De Prinses Beatrixsluis in Nieuwegein is de grootste monumentale binnenvaartsluis van Nederland en ligt in het Lekkanaal. Dit kanaal is de belangrijkste rechtstreekse verbinding tussen de havens van Rotterdam en Amsterdam. Omdat steeds meer en steeds grotere schepen het Lekkanaal gebruiken, dreigt de Prinses Beatrixsluis een knelpunt te worden. Daarom zorgt Sas van Vreeswijk in opdracht van Rijkswaterstaat voor de aanleg van een 3e kolk, de aanleg van extra ligplaatsen en de verbreding van het Lekkanaal.
Met een lengte van minimaal 276 meter en een breedte van 25 meter wordt de Prinses Beatrixsluis geschikt voor schepen tot en met CEMT-klasse Vb met een diepgang tot 4 meter. Sinds september 2016 werkt de Belgische/Nederlandse aannemerscombinatie Sas van Vreeswijk aan de uitvoering van het project. We spreken met projectdirecteur EPC (Engineering, Procurement & Construction) Koenraad van Regenmortel, van Jan De Nul Group.
Derde kolk inmiddels volledig gebouwd en afgewerkt
“Binnen Sas van Vreeswijk bevinden zich de bedrijven Besix Group, RebelValley, TDP, Heijmans en Jan De Nul Group. De combinatie is verantwoordelijk voor het ontwerpen, bouwen en financieren van de nieuwe kolk en voor het verbreden van het Lekkanaal, alsook voor het onderhoud van het vernieuwde sluizencomplex gedurende 27 jaar. De bouw is gestart in het najaar van 2016 en wordt uitgevoerd door Besix, Heijmans en Jan De Nul. “Op dit moment zijn we zo goed als klaar met de bouw en zijn we bezig met het afwerken van de toegang naar de sluis”, legt Van Regenmortel uit. “Tevens zijn we nu bezig met de industriële automatisering, met name de aansturing van de sluisdeuren, het installeren van alle ondersteunende netwerken met grote aandacht voor redundantie en het ontwikkelen en testen van de benodigde bedienings- en veiligheidssoftware. Het credo van de combinatie is om een veilige, maar ook uiterst betrouwbare sluis te bouwen met hoge beschikbaarheid voor de binnenscheepvaart. Daarom bouwen we een sluis, niet met twee of drie deuren, maar met vier deuren. De vier roldeuren zijn in augustus en september geïnstalleerd, inclusief de motoren, de vlinderkleppen en de pennenbaan. De eerste testen met de software en de werkelijke aansturing van de deuren worden nu gedaan, alles wordt CE-gekeurd voor openstelling.”
‘De Witte Huisjes’ in oude glorie hersteld
In februari 2019 zal de nieuwe kolk operationeel zijn. Van Regenmortel: “Als we de nieuwe kolk opengesteld hebben, dan gaan we één voor één de oude kolken renoveren. Deze renovatie bestaat uit een volledige vervanging van de aandrijving bovenaan in de heftorens. Ook worden de oude oostelijke remmingswerken verwijderd, het huidige bediengebouw dat geen deel uitmaakt van het originele monument wordt gesloopt alsmede wat betonherstel. Deze werkzaamheden moeten tegen de zomer klaar zijn.”
Het renovatieplan houdt rekening met de historie van de Prinses Beatrixsluis. Bij het sluizencomplex bevinden zich de zogenaamde ‘Witte Huisjes’. “Dit waren vroeger dienstwoningen van personeel van Rijkswaterstaat. We hebben ervoor gekozen om deze huisjes te behouden en in ere te herstellen. Deze huisjes worden nu ingericht voor de bediening van het vernieuwde sluizencomplex”, vervolgt Van Regenmortel zijn verhaal. “De nieuwe kolk is ontworpen als een snede in het landschap om het vrije zicht op de monumentale heftorens van de oude kolken te behouden. Het geheel krijgt weer de originele monumentale uitstraling.” Een opmerkelijk feit: Rijkswaterstaat heeft Sas van Vreeswijk een prijs voor landschappelijke integratie toegekend vanwege het getoonde respect voor de historie en de omgeving.
Historische elementen Nieuwe Hollandse Waterlinie gespaard gebleven
Langs het Lekkanaal bevonden zich historische elementen die onderdeel uitmaken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). Door het verbreden van het Lekkanaal en de aanleg van de derde kolk moesten deze elementen verplaatst worden. Van Regenmortel licht het huzarenstuk, dat zich in 2017 heeft afgespeeld, toe: “We hebben er alles aangedaan om dit unieke militaire erfgoed ongeschonden te verplaatsen. Dit was ook belangrijk om de nominatie van de NHW als UNESCO-werelderfgoed niet in gevaar te brengen. Met Mammoet als onderaannemer hebben we in totaal drie kazematten, een kleine sluis, een duikerhoofd en een palengroep verplaatst. Een zeer bewerkelijke operatie, maar uniek en zeer geslaagd.”
Aandacht voor mens, dier en omgeving
Om zo min mogelijk hinder te veroorzaken, zijn de wanden van de derde kolk gebouwd met diepwanden. Dat is een trillingsvrije manier van werken. “Wanneer er wel geluidsoverlast veroorzaakt zou worden, informeerden we op voorhand de bewoners in de omgeving. Dit was bijvoorbeeld het geval bij het aanbrengen van de lange damplanken voor de sluishoofden.”
Ook was het een uitdaging om de habitat van de vleermuizen zo min mogelijk te verstoren. Er staan her en der vleermuizenkasten in de omgeving en het sluizencomplex is een oversteekzone. Van Regenmortel: “Aangezien vleermuizen alleen ‘s avonds en ‘s nachts actief zijn, zouden zij enorm gestoord kunnen worden door de verlichting van het sluizencomplex. Om dat te voorkomen hebben we lang gezocht naar ‘vleermuisvriendelijke verlichting’, die enerzijds de vleermuizen niet verjaagt, maar anderzijds voldoende licht biedt aan de bedienaars van de sluis. Ook hierin zijn we geslaagd.”
Een ‘huwelijk’ van 27 jaar
In februari wordt de derde kolk in gebruik genomen, waarna de renovatie van de oude sluizen zal starten. Van Regenmortel schetst: “In de zomer van 2019 zal het hele complex opgeleverd worden, inclusief de gerenoveerde oude sluizen. Sinds de start van de werkzaamheden in 2016 is Sas van Vreeswijk al verantwoordelijk voor het onderhoud van het bestaande complex, na afronding zijn we, samen met Agidens en Martens en Van Oord, voor een periode van 27 jaar verantwoordelijk voor het onderhoud van het vernieuwde complex.”