Om de continuïteit van de scheepvaart te waarborgen tijdens de bouw van de Nieuwe Sluis Terneuzen, is er een tijdelijk doorvaartkanaal voorzien. De afmetingen van het doorvaartkanaal worden circa 280 meter lang, 40 meter breed en 5 meter diep. Daarmee is het doorvaartkanaal straks geschikt voor CEMT-klasse IVa, ofwel binnenvaartschepen tot een maximum van 105 meter lengte bij een maximum breedte van 9,5 meter, met een maximum diepgang van 3 meter. Zoals eerder te lezen was, draagt dit doorvaartkanaal de welluidende naam “Kapitein Rooiboskanaal.”
De graafwerkzaamheden voor het Kapitein Rooiboskanaal zijn inmiddels in volle gang en zullen tot eind maart duren. Er wordt nat ontgraven, waarbij er in totaliteit zo’n 35.000 m3 grond afgevoerd wordt, over het water.
Laatste werkzaamheden aan Kapitein Rooiboskanaal in mei
Een deel van de afgegraven grond is vervuild en wordt met duwbakken verscheept naar een verwerkingsbedrijf in Nederland. Schone afgegraven grond wordt met splijtschepen op de Westerschelde gestort in daarvoor aangewezen vakken. Om de ontgravingswerkzaamheden te kunnen uitvoeren, zijn de damwandplanken ten oosten en ten westen van de toekomstige invaart van het tijdelijke doorvaartkanaal vanaf de wal verwijderd. Ten tijde van dit schrijven wordt de natte grond aan de oostkant tot halverwege het kanaal ontgraven, vanaf het water.
Kabels en leidingen voor elektriciteit en water lopen straks door een zinker, een buis die de watergang ondergronds doorkruist. Deze zinker komt in het midden van het kanaal. De 143 meter lange stalen buis ligt momenteel klaar op de kade van de Schependijk en wacht erop om ingevaren te worden. Eind februari zal de buis afgezonken worden naar de bodem van het Kapitein Rooiboskanaal, waarna het kanaal verder afgegraven zal worden in westelijke richting. Totdat het kanaal daadwerkelijk opengesteld wordt, blijft de resterende grond aan de westkant liggen. In april en mei zullen tenslotte de laatste werkzaamheden uitgevoerd worden, waaronder het aanbrengen van oever- en bodembescherming, het aanbrengen van betonning en het aanpassen van de borden en seinen. Zodra de fuik van de Middensluis is aangepast, kan het kanaal geopend worden.
Onttrekken grondwater is noodzakelijk
Om de bouw van de Nieuwe Sluis Terneuzen veilig te laten verlopen, is het onontkomelijk om op sommige momenten grondwater te onttrekken. De reden: deze bemaling moet voorkomen dat de opwaartse druk van het grondwater de droge bouwkuip omhoog drukt, met kans op schade. De sluishoofden worden gezien hun complexiteit gemaakt in een droge bouwkuip. Om de sluishoofden te kunnen maken, worden eerst de wanden gemaakt, waarna er onderwaterbeton gestort wordt, als bodem van het sluishoofd. Daarna wordt de bouwkuip droog gepompt, het water wordt teruggevoerd in het kanaal Gent-Terneuzen, of in de Buitenhaven. Het grondwater dat van onder de bouwkuip wordt weggepompt, wordt via leidingen op een andere locatie diep in de grond geleid.
Het wegpompen van het grondwater is een uitermate goed gecontroleerd proces. De controle van de grondwaterstand wordt middels peilbuizen uitgevoerd. In de omgeving van de Nieuwe Sluis Terneuzen zijn veel extra peilbuizen geplaatst, waarmee gemeten wordt wat de stijging en daling van het grondwater is. Huizen in de omgeving worden middels in de gevel aangebrachte meetbouten ook gemonitord. De waterstanden rond de bouwkuipen, de hoeveelheden en de druk van de retourbronnen worden eveneens in de gaten gehouden, tevens wordt de kwaliteit van het grondwater gemonitord. Zo kan er bij het optreden van ongewenste veranderingen snel bijgestuurd worden.