Tagarchief: Beton

3D beton printen is volwassen geworden. Van papier naar praktijk in Eindhoven

BvOF-2021_0429_AMJ-Eerste-bewoonde-3D-betongeprinte-woning-Proj
Lees het gehele artikel

Gevoed met een 3D-file waarin het te printen object gecodeerd is, print de robot met pijnlijke precisie uit het niets een betonnen object. Mogen we de betonsector lidmaatschap van de maakindustrie toedichten? Ja, 100%. Het epicentrum van deze futuristische bouwwijze: Eindhoven.

De printrobot in actie in de fabriek.

Eigenaar van de betonprintfabriek is Saint Gobain Weber Beamix, voor wie het 3D betonprint avontuur pas echt vaart kreeg toen zij zich als industrieel partner aansloot bij het 3D Concrete Printing onderzoeksprogramma van de TU Eindhoven.We zijn in gesprek met Marco Vonk, marketingmanager, Peter Paul Cornelissen, international 3D projectmanager en Gian Sterken, 3D sales projectleider.

Het printen van het Milestone huis.

Disruptieve technologie

De oude Egyptenaren, Babyloniërs, Feniciërs, Grieken en Romeinen kenden reeds de voordelen van het gebruik van (ongewapend) beton. Sindsdien heeft beton een evolutie doorgemaakt qua samenstelling en verwerking, maar geen enkele ontwikkeling ligt zo ver af van de oorsprong, als 3D printen. We spreken dus over een disruptieve technologie die, zoals bij elke disruptie, alleen kan ontstaan door innovatiedrang, out of the box denken, gedrevenheid en early adopters. Feit: de functies van de heren van Saint Gobain Weber Beamix bestonden 5 jaar geleden nog niet. 3D betonprinten is dankzij de inspanningen in Eindhoven volwassen geworden, volledig inzetbaar en kent inmiddels een paar sterke wapenfeiten.

3D geprinte fietsbrug bij Gemert.

“Bij deze technologie moet er aan andere voorwaarden worden voldaan dan gebruikelijk”, opent Peter Paul het gesprek. “Dat begint al met de manier waarop een 3D-model opgebouwd moet worden en dat eindigt met de samenstelling van het betonmengsel. We spreken over twee betonstromen; enerzijds snel uithardend beton, bestaand uit twee componenten, anderzijds vloeibaar beton dat na extrusie een eigen huid vormt met draagkracht. Dat laatste is van cruciaal belang, omdat de robot het printwerk in lagen opbouwt en het gewicht van de bovenste lagen niet de onderste lagen mag beïnvloeden. Tegelijk moeten de laagjes in elkaar vloeien om een monolithisch geheel te vormen waarmee gerekend kan worden. Het printmateriaal moet dus geoptimaliseerd zijn om dragende en vormvaste eigenschappen te hebben. Inmiddels werken we met de 5e generatie mortel die R&D van Weber Beamix heeft ontwikkeld, met succes. De balans is optimaal te noemen.”

“Een mooi voorbeeld is een beurs in Las Vegas waar we stonden met een volledig werkende robot, die live beton stond te printen.”

Rechtstreeks printen of bekistingen printen

De mogelijkheden van 3D betonprinten zijn eindeloos. Hoe zit het met wapening, vragen we. Gian antwoordt: “Daar zijn meerdere mogelijkheden voor. We kunnen wapeningsdraad meevoeren in de mortel, er kunnen verstevigingsvezels aan de mortel worden toegevoegd, of, indien we 3D betonnen bekisting printen, kunnen er stalen pennen handmatig aan de geprinte bekisting worden toegevoegd.” Daar voegt Peter Paul aan toe: “Door de andere manier van werken echter is traditionele wapening soms niet nodig. Een goed voorbeeld daarvan wordt gevormd door de bruggen die we inmiddels geprint hebben, waarbij de 3D-engineering gezorgd heeft dat het eindproduct een bepaalde voorspanning bezit.”

Geprinte pilaren voor de brug bij Nijmegen.

De wereld mag veroverd worden

“We komen nu uit het stadium dat iedereen met open mond staat te kijken en daarna verbaasd doorloopt. Het is goed doorontwikkeld, het werkt en het kan ingezet worden. Een mooi voorbeeld is een beurs in Las Vegas waar we stonden met een volledig werkende robot, die live beton stond te printen. De bezoekersstatistieken wezen uit dat we meer bekijks hadden dan Elon Musk met zijn hyperloop. Als we nu naar de praktijk kijken, dan zien we dat de meer open minded opdrachtgevers direct het voordeel van 3D betonprinten inzien en ook trots zijn op het feit dat ze opdrachten kunnen verlenen. De eindresultaten spreken voor zich, dan heb ik het bijvoorbeeld over de geprinte bruggen bij Nijmegen en Gemert en, ook een huzarenstuk, het 3D geprinte Milestone House. De wereld mag dus veroverd worden.”

Peter Paul: “Met name het Milestone House laat zien dat er andere vormentaal mogelijk is. Dat betekent dat ontwerpers weer nieuwe, niet eerder vertoonde creatieve opties tot hun beschikking krijgen. Ook betekent dat een omschakeling naar anders werken met je bekende 3D-software. Om 3D betonprinten gemeengoed te laten worden, is het van het grootste belang dat we onze kennis hierover blijven delen, zodat iedereen eraan kan wennen.” Ook in het consortium wordt samengewerkt als het om delen van kennis gaat. Marco legt uit: “Vanaf de opening van de fabriek hebben we mensen uitgenodigd, de TUe doet er alles aan om dit uit te dragen en we beschikken inmiddels over ambassadeurs die geen kans onbenut laten om dit te promoten.”

Er valt nog veel te leren

“De realiteit is dat ik traditionele 3D-ontwerpen aangeleverd krijg, die ik omzet naar 3D-printbare ontwerpen.  We kijken of we de techniek passend kunnen krijgen, waarbij ik wel aangeef wat er dan anders had gemoeten. Daar leert de betreffende ontwerper weer van.” Het leerproces stop niet bij werkvoorbereiding en printwerk zelf. Peter Paul: “Het gaat om het begrijpen van het hele proces. 

Er is een duidelijk voor- en natraject. 3D betonprinten levert namelijk ook maatschappelijke en economische voordelen op. Je verbruikt minder materiaal, er is minder zwaar transport nodig, er is minder omgevingshinder en je werkt een stuk sneller.”

‘Je moet het gewoon durven’

Beschouwen de heren zichzelf als pioniers? Marco is er duidelijk over: “Absoluut niet. Als je die vraag in 1999 had gesteld, dan waarschijnlijk wel. Zolang wordt er al research gedaan naar 3D betonprinten. Naast de mechanische en elektronische ontwikkelingen, die vandaag de dag meer mogelijkheden brengen dan ooit tevoren, lag en ligt de focus op de mortel. De mortel is speciaal, onze fabriek is speciaal. We spreken over ‘design by testing’.” Peter Paul vult aan: “Ons materiaal is door de universiteit en meerdere instituten onderzocht. We bewaken de kwaliteit van droge mortel naar silo, van silo naar de nozzle, van geprint product tot de performance van de robot. Het hele traject wordt gemonitord en deze data is een integraal onderdeel van onze kwaliteitscontrole, dat geeft vertrouwen. Voor diverse projecten is dit onder andere gevalideerd door de TUe, ook de belasting van het product.”

