Op station Zaltbommel wordt de reiziger sinds 1984 getrakteerd op de aanwezigheid van twee liften, geheel naar het ontwerp van architect Van der Gaast. In oorspronkelijke staat bestonden de liften uit een gesloten, betonnen schacht, waar een trap omheen wentelt. De liften waren aan vervanging toe, waarbij er rekening gehouden moest worden met de eisen van de huidige tijd.
De liftrenovatie is door ProRail aanbesteed en was in handen van Knipscheer Rail-Infra. Arjan Beens, bedrijfsleider bij Knipscheer Rail-Infra, licht toe hoe men hierbij te werk is gegaan. “Een belangrijk aspect voor de nieuwe liften was het vergroten van de sociale veiligheid waarbij er rekening gehouden moest worden met karakteristieke architectuur van destijds. Transparantie was hier het sleutelwoord”, aldus Beens.
Een visueel caleidoscopisch spektakel
“Het toepassen van een lift die helemaal uit glas opgetrokken is, was niet mogelijk. De reden hiervoor was het feit dat de trap die om de liftschacht heen draait een integraal onderdeel van de betonnen schacht vormt. Om die reden is er gekozen voor een glazen liftcabine, met uitsparingen in de betonnen liftschacht”, legt Beens uit. “De glazen lift zelf (en de bijbehorende techniek) is niet door Knipscheer geleverd, wel hebben wij de coördinatie hiervoor verzorgd. Het ontwerp en de uitvoering van de bouwkundige aanpassingen kwamen wel van onze hand.”
Alles is geheel volgens het door architect Peter Heideman opgestelde architectonische plan uitgevoerd en wordt omschreven als een ‘visueel caleidoscopisch spektakel’. Beens: “Het dak is veranderd en heeft een daglichtkoepel gekregen. Het plunjer duwsysteem om de lift in werking te zetten heeft plaatsgemaakt voor een liersysteem bovenin de schacht. Mede door het witte stucwerk aan de binnenkant van de liftschacht, de uitsparingen en de daglichtkoepel komt het daglicht nu tot alle niveaus. De trap is behouden gebleven. Qua werk kunnen we zeggen dat het ‘een verbouwing met de winkel open’ was, gedurende het hele project heeft de reiziger gewoon gebruik kunnen maken van de trap.” Al met al was het project een behoorlijke investering. “Gezien het eindresultaat kunnen we rustig zeggen dat dit de investering meer dan waard is geweest”, zegt Beens tot besluit.