Elektrificatie van bouwmachines is een actueel onderwerp, mede gestimuleerd door de overheid die sinds dit jaar subsidies verstrekt voor de aanschaf van uitstootvrij bouwmaterieel en voor de ombouw of aanpassing van materieel van diesel naar waterstof of elektrisch. Absoluut een goed initiatief volgens Pieter Visser, Algemeen Manager bij Aboma Advies, maar het brengt ook een andere kijk op veiligheid met zich mee die niet moet worden onderschat.
Ja, er is druk en ja, er is bereidheid om te gaan verduurzamen in de bouwkolom, maar er moet nog een aantal ‘belemmeringen’ worden weggenomen, meent Visser. “Veel ‘traditionele’ bouwmachines zijn nog lang niet afgeschreven en zijn niet altijd geschikt om één op één over te schakelen op een andere aandrijftechniek. Daarnaast moet er ook een stroomvoorziening komen op de bouwplaats die voor een infraproject ook nog eens tijdelijk van aard is, omdat de eindsituatie geen voeding vraagt. Los daarvan, als je nu in Noord-Holland een afnamepunt aanvraagt, kun je achteraan in de rij aansluiten en heb je misschien over anderhalf jaar een aansluiting. Het net zit vol. De capaciteit die gevraagd wordt, werkt remmend in de elektrificatie van bouwplaatsen. Het net gaat kreunen en steunen op de piekbelasting die de inzet van elektrische bouwmachines veroorzaakt en gaat ‘middelen’. Dat zorgt ervoor dat je vaak minder vermogen krijgt dan je nodig hebt. Best zuur als de spanning wegvalt omdat de buurman gaat heien met zijn elektrisch aangedreven funderingsmachine.”
En dan hebben we het alleen nog maar over de intentie tot het creëren van een elektrische bouwplaats, vervolgt Visser. “Als het eenmaal lukt, zul je goed moeten kijken naar het gebruik, de omgeving en de omstandigheden waarin je elektrische bouwmachines inzet. Neem als voorbeeld een compacte mobiele graafmachine. Stel, tijdens het tanken wordt er brandstof gemorst en de machine vat vlam. De machinist pakt de ABC-blusser en dooft het vuur. Hoe ga je vuur bij een elektrische machine doven? Een elektrische auto die vlam vat, wordt door de brandweer in een container ondergedompeld. Dat lukt je niet met een graafmachine van 55 ton in de modder. De bedrijfshulpverlening op de bouwplaats zal anders moeten worden ingericht als je met elektrische bouwmachines aan de slag gaat. Ook geluid is een ‘dingetje’. Een elektrische machine is veel stiller. Je zult dus loop- en werkverkeer heel duidelijk van elkaar moeten scheiden, iets wat momenteel nog redelijk door elkaar heen loopt. Er zijn dus heel veel aspecten die in het kielzog meeliften op het elektrificeren van de bouwplaats, risico’s waar je je als bedrijf op moet voorbereiden en acteren.”
Met alleen het vervangen van de dieselmotor ben je er dus nog niet, waarschuwt Visser. “Je zult een hele nieuwe risico-inventarisatie moeten uitvoeren en alle aspecten en scenario’s opnieuw moeten wegen en matchen met hetgeen vooraf is bedacht. Wij helpen bedrijven met die transitie om te voorkomen dat ze het één oplossen en daar ‘gratis’ andere risico’s voor terugkrijgen.”