Dankzij het partnership met de TUe en de steeds groter wordende lijst met geslaagde praktijkprojecten wordt er flink gewicht in de strijd gegooid. Marco: “Het is nu aan ons om de toepasbaarheid en betrouwbaarheid bekender te maken, zodat meer en meer professionals in de bouw met eigen ogen kunnen zien dat 3D printen van beton een volwassen techniek is geworden. Een techniek die bovendien economisch toepasbaar, duurzaam, flexibel en betrouwbaar is. Wat we nodig hebben zijn nog meer opdrachtgevers die denken in de mogelijkheden en de toegevoegde waarde van 3D printen samen met ons gaan ervaren.”   

Instandhoudingsonderzoek van een brug waarvan weinig bekend is

Brug-AK14
Lees het gehele artikel

Stapsgewijs onderzoek

Brug AK14 is gelegen aan de Geesterweg over de ‘Slikker Die’ in Akersloot en is in beheer van de organisatie BUCH (gemeente Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo). Het object heeft een in situ gestort rijdek met geïntegreerde dwarsdrager met vier steunpunten (betonnen palen), en is aan de oostelijke zijde 3,25 meter verbreed (ook in situ). In opdracht van de organisatie BUCH  heeft Iv-Infra stapsgewijs (en daarmee kostenefficiënt) onderzoek uitgevoerd aan deze brug.

Bovenwapening vrijgemaakt door middel van waterstralen.

Stap 1: Inspectie + kwalitatieve beoordeling

De onderhoudstoestand van alle onderdelen boven maaiveld/waterlijn is in kaart gebracht en door beperkt destructief onderzoek is bepaald of carbonatatie en/of (ingemengde) chlorides in het beton aanwezig zijn. Hierbij zijn aan de onderzijde van het dek en aan de dwarsdragers veel betonschades waargenomen. Op plekken waar de betondekking niet meer aanwezig is, is lichte tot matige aantasting van de wapening waargenomen. In de dwarsdragers zijn nabij de reparatieplekken boven de betonpalen diagonale scheuren aangetroffen. De algehele onderhoudstoestand is matig, de aangetroffen reparaties zijn onvoldoende uitgevoerd en scheurvorming in de dwarsdragers reduceren de constructieve draagkracht. 

Het carbonatatiefront blijkt over het algemeen niet voorbij de eerste wapeningslaag te komen. Het chloridegehalte in het oude dekdeel is daarentegen op meer dan 50% van de proeflocaties hoger dan de grenswaarde (0,4% m/m cement). Ingemengde chlorides zijn uitgesloten. Tijdens de inspectie is ook de geometrie in kaart gebracht. 

Op basis van het bovenstaande wordt instandhouding van de brug als een reële optie gezien. De constructieve veiligheid voor de komende 30 jaar zal door een herberekening moeten worden bepaald. 

Stap 2: Nader onderzoek 

Ten behoeve van de verificatieberekening van het brugdek zijn minimaal gegevens benodigd over de constructieve dikte van het brugdek, de betonsterkteklasse, de toegepaste betonstaalkwaliteit en de wapeningsconfiguratie. Deze gegevens heeft Iv-Infra in twee dagen tijd vastgesteld, met slechts een ponton en steiger, waardoor geen verkeersmaatregelen benodigd waren. 

De betonsterkte is bepaald door middel van het nemen van betonkernen Ø100 mm, waarvan de locaties in samenspraak met de constructeur zijn bepaald. Daarbij is één van de boorlocaties gebruikt om lokaal de werkelijke constructiehoogte te achterhalen. Verspreid over de onderzijde van het dek zijn drie wapeningsstaven uitgenomen om de toegepaste wapeningskwaliteit vast te stellen. Alle proeflocaties zijn hersteld en de betonkernen en wapeningsstaven zijn in een laboratorium beproefd. 

Met een betonradar is de wapening vanaf de onderzijde van het dek en de dwarsbalken in kaart gebracht. Hierbij is gekeken welke wapening er onder en bovenin het dek ligt en of de wapening opbuigt nabij de steunpunten, of dat er in het veld extra wapening is bijgelegd. Vervolgens is de exacte toegepaste diameter vastgesteld middels destructief onderzoek.

De resultaten van het niet-destructief inwinnen van de wapeningsconfiguratie met een betonradar is sterk afhankelijk van de omstandigheden. In het geval van brug AK14 is het gelukt om de wapening vrij nauwkeurig in kaart te brengen, met uitzondering van enkele moeilijk bereikbare locaties, zoals eventueel extra steunpuntswapening.

Onvoldoende uitgevoerde reparaties onderzijde dek met gevolg doorgaande wapeningscorrosie.

Stap 3: Verificatieberekening

De informatie van stap 2 is input voor de verificatieberekening. Het brugdek is gemodelleerd in het EEM-programma SCIA Engineer. In de berekening zijn enkele (conservatieve) aannames gedaan ten aanzien van de constructieve dekdikte van het gehele dek en een deel van de bovenwapening.

Conclusie van deze herberekening was dat de capaciteit van het dek onvoldoende is om te voldoen aan de gestelde sterkte-eisen conform vigerende normen. Aangezien de capaciteit op enkele specifieke locaties werd overschreden is een beknopte literatuurstudie uitgevoerd naar vergelijkbare bruggen. Dit deed vermoeden dat er meer bovenwapening ter plaatse van de steunpunten aanwezig is dan nu conservatief is aangenomen. Om deze reden is aanbevolen om deze bovenwapening alsnog in kaart te brengen. Als er inderdaad extra wapening aanwezig blijkt te zijn, dan zal het brugdek voldoen aan de gestelde eisen.

Stap 4: Onderzoek bovenwapening + herziening verificatieberekening

Bij de beoordeling van de constructieve dekdikte was vastgesteld dat aan de bovenzijde van het dek een uitvullaag is toegepast. Aangezien de dikte van deze uitvullaag en het asfalt niet exact bekend was en een destructieve verificatie van de wapeningsdiameter benodigd was, is besloten om nabij het steunpunt een vak van circa 0,5 bij 0,5 meter vrij te maken van beton. Dit is gedaan door middel van waterstralen. Deze methode is beheerst en tast de wapening niet aan. Na het vrijmaken van de wapening werd het vermoeden bevestigd: de extra bovenwapening is aanwezig. Deze informatie is vervolgens verwerkt in de verificatieberekening. 

Uit de aangepaste verificatieberekening blijkt dat de constructie voldoende capaciteit heeft en daarmee voldoet aan de gestelde sterkte-eisen conform vigerende normen. In de berekening is uitgegaan van de oorspronkelijke situatie, wat betekent dat de schadebeelden op korte termijn duurzaam moeten worden hersteld. Voor de tussentijd is een beperkte aslastbeperking van 45 ton totaallast geadviseerd om verdere toename van schades te voorkomen.

Schadebeeld aansluiting dwarsdrager – betonpaal.

