar hopen -en voor een deel afdwingen met respect- dat er maximale medewerking verleend wordt. Zelf ben ik ervan overtuigd dat we in beheersbare stappen te werk moeten gaan en daarbij eerst “het laaghangende fruit” moeten plukken. Een voorbeeld daarvan is het hergebruik van ballast. Hoe zorgen we dat het hek van de aannemer twee meter verder komt te staan? Voorschriften dienen we daarbij gedifferentieerd toe te passen. Als drijfveer geldt: “Hoe kunnen we het voor onze kinderen beter maken?”

Elkaars kracht gebruiken in plaats van misbruiken

Je krijgt je zin pas als je bedoeling goed is. Als je aan het roer staat, dan moet je zorgen dat je bemanning goede dingen doet. Eerst vragen stellen, dan pas oordelen. Als leider moet je inspireren en de dialoog faciliteren. Ruimte creëren om mensen te laten excelleren. We moeten elkaars kracht gebruiken, niet misbruiken.

Duurzaamheid is niet duur. Er kan gewoon verdiend worden, als je de zaken goed aanpakt. Wel moet men durven investeren, elke (r)evolutie heeft geld gekost!

De waarde van een project en onderneming wordt medebepaald door de mate van duurzaamheid

hl_tunnelbw2
Lees het gehele artikel

Hedendaagse vraagstukken die de nodige uitdagingen met zich meebrengen en vragen om innovatieve, werkende oplossingen zijn digitalisering, duurzaamheid, energietransitie en klimaatadaptatie. Advies- en ingenieursbureau Lievense heeft in haar dienstverlening deze vier actuele thema’s centraal staan. Tegenwoordig wordt de waarde van een project en onderneming medebepaald door de mate van duurzaamheid. Lievense streeft ernaar om een bijdrage te leveren aan duurzame oplossingen voor infra-, bouw- en milieuvraagstukken en heeft zichzelf duurzaamheidsambities opgelegd.

Lievense is bij meerdere projecten betrokken (geweest) op verschillende niveaus waarbij circulariteit een belangrijke rol speelt. In Friesland en Groningen is onder meer gewerkt aan de volgende projecten waarbij is gestreefd naar het opnieuw gebruiken van (bouw)materialen.

Gemaal Fallingabuorren in Ferwoude
Wetterskip Fryslân is verantwoordelijk voor het waterbeheer in de provincie Friesland en het Groninger Westerkwartier. In opdracht van Wetterskip Fryslân heeft Lievense een studie uitgevoerd naar het gebruik van bestaand beton in een nieuwe betonconstructie. Het resultaat van deze studie is onder andere de ontwikkeling van een stroomschema om het toegestane percentage hergebruik betongranulaat per object te bepalen. In dit schema staat vermeld aan welke eisen het betongranulaat moet voldoen en wat de gevolgen zijn. Er wordt onderscheid gemaakt in het hergebruiken van nog te slopen betonconstructies die gebruikt worden voor het nieuwe betonmengsel én het toepassen van betongranulaat in het betonmengsel. De kennis is toegepast bij het project gemaal Fallingabuorren, waarbij een bestaand gemaal is gesloopt en het beton vervolgens is hergebruikt in de nieuwe betonconstructie. 

Het effect van het toepassen van betongranulaat in plaats van ‘normaal’ toeslagmateriaal, wordt sterk bepaald door de hoeveelheid. Bepalend voor de maximale hoeveelheid betongranulaat zijn de specifieke prestaties die aan het beton worden gesteld. Bijvoorbeeld de sterkte-, milieu-, en consistentieklasse en de toepassing. Voor het behalen van de circulaire doelen heeft Lievense zowel het voorlopig ontwerp, definitief ontwerp als bijhorende RAW bestek opgesteld. Het gemaal is in 2018 gerealiseerd door Oosterhuis BV uit Nijeveen.

Duurzaamheid

Gemaal Fallingabuorren Ferwoude.


Brug Aldwaldmersyl in Oudwoude
Voor gemeente Noordoost Friesland heeft Lievense een studie uitgevoerd naar de toepassing van een tweedehands brug in samenwerking met OHPEN Ingenieurs, Farsk Architecten en Hogeschool NHL Stenden.

De Aldwaldmersyl is een oude sluis in de Wâlddyk, een slaperdijk ten noorden van Kollum in Noordoost Friesland. De bestaande brug is aan het eind van zijn levensduur en heeft onvoldoende draagvermogen voor het hedendaagse verkeer. Voorkeur ging uit naar een circulaire oplossing, namelijk het benutten van een tweedehands brug. Het valdeel van een oude brug uit buurtschap Ritsumasyl werd mogelijk geschikt geacht om de brug aan de Wâlddyk in Oudwoude te vervangen.

Het idee om een oude brug te hergebruiken, ontstond uit een innovatieve samenwerking tussen de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven. Betrokken partijen bij dit project waren advies- en ingenieursbureau Lievense, DDFK Gemeenten, NHL Stenden, FARSK, Koninklijke Oosterhof Holman en OHPEN Ingenieurs betrokken. Alle betrokkenen zagen de noodzaak in van het hergebruiken van schaarse middelen en het doorbreken van traditionele samenwerkingsvormen.

Het haalbaarheidsonderzoek, dat inzicht geeft in de wijze waarop het vernieuwen van de brug in Oudwoude tot stand komt, werd met een positieve conclusie afgesloten. Vervolgens werd een inpassingsplan opgesteld waarin alle stappen van de plaatsing van de brug uitgebreid beschreven zijn. Achteraf bleek dat het tweedehands brugdek chroom-6 bevatte wat uiteindelijk heeft geleid tot het niet benutten van dit brugdek. De bestaande brug wordt grotendeels gehandhaafd. Lievense verzorgt hierbij de begeleiding van het constructief ontwerp.

Dit project heeft aangetoond dat het mogelijk is om op relatief korte termijn duurzame initiatieven in de praktijk te brengen. De focus in dit project lag op het doel en minder op mogelijke obstakels, eenvoudigweg omdat de obstakels vooraf nog niet bekend waren. Met het project ‘Tweedehands brug Aldwaldmersyl’ heeft het projectteam laten zien dat zij vooroplopen als het gaat om het hergebruiken van grote bouwmaterialen. 

Duurzaamheid

Bestaande brug Aldwaldmersyl. (Beeld: Vliegend.nl BV)


Amalia tunnel Julianaplein te Groningen
In 2008 is het Julianaplein in Groningen gereconstrueerd. Hierbij is onder meer de Amaliatunnel speciaal voor fietsers en voetgangers gebouwd. Binnen het D&C contract is de Amaliatunnel destijds door Lievense ontworpen in prefab elementen die middels naspanning aan elkaar zijn gekoppeld. 

Met de komst van de zuidelijke ringweg in Groningen dient de Amaliatunnel te worden verwijderd. Met de kennis van nu leent het ontwerp zich prima voor hergebruik. Gezien de geringe leeftijd van de tunnel zal deze worden gedemonteerd en op een andere locatie binnen de gemeente Groningen worden hergebruikt. 

In de nieuwe situatie is het niet meer mogelijk de tunnelelementen op de oorspronkelijke wijze te koppelen en de waterdichtheid te garanderen. Daarom is gekozen voor aanleg boven de grondwaterstand op een (onderheide) betonvloer. Het haalbaarheidsonderzoek van het hergebruik van de tunnel wordt momenteel uitgevoerd door Lievense.