Voor Urban Mobility Systems uit Oss breken spannende tijden aan. In augustus komt de nieuwe fabriek in Arnhem gereed, waar dit engineeringbedrijf naartoe verhuist om een volgende stap te zetten binnen de energietransitie. Daar moeten straks zo’n drieduizend kits per jaar worden gebouwd. Van ongeveer zeventig medewerkers nu wacht de organisatie een verdubbeling qua personeel.
Aangezien er voor de verhuizing nog een hoop zaken geregeld moeten worden, beent Lars Kool met stevige tred door zijn bedrijf. Dat gaat gepaard met een opmerking hier en daar over het EK voetbal of een dolletje met de postbode. Tussen alle beslommeringen door is de baas even terug op het fort. Een dag eerder was hij nog in Parijs om een contract te ondertekenen voor de bouw van militaire specials voor een Franse onderneming en de volgende dag wacht een vliegreis naar Amerika, waar Lars tijdens een symposium in Washington DC op persoonlijke uitnodiging van de overheid mag spreken over zijn stokpaardjes kwaliteit en veiligheid. Aan alles merk je dat het een druk baasje is. Bevlogen en met een duidelijke visie, die naast tersluiks gelach vooral bewondering afdwingt in de bouwsector door de transitie aan te jagen. Zijn gepeperde uitspraken over ‘cowboys in de sector’ worden hem niet in dank afgenomen, maar er zijn – ziet Lars – sindsdien wel veel zaken ten goede gekeerd.
Nog altijd is Lars niet vies van een kritische noot, want de elektrificatie van het machinepark in de bouw gaat hem serieus aan het hart. “De BV Nederland is toch het mooiste bedrijf ter wereld? Met een uitstekende infrastructuur, hoogwaardige zorg, scholing voor iedereen en goede sociale voorzieningen. Daar wordt in het buitenland vol bewondering naar gekeken. Tegelijkertijd is er verontwaardiging dat zo’n slim en welvarend land, dat als proeftuin dient voor nieuwe technologische ontwikkelingen, nu aan alle kanten voorbij wordt gestreefd als het gaat om elektrificatie van de materieelvloot. Ik heb eerder gezegd: subsidie is de doodsteek van de energietransitie. Dat zag je al bij hybride en elektrische auto’s, maar nu dus ook bij de aanschaf van emissievrije bouwmachines. Wanneer het even wat minder gaat in de branche, wordt er meteen vol op de rem getrapt en zie je de verkoopcijfers dalen. Investeren in zero emission zou juist een stimulans moeten zijn om méér te bouwen.”
Lars ziet de transitie overal om ons heen versnellen, daar waar Nederland steeds meer in een impasse raakt. Een logisch gevolg daarvan is dat Urban Mobility Systems (UMS) de blik nadrukkelijk op het buitenland richt. Groot-Brittannië, Noord-Amerika, Australië, dat soort landen. Niet dat hij Nederland links laat liggen, zeker niet, maar de grote aantallen worden elders verkocht. “Ik ben van mening dat je als ondernemer moet openstaan voor samenwerking, want echte innovatie doe je samen. In Nederland lijkt iedereen druk bezig om elkaar vliegen af te vangen. Veel beweging zit er nu niet in de markt. Pas als Nederland kiest voor een eerlijke verdeling van de subsidiepot, bijvoorbeeld door niet de aanschaf te belonen maar het gebruik van emissievrij materieel op bouwprojecten, wordt de weg naar een duurzame toekomst weer ingeslagen. Hopelijk komt dat inzicht snel, anders blijven alle machines die hier gebouwd worden naar Noorwegen, Zweden of Denemarken gaan.”
Het laatste dat Lars wil is bij de pakken neerzitten. Dus geeft de ondernemer onverminderd gas. De nieuwe productielocatie in Arnhem moet weer een hoofdstuk aan het succesverhaal toevoegen. De voormalig automonteur en elektrotechnicus begon achttien jaar geleden aan de missie om de uitstoot van voertuigen tegen te gaan middels elektrificatie. In 2016 besloot hij voortaan zijn eigen koers te varen en is Urban Mobility System opgericht. Binnen enkele maanden groeide de onderneming al uit haar jasje en verhuisde naar de huidige locatie aan de Galliërsweg in Oss. Van drie medewerkers bij de start is UMS gegroeid naar zeventig werknemers en de nieuwe fabriek, waar de batterijsystemen en elektrische aandrijfkits voor de Europese markt worden vervaardigd, moet gaan zorgen voor een extra groeispurt naar 140 tot 150 arbeidskrachten. Een reuzenstap dus, die het clean-tech engineeringbedrijf internationaal nog nadrukkelijker op de kaart moet zetten.