Stap 5: Herstelplan

Om de brug in originele staat terug te brengen zijn herstelwerkzaamheden benodigd. In het herstelplan zijn twee CUR-aanbevelingen als leidraad gehanteerd. Voor het herstellen van de betonschades de CUR-aanbeveling 118:2015 en voor het injecteren van de scheuren de CUR-aanbeveling 119:2016. Belangrijk is dat gezien het grote percentage aangetast oppervlak aan de onderzijde van het dek is besloten om de onderzijde van het betondek in zijn geheel te vernieuwen. Ten behoeve van de bepaling van de saneringsdiepte moeten twee zaken worden meegenomen: de mate van corrosie van de staaf en de dikte van de betondekking. Het vrijgekomen betonstaal moet worden gereinigd conform NEN-ERN ISO 8501-1. Met het oog op het verkeer is een methode gevonden om de werkzaamheden gefaseerd uit te voeren, waardoor de brug in gebruik kan blijven.

Stap 6: Uitvoeren herstelwerkzaamheden

Intussen zijn de werkzaamheden aan brug AK14 met succes afgerond en is de brug weer in goede onderhoudstaat hersteld.  

Dankzij de getrapte aanpak is de constructieve veiligheid doelgericht en kostenefficiënt aangetoond en het benodigde onderhoud in kaart gebracht. Door een weloverwogen stappenplan kunnen bruggen met een matige onderhoudsstaat toch constructief voldoen.     

Beton is de basis voor wonen, werken en welzijn

DSC02745
Lees het gehele artikel

Anno 2021 is beton onderdeel van de duurzaamheidsdiscussie, waarbij critici zich vaak negatief uitlaten over de CO2-uitstoot die samenhangt met het eindeloos toepasbare bouwmateriaal. Betonhuis maakt zich sterk om het duurzame karakter dat toegedicht kan worden aan beton te benadrukken. We spreken met Ron Peters, directeur van Betonhuis.

“We vertellen al sinds de oprichting van Betonhuis dat de CO2-footprint van beton in de juiste context gezien moet worden”, opent Peters het gesprek. “Op water na is beton het meest geconsumeerde product ter wereld. Het aandeel in de mondiale CO2-uitstoot dat beton heeft, komt door het enorme volume, dat is wereldwijd 7% van de uitstoot. Bedenk dan voor Europa een aandeel geldt van 3% tot 5% en we in Nederland zitten op 1,6%.”

Nederland scoort beter

Waarom scoren we in Nederland dan beter? Peters: “Omdat we van oudsher pioniers zijn. Wij zoeken naar innovaties. Volumematig zijn we misschien maar klein, op het gebied van kennis, vernieuwing en toepassing lopen we ver voorop. Zo kennen we in Nederland ook meer prefabbeton dan in andere landen. We durven met nieuwe betonmengsels te experimenten en krijgen ook de ruimte om die in de praktijk te testen. Het Betonakkoord bijvoorbeeld is inmiddels een kleine 3 jaar verder en men realiseert zich in de industrie dat de BV Nederland er bij gebaat kan zijn. Duurzaamheid in onze industrie is al jaren bezig en de kansen van het Betonakkoord mogen best gezien worden.”. Wij dragen dat uit. “

De Lentloper. Deze brug, die ook wel Promenadebrug wordt genoemd, verbindt het nieuwe eiland Veur-Lent met de nieuwe noordoever van de Waal.

Missie en visie herijkt

Betonhuis vertegenwoordigt zeven sectoren die ieder hun eigen belangen hebben en een gezamenlijk belang. Hoe krijg je dan ‘de neuzen dezelfde kant op’? Peters ziet die opgave als een van de grote verdiensten van Betonhuis. “Precies daarom zijn we er. Samenwerken is de sleutel voor succes en door de betrokken partijen bij elkaar te brengen, kennis te delen en innovatie te stimuleren -en samen aan te pakken- komen we waar we zijn moeten. Wel is het zo dat we in onze rol als voortrekker mee moeten groeien met alle veranderingen om ons heen. Om die reden hebben we onze missie en visie herijkt. Wij vinden dat we niet zonder beton kunnen, aangezien beton een grote rol speelt in wonen, werken en welzijn en daarmee de welvaart in het algemeen. We streven daarbij naar een zo laag mogelijke milieu-impact. Onze strategie is om Nederland te helpen de klimaatdoelstelling te realiseren. Door middel van webinars (11 in totaal, zie kader) leggen we de handelingsperspectieven uit. Daarin komen bijvoorbeeld zaken aan bod als het omgaan met alternatieven, zoals geopolymeren en uitgestelde verharding. We kijken op toepassingsniveau naar alles.”

Last van een ‘remmende voorsprong’

Binnen het Betonakkoord wordt er aan ‘matchmaking’ gedaan. Peters licht toe: “Bij een nieuwe toepassing kijken we welke partij het durft toe te passen.   

We bekijken of de risico’s verzekerbaar zijn en wie deze risico’s moet of moeten dragen. Er wordt een balans gezocht tussen beschikbaarheid van grondstoffen, technische toepasbaarheid, constructieve veiligheid en milieuvoordeel.” Hoe zorg je ervoor dat een innovatie ook echt opgepakt wordt, na goedkeuring? Peters: “Zodra een innovatie mainstream wordt, dan volgt de markt dit vanzelf. Als je op kop loopt met een innovatie, dan heb je altijd last van een ‘remmende voorsprong’. De industrie is al jaren bezig om te verduurzamen en het milieu te ontlasten. Het is onze gezamenlijke, morele plicht om verder te verduurzamen.”

Ook logistiek gezien valt er veel te winnen. Voor Betonhuis is het evident dat er altijd gekeken moet worden naar logistiek met de kleinste CO2-uitstoot. “We onderscheiden fabrieken die betonproducten maken, vaste betoncentrales en mobiele betoncentrales. Aanvoer per schip heeft de voorkeur, als dat kan. Met een groot schip bespaar je tot wel 140  vrachtauto’s die af- en aanrijden. Kun je een betoncentrale tijdelijk bouwen bij een groot project, dan levert dat direct voordeel op. Pragmatisch omgaan met transport is het devies. Verder is pragmatisme ook belangrijk bij de productkeuze in de bouw. We zijn geen ‘betonevangelisten’. Als er een bouwmateriaal meer toegevoegde waarde heeft dan beton in een situatie, dan moet je daarvoor kiezen, als het duurzamer is. Wij adviseren daar ook in, we kennen ons eigen product immers goed. Het doel is om de klimaatdoelstelling te halen.”

Jan de Koning: “We moeten beton zien als een kunstmatig gesteente. We moeten deze ‘rock science’ opnieuw definiëren.” (Foto: De Jong Beton).

Heroriënteren en brood-nodige discussies voeren

We spreken met Jan de Koning van De Jong Beton. Hij is met drie werkgroepen bij Betonhuis aan het onderzoeken hoe de samenstelling van beton duurzamer kan. Zelf verwerkt De Jong schoon beton tot esthetische betonnen elementen, het zogenaamde ‘architectonische beton’. “We moeten beton zien als een kunstmatig gesteente. De samenstelling met cement van kalksteen is een keuze geweest van destijds. Een momentopname, een keuze gebaseerd op onwetendheid. Vandaag weten we dat kalksteen CO2 opslaat en bij verbranding dit weer uitstoot. Meer dan de helft van kalksteen is CO2! Dat moet anno 2021 echt anders. We breken met kalksteen de verkeerde bergen af. Daarom is heroriënteren van belang, er is discussie nodig. We moeten deze ‘rock science’ opnieuw definiëren en doen dit in drie werkgroepen. Daarin onderzoeken we hoe we optimaal met cement kunnen omgaan, door minder cement nodig te hebben, we kijken naar alternatieve bindmiddelen, zoals geopolymeren en we herevalueren aluminium cement. Hoe kunnen we daar sterk beton mee maken? Om een goed beeld te krijgen hebben we de hulp van een betontechnoloog ingeroepen, die fabrieken bezoekt om te kijken en advies te geven en is er een intensief samenwerkingsverband met universiteiten. Samenwerken wordt de norm! Ons streven? We willen naar 100 kg CO2 per kuub beton. Dat zou een mooie reductie zijn.”

