Platform over civiele techniek, ondergrondse infra, energie, bouwmaterieel & bouwmachines
De gevolgen van de Omgevingswet op de BRL 7000
De invoering van de Omgevingswet is aanleiding geweest om de BRL 7000 te herzien.

De gevolgen van de Omgevingswet op de BRL 7000

Belangrijke wijzigingen voor grondroerders

De wettelijke basis van de beoordelingsrichtlijn BRL 7000 ‘Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem’ was altijd de Wet bodembescherming. Met de invoering van de Omgevingswet is die komen te vervallen. Dat heeft gevolgen voor de BRL 7000 én dus voor de grondroerders. Voor sommige bedrijven is het zelfs helemaal niet meer nodig om gecertificeerd te zijn voor de BRL 7000. 

De BRL 7000 heeft betrekking op het graven in de bodem, het saneren van de bodem, grondwatersanering en ingrepen in de waterbodem. “De richtlijn geeft aan op welke manier je deze werkzaamheden moet uitvoeren”, zegt Sjesco Heuberger van Aboma Certification. “De invoering van de Omgevingswet is aanleiding geweest om de BRL 7000 te herzien, en daarnaast ook de BRL 2100 (mechanisch boren) en de BRL 11000 (ondergrondse deel bodemenergiesystemen). Dat betekent dat bedrijven hun procedures en werkwijzen moeten aanpassen aan die nieuwe protocollen.”

Bedrijven die wél gecertificeerd moeten zijn, hebben nog tot 1 januari 2026 de tijd om te voldoen aan de nieuwe versie 7.0 van de BRL 7000.

Uitvoeringsplan

Van de drie beoordelingsrichtlijnen is de BRL 7000 volgens Sjesco het ingrijpendst gewijzigd. “Met name de eisen zijn anders geformuleerd”, zegt hij. “Volstond in het verleden een BUS-melding of saneringsplan, nu is ook een uitvoeringsplan vereist. Daarin wordt beschreven op welke basis de ontgraving zal plaatsvinden, welke materialen er ingezet worden, etc. Het is veel projectspecifieker. Dat betekent voor ons als auditor dat we daar ook gerichter op moeten bevragen. Het uitvoeringsplan krijgt een veel prominentere plaats in het beoordelen van projecten. We controleren of hetgeen wordt beschreven ook voldoet aan de eisen uit de richtlijn.” Zijn collega Daniëlle Penning vult aan: “De Omgevingswet betekent ook dat het voor sommige bedrijven niet meer nodig is om gecertificeerd te zijn voor de BRL 7000. Onder de Wet bodembescherming was de omvang van de verontreiniging leidend, niet de omvang van de werkzaamheden. Onder de Omgevingswet is de omvang van de werkzaamheden leidend. Bij alle activiteiten onder de Omgevingswet in omvang kleiner dan 25 m3 is er geen certificering meer nodig.”

Bedrijven die wél gecertificeerd moeten zijn, hebben nog tot 1 januari 2026 de tijd om te voldoen aan de nieuwe versie 7.0 van de BRL 7000. Voor de BRL 2100 en de BRL 11000 is dat per 1 april 2025. “Voor bedrijven die (nog) niet overgaan naar de nieuwe versie van de BRL 7000, maar wel werkzaamheden onder de Omgevingswet uitvoeren, geldt een tijdelijk protocol 7005 versie 1.0, geldig tot 1 januari 2026”, zegt Sjesco. “Vanuit Aboma zijn we inmiddels al geaccrediteerd om te auditen op de nieuwe versie 7.0 van de norm. Het is aan de bedrijven zelf om te bepalen of ze daar op voorsorteren of nog even gebruikmaken van de overgangstermijn.”     

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kunnen we je helpen met zoeken?