De vestiging in Abu Dhabi geldt als productiehub voor de rest van de wereld. In beide regio’s is UMS straks de grootste producent van batterijtechniek, met in totaal uiteindelijk zo’n vijfhonderd medewerkers. “Mooi toch?”, klinkt het opgetogen. “We zetten echter niet alleen in op productie, maar blijven ook de samenwerking zoeken met scholen, brancheorganisaties en bedrijfsleven om de verduurzaming verder vorm te geven. We staan nog altijd pas aan het begin en er komen nog genoeg ontwikkelingen aan. Daarom is het ook belangrijk om te blijven investeren in kwaliteit, veiligheid en training. We trainen docenten die lesgeven op ROC’s of technische universiteiten en natuurlijk mensen die dagelijks werken met elektrische machines of voertuigen, zoals machinisten, monteurs en keuringsinspecteurs. Bewustwording van de gevaren die hoogvoltage spanning met zich meebrengt is geen overbodige luxe. Alles draait uiteindelijk om veiligheid. Als we niet oppassen, gaat het gruwelijk mis.”
Het stoort Lars dat onder het mom van ‘we zijn nu net zo lekker bezig’ angstvallig wordt getracht om enkele branden met elektrisch materieel uit de media te houden. “Doordat het interne blussysteem goed functioneerde, is een ramp tot dusver voorkomen. Bedrijven hebben de laadinfra onderschat, waardoor zich nu allerlei cowboys op deze markt storten. Die weten amper wat aarden is en gaan voorbij aan alle veiligheidsnormen. Dat inzicht is er nu gelukkig wel bij machinebouwers, al kan het nog altijd beter. UMS is de enige OEM in Nederland als het gaat om de productie van middelzware en zware bouwmachines. Alles gebeurt in nauwe samenspraak met onze partner en de fabrikant. Zowel in offertes als op machines staat gewoon de naam van Liebherr, Hyundai of Bobcat.”
EMISSIEVRIJE ASFALTTREIN IN AANTOCHT
Urban Mobility Systems ontwikkelt emissievrije bouwmachines van 1,9 tot pakweg 160 ton en draagt als samenwerkingspartner van ART-E BV bij aan de ontwikkeling van een emissievrije Asphalt Recycling Train, kortweg ART-E. Begin juni was het dan eindelijk zover. Samen met Rijkswaterstaat en Provincie Gelderland heeft ART de eerste meters gemaakt. En hoe! Alle betrokkenen kijken terug op een zeer geslaagde pilot, waarbij versleten asfalt weer nieuw wordt gemaakt, gewoon waar je bij staat… De machine ‘eet’ oud asfalt op en spuugt nieuw asfalt uit op de weg. Daarmee wordt wegdekonderhoud veel duurzamer. Rijkswaterstaat test de inzet om de ART-E in de toekomst op grote schaal in te zetten. De asfalttrein werkt nagenoeg 100% circulair en bespaart zo al gauw 65% aan CO2-emissies.
ART-E BV is een vooruitstrevend samenwerkingsverband dat is opgericht met een ambitieus doel: verduurzaming van de infrasector in lijn met de duurzaamheidsdoelstellingen van de branche. Dit willen de betrokken partijen doen door de Asphalt Recycling Train te valideren en implementeren als duurzame onderhoudsmaatregel. “Door onze krachten te bundelen, streven wij ernaar om baanbrekende duurzame innovaties te ontwikkelen en beschikbaar te maken voor de markt. We geloven in de kracht van samenwerking en openheid. Daarom bieden wij alle marktpartijen de mogelijkheid gebruik te maken van ART in hun projecten. Hierdoor kunnen we gezamenlijk leren en experimenteren en ontdekken wat wel en niet werkt op het gebied van duurzaamheidsmaatregelen.”
Helemaal nieuw is het concept natuurlijk niet, want 30 jaar geleden bestond al de Remix en Repave methode. Een groot verschil is wel dat die technieken het gefreesde asfalt voor 70% hergebruikten en de ART borg staat voor 100% hergebruik. UMS werkt ondertussen aan de volledig emissievrije ART-E, die gebruikmaakt van waterstofbranders. “Door kennis en ervaring breed toegankelijk te maken willen we de infrasector echt transformeren naar een duurzamere toekomst. Innovate – Recycle – Create. Dit jaar staat in het teken van het voltooien van de validatie van de ART, waarmee een cruciale mijlpaal wordt bereikt binnen de transitie naar een emissievrije infrasector.”