Hans Mascini: “We hebben een nieuw type rioolbuis ontwikkeld, die energetisch beter te produceren is en die bestendiger is tegen zuren. Minder energie nodig bij producten en een langere levensduur onder de grond zijn ook punten waarop winst te boeken valt. (Foto: Kijlstra Beton).

‘Onze gezondheid zit onder de grond’

Betonhuis heeft diverse campagnes lopen, waaronder ‘Transparant beton’ en ‘Onze  gezondheid zit onder de grond’, waarbij de tweede gaat om riolering van beton. Hans Mascini, directeur van Kijlstra Beton, is voor de sector riolering verbonden aan Betonhuis. Hij vertelt: “Mensen moeten zich realiseren dat riolering de grootste bijdrage heeft gebracht aan de levensverwachting van de mens. De oude Romeinen hadden al betonnen riolering. Na de val van het Romeinse rijk is de technologie even in de vergetelheid geraakt, met alle gevolgen van dien. Kijken we naar de middeleeuwen, dan zien we dat open riolen, of geen riolen, hebben gezorgd voor uitbraken van ziekten. Gesloten riolering is dus van levensbelang en beton heeft ervoor gezorgd dat dit mogelijk werd. De uitdaging is nu om te kijken hoe we betonnen riolering nog verder kunnen verduurzamen. Daarover is een hele andere discussie te voeren, omdat aan de prestaties van rioleringsbeton extreme eisen worden gesteld. De chemische bestendigheid en vloeistof ondoordringbaarheid zijn van levensbelang. We kunnen het ons niet permitteren om te gaan experimenteren met geopolymeerbeton voor riolering, als we niet op voorhand de veiligheid kunnen garanderen. We doen dit alleen als er expliciete afspraken zijn gemaakt met de opdrachtgever. Natuurlijk zullen we aanhaken in het verduurzamingsproces, ook al duren de duurzaamheidsproeven langer dan normaal. Als we beton de grond in laten gaan, willen we het niet na 10 jaar met spijt weer moeten opgraven. Het wordt een kwestie van alles heel beheerst en voorzichtig aanpakken. In de norm staat precies beschreven wat de hoeveelheid toe te passen cement is, daar kunnen we inzake riolering momenteel lastig van afwijken. Wel kunnen we kijken naar beïnvloedende randzaken. Zo hebben we bij Kijlstra een nieuw type rioolbuis ontwikkeld, die energetisch beter te produceren is en die bestendiger is tegen zuren. Minder energie nodig bij producten en een langere levensduur onder de grond zijn ook punten waarop winst te boeken valt.”     

Snelhardende reparatiemortels

Schermafbeelding-2021-08-10-om-11.42.50-1
Lees het gehele artikel

Flexibel en slijtvast

Beschadigingen repareren aan de betonlaag en het asfalt of een putrenovatie uitvoeren kan eenvoudig gedaan worden met speciaal ontwikkelde reparatiemortels. Hiervoor heeft Triflex mortels ontwikkeld die snel te verwerken zijn. Belangrijke eigenschappen die de mortels bevatten zijn de zeer slijtvastheid, uitstekende hechting op de meest voorkomende ondergrond en ze zijn blijvend flexibel, waardoor de mortels tot op zeker hoogte de werking van bepaalde ondergronden opvangen. Ook reflectoren, biggenruggen, drempels kunnen hiermee vastgezet worden.

Onze oplossingen

Speciaal voor reparaties aan asfalt is Triflex Asphalt Repro ontwikkeld, een koud toepasbare gietmortel voor duurzame reparaties aan wegen, straten en industrieterreinen. Met deze reparatiemortel blijft het herstelde stuk asfalt jaren goed, waardoor nieuwe reparatiekosten en oponthoud door wegwerkzaamheden worden voorkomen. Voor reparaties van beton- en cementconstructies gebruikt u Triflex Cryl RS 240, een tweecomponentenmortel op basis van PMMA. 

Verlijmen

Om sensoren, detectielussen, reflectoren en wegdekelementen te bevestigen hebben wij Triflex Cryl R 238, een snelhardende en flexibele mortel. Deze mortel heeft een lage viscositeit en is daarom meer geschikt in situaties waarin een product ‘gesteld’ moet worden of wanneer een voeg wat breder is.

Meer weten?

Neem dan vrijblijvend contact met ons op via +31(0) 38 460 20 50 of mail naar info@triflex.nl. We helpen u graag verder.

Betonhuis Bestrating gaat voor duurzaam en transparant beton

Hydro Lineo XL groenbestrating – Struyk Verwo Infra(ENT_ID=1401 kopiëren
Lees het gehele artikel

Daarnaast biedt de industrie diverse oplossingen voor de gevolgen van klimaatverandering, zoals hittestress en wateroverlast door extremere buien. Daarbij speelt transparantie een grote rol: in een woelig speelveld, waarin soms nog niet helemaal duidelijk is hoe de omslag naar een duurzame en circulaire economie gemaakt kan worden, doen producenten die zijn aangesloten bij brancheorganisatie Betonhuis Bestrating wat ze beloven. Dat bewijzen ze onder meer met de BRL K11002 ‘Genereren van Milieuprofielen voor betonnen infraproducten’. Deze BRL helpt overheden bij het maken van groene, verantwoorde keuzes. 

Vrijer kunnen experimenten

Nederland staat voor een grote opgave wat betreft verduurzaming. “We kunnen als sector een grote impact hebben,” aldus Eric de Groot, CCO bij BTE Nederland, waar De Hamer Beton deel van uitmaakt. “Betonnen bestratingsproducten vormen zo’n 18 procent van het totale aandeel aan beton (inclusief betonmortel) dat in Nederland geproduceerd wordt. Het voordeel voor onze branche is dat we iets meer risico kunnen nemen dan andere betonsectoren. We hoeven geen rekening te houden met de constructieve veiligheid van bouwwerken. Dat betekent dat we wat vrijer kunnen experimenten. Bijvoorbeeld met nieuwe betonsamenstellingen. De lessen die wij hieruit trekken, kunnen de rest van de betonsector helpen bij het verder verduurzamen van beton.”

Bio Bound betontegels met olifantsgras (Morssinkhof Groep).

Circulair beton

Een van de inspanningen op weg naar een circulaire economie is het toepassen van gerecycled materiaal in beton. “We gaan uit van de toepassing van 15 procent secundair materiaal in onze betonproducten”, aldus Alfons van Woensel, directeur van APG Benelux, waar Struyk Verwo Infra onder valt. “Een hoger percentage aan gerecycled materiaal kan wel, en doen we indien gevraagd. Maar liever leveren we over de hele linie producten met 15 procent granulaat. Dat heeft te maken met de beschikbaarheid van kwalitatief goed granulaat: er is niet genoeg om een hoger percentage granulaat in alle betonproducten te stoppen. Bovendien moet je ervoor waken dat je eventuele duurzaamheidswinst door het maximaliseren van de hoeveelheid gerecycled materiaal niet op een ander vlak te niet doet. In sommige gevallen is er namelijk, om de benodigde sterkte te halen, meer cement nodig. Daar moet je transparant over zijn.”

Minder of geen cement

Binnen de sector wordt ook gewerkt aan het verlagen van het cementgehalte in betonproducten, verantwoordelijk voor het grootste deel van de CO2-uitstoot in de productie van beton. “Het toepassen van minder cement of een ander type cement is niet nieuw”, aldus Jan Dirk Staman algemeen directeur van V.d. Bosch Beton. “Dat doen we al sinds de jaren tachtig. In vergelijking met andere landen doet Nederland het bovendien goed: in plaats van Portlandcement wordt hier veel hoogovenslak gebruikt. Dat scheelt in CO2-uitstoot. Naast het verminderen van het aandeel cement kijken we ook naar andere bindmiddelen, zoals geopolymeer.” MBI komt met een andere oplossing om het cementgebruik te reduceren. “Dankzij de CEMsaver hoeven we minder cement te gebruiken”, aldus Marcel Bettonvil, directeur van MBI. “Bij het maken van beton heb je altijd cement dat niet reageert. Door het gebruik van een duurzaam hulpmiddel kunnen we 30 procent minder cement gebruiken in onze betonstenen. Dat leidt in de hele keten van beton tot een CO2-afname tot 35 procent.”

De Hamer bestrating.

Transparant beton

“Overheden zijn op zoek naar producten met lagere MKI-waarden en zijn daarom bereid om nieuwe producten een kans te geven. De drang om te verduurzamen brengt echter ook bedreigingen voor de sector mee”, signaleert De Groot. “Overheden willen duurzaam inkopen, maar soms ontbreekt het aan kennis. Opdrachtgevers komen soms met eisen die voor ons praktisch onuitvoerbaar zijn. Het is aan ons als sector om ons verhaal te vertellen, te laten zien waar we mee bezig zijn. Dat bedoelen we met transparant beton. We zijn namelijk al een heel eind op weg.”

BRL K11002

De sector heeft afspraken gemaakt over het aandeel circulair materiaal in hun producten, vastgelegd in de Beoordelingsrichtlijn BRL K11002 ‘Genereren van Milieuprofielen voor betonnen infraproducten’. “Hiermee krijgen opdrachtgevers in de GWW-sector een praktische, uniforme toetsing in handen. De BRL K11002 is door Kiwa samen met de branchevereniging van fabrikanten van betonnen bestratingsmaterialen ontwikkeld en toetst of fabrikanten hun producten conform vereiste milieuprofielen vervaardigen. Deze beoordelingsrichtlijn toetst zaken als aard en herkomst van grondstoffen, mengselsamenstellingen, gebruik van secundaire grondstoffen, gegevens over energiegebruik, gekwalificeerd personeel, gevalideerde softwaretools en conformiteit aan (inter-)nationale normen en regels. De afgegeven duurzaamheidsverklaring aan de producent leidt tot gewaarborgde milieuprofielen voor de beschreven producten.” 

Betonklinkers.

De straat van de toekomst

Beton wordt vaak niet gezien als een van de meest innovatieve materialen. Toch zijn er binnen de sector allerlei initiatieven om voor diverse vraagstukken de beste oplossing te vinden. Niet alleen op het gebied van duurzaamheid en milieu, maar ook op andere vlakken, zoals klimaatverandering. De industrie denkt daarbij graag met de opdrachtgever mee en zet alles op alles om op de vragen uit de markt de kunnen inspelen. Transparantie is daarin belangrijk voor de branche. “We willen ons verhaal vertellen en laten zien dat we doen wat we beloven.”   

Martens beton lanceert haar nieuwe serie duurzame betonbuizen

Qube serie
Lees het gehele artikel

Door een duurzamere productiemethode met productkenmerken die zorgen voor een eenvoudigere en snellere verwerking van de Qube buis op de bouwplaats, is Martens beton met de Qube serie klaar voor de toekomst!

Duurzaam

De Qube serie betonbuizen worden, in een speciaal hiervoor ontwikkelde fabriek, met een volledig nieuwe productiemethode duurzaam geproduceerd. Deze productiemethode  stelt Martens beton in staat om met minder energie en door het gebruik van circulaire grondstoffen de Qube serie betonbuizen duurzaam te produceren. 

Eenvoudigere en snellere verwerking

De nieuwe productiemethode zorgt voor een ongekende maatvastheid en daardoor ook voor een perfecte haaksheid. De zaagbaarheid over de gehele lengte en de unieke glijverbinding zorgen er daarnaast voor dat de Qube buis eenvoudiger en sneller verwerkt kan worden op de bouwplaats.

Flexibiliteit

Indien gewenst kan met de moderne productiemethode snel worden omgeschakeld naar de productie van een andere diameter Qube buis. Zo voldoet de Qube serie van Martens beton volledig aan de huidige wensen van haar klanten in een uitdagende markt waar flexibiliteit gewenst is.

De Qube serie buizen, gecertificeerd onder KOMO-keurmerk, zijn op dit moment leverbaar in de diameters 1000mm, 1250mm en 1500mm. In de uitvoeringen OG (ongewapend) en SV (staalvezelversterkt). Andere diameters en uitvoeringen als Forte buis in ongewapende- en IT-uitvoering (infiltrerend) volgen later dit jaar.

Sustainable Concrete Solutions start met het aanbieden van niet-conventionele cementeuze bindmiddelsystemen

Lees het gehele artikel
Directieteam SCS: v.l.n.r. Erik van Weesep, Jos Kronemeijer en Kamel Arbi

Geopolymeer-cement
Het industriële proces van portland-clinker productie is al bijna 200 jaar vrijwel onveranderd en naar huidige inzichten milieubelastender dan wenselijk. SCS hanteert een innovatieve technologie om middels zogenaamde ‘alkalische-activering’ tot niet-conventionele bindmiddelen te komen waarbij niet op basis van ‘hydratatie’ maar op basis van ‘polymerisatie’ een vergelijkbaar sterk en betrouwbaar ‘geopolymeer-cement’ ontstaat.

Geslaagde pilot Spooronderdoorgang Heiloo
SCS heeft zich als nieuwkomer ten doel gesteld innovatieve bindmiddelsystemen te ontwikkelen en deze voor een zo breed mogelijke groep afnemers in de markt beschikbaar te maken. Een recente pilot in de vorm van constructief-gewapend geopolymeerbeton in een spoorweg-onderdoorgang van de Gemeente Heiloo, met steun van ProRail en Rijkswaterstaat vanuit ‘de Klimaat-enveloppe’ mogelijk gemaakt, heeft bij alle stakeholders, een honger naar meer veroorzaakt.

Betonfabriek Nigtevecht – Kwaliteit, veelzijdigheid én maatwerk in duurzaam beton

laden tongstukken – Nigtevecht kopiëren
Lees het gehele artikel

Betonfabriek Nigtevecht is al ruim 60 jaar zelfstandig producent van betonproducten voor de grond-, weg-, water-, rail- en agrobouw. Het bedrijf levert duurzaam betonproducten aan onder meer aannemers, overheden, collega-fabrikanten, tuincentra, bouwmaterialenhandel en installatiebedrijven. 

De jarenlange ervaring is terug te zien in de kwaliteit van de producten. De betonfabriek is een KOMO gecertificeerd (Kiwa criteria 73, categorie 2) en ISO 9001 gecertificeerd fabrikant, met oog voor duurzaamheid en klantspecifieke wensen. De diverse betonnen maatwerk producten worden gemaakt door middel van het direct-ontkist systeem: Dry cast. Op deze manier kunnen er per productiedag tientallen stuks geproduceerd worden. Behalve een kortere levertijd kan hierdoor ook de productprijs scherp concurrerend worden afgegeven.

Nigtevecht ontwikkelt diverse betonnen maatwerkproducten, zoals de blokkenmatten voor een project in Almere.

Balans tussen mens en milieu

Betonfabriek Nigtevecht werkt voortdurend aan verbetering van de duurzame balans tussen Mens, Milieu & Rentabiliteit (people, planet, profit) en doet aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Zo wordt er met het oog op de minimale fysieke belasting van de medewerkers, gewerkt met moderne, (deels) gerobotiseerde, veilige, goed onderhouden en flexibel te programmeren productielijnen. 

Het ‘Nigtevecht-Beton’ is milieubewust vanwege het gebruik van gecertificeerd gerecycled betongranulaat als toeslagmateriaal. Daarnaast wordt een CO2-arm bindmiddel toegepast zonder concessies aan de kwaliteitseisen en wordt er gewerkt aan verdere oplossingen voor de CO2-problematiek. Dat maakt beton dé duurzame, economische én ecologische oplossing. Door onze betonproducten in te zetten in plaats van hardhout of kunststof, verhoog je de levensduur van bijvoorbeeld een damwandconstructie met 50 tot 75 jaar.

No-nonsens

Betonfabriek Nigtevecht voert een sober, ‘no-nonsens’ bedrijfsbeleid waarbij voor verspilling geen ruimte is en rentabiliteit het gevolg. Om een concurrerende marktpartij te zijn, worden de bedrijfsprocessen efficiënt georganiseerd en indien nodig verbeterd. Nigtevecht werkt op klantspecificatie en is daarmee dé partner voor specialistische betonproducten voor de GWW-sector.   

Zwaarbeton: meer gewicht, minder volume

img_8438-kopieren
Lees het gehele artikel

Standaard beton heeft een dichtheid van 2,4 ton per kubieke meter. In sommige situaties kan het interessant zijn om zwaarbeton toe te passen. Door zand en grind (deels) te vervangen door MagnaDense kan beton met een dichtheid van wel 4 t/m 3 worden geproduceerd. Leon Hendriks van LKAB Minerals legt uit wat de voordelen zijn van meer gewicht en minder volume voor infrastructurele toepassingen.

Conventioneel beton heeft al een relatief hoog gewicht. “In 99% van de gevallen is het niet nodig om beton nóg zwaarder te maken”, schetst Hendriks. “Toch zijn er uitzonderingen op de regel en is het wel degelijk wenselijk om een hoger gewicht te behalen met minder volume. Denk aan toepassingen als contragewichten voor sluisdeuren, beweegbare bruggen en graafmachines. Maar ook kustbeschermingselementen om erosie tegen te gaan of golfbrekers om bouwwerken te beschermen. Daarnaast biedt zwaarbeton ook een toegevoegde waarde voor ondergrondse bouwwerken, zoals parkeergarages of tunnels, om de grondwaterdruk te pareren. De onderwatervloer kan minder dik worden uitgevoerd en hoeft vanwege het hoge gewicht niet te worden voorzien van trekpalen. Het kan forse besparingen in tijd, kosten en volume opleveren. Daarnaast reduceert het ook nog eens de kans op thermische scheurvorming.”

Zwaarbeton laat zich eenvoudig verpompen

 

MagnaDense

LKAB Minerals levert het toeslagmateriaal MagnaDense om zwaarbeton te kunnen produceren. “Het is een materiaal van natuurlijke herkomst en wordt gemaakt van het mineraal magnetiet, een ijzeroxide”, legt Hendriks uit. “Het toeslagmateriaal wordt gewonnen en geproduceerd in Zweden bij ons moederbedrijf LKAB, dat beschikt over de grootste ijzerertsmijnen van Europa. In Moerdijk houden we verschillende gradaties MagnaDense op voorraad. Afhankelijk van de behoefte worden het zand en grind geheel of gedeeltelijk vervangen door MagnaDense om de vereiste dichtheid van het beton te verkrijgen. Wij kunnen mengselvoorstellen aanleveren om iedere dichtheid tussen de 2,4 en 4 t/m3 te bereiken.”

Het is volgens Hendriks een misverstand dat zwaarbeton zich niet goed laat verwerken. “Het laat zich eenvoudig verpompen. Zo hebben we een mengsel geleverd voor de metro in Londen dat maar liefst 1 kilometer werd verpompt. Je moet wel rekening houden met een hoger gewicht. Een giek die volledig uithangt, is vaak berekend op conventioneel beton. Ook alle andere technische eigenschappen zijn te beïnvloeden door te spelen met de hoeveelheid water en cement. Denk aan een lage of juist hoge sterkte, een heel stijf of juist vloeibaar mengsel, het is allemaal vergelijkbaar met conventioneel beton. Het enige dat verandert, is de volumieke massa.”    

Beton: het kloppend hart van de samenleving

Lees het gehele artikel

Zowel in de bouw- als de infrasector is beton niet meer weg te denken, je kunt ermee de hoogte, diepte en breedte in. Bijzondere vormen zijn ook te creëren met beton en het allermooiste is dat beton een duurzaamheid kent die ongeëvenaard is. Wanneer we het hebben over circulariteit dan verdient beton de hoofdprijs. Een van de kenmerken van beton is de zeer lange levensduur van het materiaal. Een ander kenmerk is de enorme inzetbaarheid.

De cement- en betonindustrie heeft zich verenigd in Betonhuis, een orgaan dat de belangen behartigt van zeven sectorverenigingen onder deze koepel. Bestrating, Betonmortel, Betonproducenten, Cement, Constructief Prefab, Riolering en Stenen en Blokken zijn subsectoren in deze industrie die allen profiteren van Betonhuis als promotor en kenniscentrum. We nemen u graag even mee in de wereld van beton en cement, gevolgd door een persoonlijke note van Ron Peters, directeur van Betonhuis.

Verlengde Waalbrug Nijmegen.

 

Honderd procent nuttig hergebruik

Duurzaamheid begint bij beton. Het bouwmateriaal kent een lange levensduur met behoud van waarde. Afdanken van beton komt dan ook niet vaak voor. Nederland circulair 2050 schrijft voor dat in gevallen waar toch sprake is van afdanken, het beton moet worden gerecycled en worden ingezet voor de fabricage van nieuwe producten. Beton krijgt vaak een herbestemming, dat kan zijn in de vorm van een gebouwtransformatie waarbij het betonskelet gewoon hergebruikt wordt, of door simpel hergebruik van een betonklinker of -tegel. Wanneer er toch sprake is van sloop, dan kan 100% van het betonpuin nuttig hergebruikt worden. We vinden het betonpuin dan bijvoorbeeld terug als wegfundatie, of in kleinere mate, als toeslagmateriaal in nieuw te produceren beton.

Het materiaal blijft dus in de eigen keten en verliest zijn waarde als grondstof niet. LCA-analyses tonen aan dat er milieutechnisch geen voorkeur bestaat voor een bepaalde manier van hergebruik. Wat wel belangrijk is, is het lokale verband tussen vraag en aanbod en de daarmee samenhangende transportafstand. Hoe minder transport, hoe minder CO2-uitstoot en des te duurzamer er gewerkt wordt.

Ron Peters, directeur van Betonhuis.

 

Beton is absoluut ‘future proof’

Wanneer we verder kijken naar ‘Nederland circulair in 2050’, dan zien we dat de daar beschreven praktische aanpak realistisch is: “Alleen duurzaam geproduceerde, hernieuwbare en algemeen beschikbare grondstoffen gebruiken en geen afval creëren”. Beton voldeed en voldoet al aan dat streven voor 2050, met als gevolg dat elke extra innovatie rondom beton die nog duurzamer is, zorgt voor een voorsprong in het circulariteitsverhaal. Denk dan bijvoorbeeld aan adaptief en demontabel bouwen.

Verbreding van duurzame inzet door ketens te combineren

Andere sectoren kennen uiteraard ook reststromen die al tientallen jaren worden hergebruikt. Slak afkomstig van ruwijzerproductie, vliegas afkomstig uit kolengestookte elektriciteitscentrales zijn daar voorbeelden van. Door deze in te zetten kan afval in andere ketens opgewaardeerd worden tot bijproducten. Een mooi voorbeeld is de inzet van AEC-granulaat, de steenachtige fractie die overblijft na verbranding van voornamelijk huishoudelijk afval, in met name betonnen bestratingsproducten zoals stenen, tegels en banden. Ook spoorbalast wordt gerecycled en hergebruikt als toeslagmateriaal in beton, net zoals het residu dat overblijft na het thermisch reinigen van teerhoudend asfalt. Door over de eigen keten heen te kijken en gebruik te maken van wat andere ketens te bieden hebben, wordt het begrip circulariteit veel omvangrijker.

Slimme breektechniek voor bredere inzetbaarheid

Slimme, nieuwe breektechnieken maken het mogelijk om het uit het betonpuin vrijgekomen toeslagmateriaal gelijkwaardig te laten zijn aan primair toeslagmateriaal. Een echte evolutie als het op puinbreken aankomt, die het makkelijker maakt om naast de grove fractie ook de fijne fractie toeslagmateriaal opnieuw te gebruiken in beton.     

De complexiteit vraagt om duiding en structuur

Betonhuis is als kenniscentrum van onschatbare waarde voor de beton- en cementsector, zeker nu circulariteit en de talloze mogelijkheden die beton en cement bieden, een heet hangijzer is geworden. Ron Peters wil met Betonhuis dan ook meer vooraan in het proces betrokken worden en zegt: “Vaak is het de aannemer die we moeten inlichten en voorlichten. Geen beton is hetzelfde, in feite is elk beton maatwerk. Als aannemer kun je niet alles weten en niet op de hoogte zijn van de laatste stand van zaken, daarom treedt Betonhuis graag op in de rol van raadgevende partner naast die van leverancier. We staan echt voor de complete betonindustrie, of het nu cement, betonmortel op geprefabriceerde betonproducten zijn. Met de knowhow van onze lidbedrijven en de borging van kennis binnen Betonhuis kunnen we de aannemer helpen om vooraf de juiste keuzes te maken, waarbij wij rekening houden met factoren waar men zelf in eerste instantie niet aan denkt. Wij kijken niet alleen naar de toepassing, maar ook naar wat er na de levensduur van een bouwwerk gebeuren moet. Wederom: circulair denken begint met een juiste keuze in grondstoffen.”

De complexiteit rondom beton (en cement) vraagt om duiding en structuur. Betonhuis biedt dat en ziet het komen tot de juiste keuze als een gemeenschappelijke opgave van Betonhuis, de betonleverancier en de aannemer. “Wie als aannemer een bouwwerk gaat realiseren, zou voor de goede orde eigenlijk op eerst een lid van Betonhuis moeten benaderen met de vraag, dan volgt er advies. De goede volgorde is dan ook: welk beton, wat is de levensduur, hoe zit het met duurzaamheid en uiteindelijk de prijs”, aldus Peters.

Detail betongranulaat.

 

Betontechnische kennis is aan voortdurende evolutie onderhevig

Peters merkt op dat binnen de evolutie van beton veel gebeurd is. “De betonindustrie is volop aan het verduurzamen. De toepassing van secundaire materialen is een feit, het ontstaan van secundaire grondstofstromen en circulariteit en levensduur zijn bepalende factoren momenteel. Waar gaan we heen, kun je je afvragen. We hebben enerzijds het klimaatakkoord, anderzijds het betonakkoord, doelstellingen om aan te werken, het kost allemaal tijd. Daarom is Betonhuis een baken voor de sector in de breedste zin van het woord”, vervolgt Peters. “Wij hebben onze focus continu op verbetering liggen, dat kan gaan om het product zelf, dat kan op het gebied van duurzaamheid zijn, maar ook op het gebied van verwerking. Onze leden vormen samen de motor achter dit geheel, met Betonhuis aan het stuur.” Ter verduidelijking schets Peters de R-ladder: Prioriteit één is adaptief ontwerpen -met een 2e en 3e gebruiksfase, prioriteit twee is kijken naar hergebruik en prioriteit drie is kijken naar recycling. “Wij zijn een zero-waste industrie”, zegt hij tot besluit.    


Betonhuis

Bezoekadres:
Zaagmolenlaan 20, 3447 GS Woerden

Postadres:

Postbus 194, 3440 AD  Woerden

T +31 348 484 400

E info@betonhuis.nl

www.betonhuis.nl

Betonproducten kopen met transparante en betrouwbare informatie

betonhuis
Lees het gehele artikel

Duurzaam aanbesteden, het is de wens van veel opdrachtgevers als gemeenten en provincies. Maar hoe controleer je als opdrachtgever dat duurzaamheidsclaims van producenten geen loze woorden zijn, maar dat daadwerkelijk duurzame producten worden toegepast? De Beoordelingsrichtlijn ‘Milieuprofielen voor betonnen infraproducten’ biedt uitkomst. Deze richtlijn is in december 2019 herzien.

Beton als duurzaam bouwmateriaal

De ruim 60 miljard euro aan goederen en diensten die jaarlijks door alle overheden in Nederland worden aangeschaft, moeten veel duurzamer worden. Dat hebben allerlei overheidsorganisaties afgesproken in het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. Dat betekent voor de bouw dat er alleen duurzame materialen toegepast mogen worden en dat materialen die vrijkomen bij onderhoud en renovatie opnieuw in te zetten zijn. Opdrachtgevers, zoals gemeenten en provincies, stellen dan ook bestekken op waarin duurzaamheid een belangrijke rol speelt.

Van beoordelingsrichtlijn tot certificaat

De beoordelingsrichtlijn ‘Milieuprofielen voor betonnen infraproducten’ geeft opdrachtgevers de garantie dat ze betonproducten kopen met transparante en betrouwbare informatie met betrekking tot duurzaamheid. Op basis van de richtlijn kan een certificaat worden afgegeven. Het certificaat krijg je niet zomaar. De producent van betonnen infraproducten stelt een duurzaamheidsverklaring op met betrekking tot zijn betonnen infraproducten. Kiwa controleert op de productielocatie of de verklaring correct is opgesteld. Als een producent aan de eisen van de BRL voldoet, ontvangt hij het certificaat. Daardoor hoeven gemeenten niet zelf controles op deze producten uit te voeren en weten ze zeker dat ze duurzame infraproductenkrijgen.

Meer informatie

De beoordelingsrichtlijn ‘Milieuprofielen voor betonnen infraproducten’ (kortweg BRL K11002) is opgesteld door Betonhuis Bestrating en Kiwa. Betonhuis Bestrating is een branchevereniging van producenten van betonnen bestratingsmaterialen. Kiwa is wereldwijd actief op het gebied van testen, inspecteren en certificeren. Kijk voor meer informatie op www.betonhuis.nl/bestrating of neem contact op met Taco van den Broek (secretaris Betonhuis Bestrating) via bestrating@betonhuis.nl. De beoordelingsrichtlijn is te downloaden van www.kiwa.com.

Specialistische fabrikant van betonproducten

zwaagstra_1a_img_0071
Lees het gehele artikel

Van een relatief kleine buitenproductie van betonplaten naar meerdere volledig overdekte
productiehallen met een enorme productiecapaciteit. Die ontwikkeling maakte Zwaagstra Beton BV de afgelopen jaren door. Zwaagstra Beton is specialist in het fabriceren van betonproducten voor verschillende doeleinden. Denk daarbij aan betonplaten, keerwanden en goten.

Aan het roer van dit familiebedrijf staan vader en zoon Zwaagstra. Het voltallige team bestaat uit zo’n 45 personen. André Veerkamp, verkoop buitendienst bij Zwaagstra Beton, vertelt dat het productieteam, door mee te denken en te ontwikkelen, een enorm aandeel gehad heeft in deze groei. ”Het bedrijf draait nog altijd op de betonplaat, waar het ooit mee begon. Deze betonplaten in diverse afmetingen bieden we in gigantische hoeveelheden en in allerlei structuren en wapeningsvarianten aan. De toepassingsmogelijkheden van de betonplaat zijn enorm toegenomen. Ook zijn we gaan verbreden in het soort betonproducten. Zo maken we keerwanden, lijnafwateringsgoten en project specifieke maatwerkoplossingen.”

Maatwerk oplossingen

Veerkamp noemt enkele van de vele specials die door het bedrijf zijn gefabriceerd: “Poeren, geleidewanden van diepwandtunnels, funderingsplaten voor zonneparken, als het van beton moet zijn, kunnen wij het maken! We zijn wel echt dat pure productiebedrijf: we hebben geen werkvoorbereiders of projectleiders in dienst maar zijn de ideale partner die inhaakt op wat de klant zelf al heeft bedacht. Dat voeren we uit in de beste kwaliteit beton.”

Kwaliteit, garanties

“Afgelopen voorjaar is een compleet nieuwe productiehal in gebruik genomen, met daarbij een nieuwe betoncentrale waarmee we keerwanden, goten en dergelijke fabriceren. Een betontechnoloog bewaakt de kwaliteit én ontwikkelt nieuwe recepten. Veel van onze producten hebben het KOMO keurmerk. Duurzaamheid speelt uiteraard ook een grote rol. Een deel van het grind is al een eco-granulaat (gerecycled product met certificaat).” 

Snel en flexibel

Dankzij onze enorme voorraad (20.000 betonplaten en 3.000 keerwanden) kunnen we snel en flexibel leveren.” Veerkamp besluit: “Dankzij onze jarenlange ervaring, flexibele houding en innovatieve en duurzame insteek, kunnen wij elk beton-gerelateerd probleem oplossen.”    

Het beste uit twee werelden White Topping, de mix van asfalt en beton

Lees het gehele artikel

Een goede reden om voor beton te kiezen is duurzaamheid. Beton gaat lang mee en dat nagenoeg zonder onderhoud. Asfalt is wat flexibeler en gunstiger in prijs bij aanleg. Maar wat als we de kwaliteiten van deze twee materialen combineren? Dan komen we bij White Topping. Schagen Infra presenteerde dit innovatieve betonproduct tijdens de Infra Relatiedagen in Hardenberg in 2019 en geeft dit in 2020 een vervolg.

Terugblikkend had Schagen Infra – onderdeel van de Schagen Groep – alles in huis om het innovatieve betonproduct – White Topping – te ontwikkelen. De vestiging Hasselt beschikt over een betoncentrale, een asfaltcentrale en een laboratorium. In dit laatste wordt in een continuproces onderzocht hoe bestaande betonsoorten kunnen worden verbeterd en nieuwe betonsoorten kunnen worden ontwikkeld. De ontwikkelingen in het laboratorium zijn rechtstreeks gekoppeld aan de zogenaamde ‘met-de-benen-op-tafelgesprekken’. Tijdens deze maandelijkse brainstormsessies denken afgevaardigden uit alle lagen van Schagen Infra gezamenlijk na over producten die de markt kan gebruiken. 

Dunner en sterker

“White Topping is het resultaat van zo’n met-de-benen-op-tafelgesprek”, vertelt Ronald Diele, hoofd Advies, Onderzoek en Ontwikkeling. “Onderwerp was ‘het herstel van gehavende asfaltfietspaden’, bijvoorbeeld door wortelopdruk. In de regel wordt dan een nieuwe asfaltlaag aangebracht. De kans is echter groot dat het probleem zich snel opnieuw voordoet. Bij herstel met White Topping wordt de oude asfaltdeklaag gefreesd en afgedekt met 12 cm White Topping oftewel beton dat is voorzien van vezels. Dankzij deze vezels is de betonlaag sterker en is hij 5 tot 7 cm dunner dan de reguliere betonlaag voor een fietspad. De samenwerking tussen asfalt en beton zorgt voor een materiaalbesparing van 25%.”

White Topping in Zwolle

Inmiddels heeft Schagen Infra de White Topping toegepast op het asfaltfietspad langs de N355 tussen Leeuwarden en
Tytsjerk. Zij kreeg deze opdracht gegund omdat het nieuwe product bij een prijsvraag als beste uit de bus kwam in innovatie, prijs en levensduur. Diele: “Daar zijn we best trots op. De prijs zorgde
bovendien voor publiciteit en leidde
onmiddellijk tot meer opdrachten.” Recent bezoek heeft inmiddels uitgewezen dat de
White Topping aan het fietspad langs de N355 en overige projecten uitstekend
voldoet.

Infra Relatiedagen Hardenberg

Op dit moment brengt Schagen Infra haar innovatieve betonproduct breed onder de aandacht. Dat gebeurt onder meer tijdens 20e editie van de Infra Relatiedagen in Hardenberg, hét netwerkevent voor grond-, weg- en waterbouwprofessionals.