Tunnels zijn complexe onderdelen van de infrastructuur. Het zijn bijna organismen, die vol zitten met technische installaties en die bouwkundig ook steeds ingewikkelder worden, mede doordat de veiligheidseisen steeds strenger worden. Nederland heeft in de Tunnelwet zelfs de strengste van heel Europa. Dat is omdat er dagelijks enorm veel verkeer door de Nederlandse tunnels rijdt. Dan kun je tunnels die niet goed functioneren missen als kiespijn.
De negentien tunnels die deel uitmaken van het Rijkswegennet, vallen onder Rijkswaterstaat. Andere tunnels vallen onder het beheer van de provincies en gemeenten die ze binnen hun grenzen hebben. Amsterdam is wat dat betreft goed bedeeld. De hoofdstad heeft de IJ-tunnel (1968), de Piet Heintunnel (1997), de Spaarndammertunnel (2018) en de Michiel de Ruijtertunnel (2015), terwijl de gemeente de onderdoorgang onder de Arena (1996) ook als tunnel telt. Om deze vitale onderdelen van de Amsterdamse infrastructuur veilig en toegankelijk te houden, heeft de gemeente een uitgebreid programma van groot onderhoud en dagelijks onderhoud.
Jeroen Schrijver is assetmanager wegtunnels bij de Gemeente Amsterdam: “In het onderhoud wordt onderscheid gemaakt tussen groot onderhoud en dagelijks onderhoud. Groot onderhoud gebeurt projectmatig, waarbij integraal gewerkt wordt. Alle onderdelen van de tunnel die groot onderhoud nodig hebben of die vervangen moeten worden, pakken we als een pakket op, zodat de overlast geminimaliseerd wordt. Vanaf eind dit jaar gaat bijvoorbeeld de Michiel de Ruijtertunnel een half jaar in de nachten dicht om de brandwerendheid op het wettelijk niveau te krijgen.”
Dagelijks onderhoud vindt regulier plaats en wordt door aannemers uitgevoerd. Schrijver: “Daarbij maken we onderscheid tussen tunneltechnische installaties, waar veel preventief en storingsonderhoud bij komt kijken en civieltechnische onderdelen, waar het vooral gaat om correctief onderhoud; denk aan reiniging van wanden, rijbaan vegen, kolken en goten reinigen. Dit zien wij nadrukkelijk ook als onderhoud, omdat deze activiteit bijdraagt aan de tunnelveiligheid en -beschikbaarheid. Het dagelijkse onderhoud wordt, voor zover merkbaar voor publiek, zo veel mogelijk geconcentreerd in maandelijkse nachtafsluitingen van de tunnel, die op verschillende gebruikelijke manieren onder de aandacht worden gebracht. De eerste zondag van de maand staat bij Stadsregie, de hulpdiensten en het OV nachtonderhoud op de kalender.”
Het dagelijks onderhoud is deels een vast programma dat ook wel preventief onderhoud wordt genoemd. Schrijver: “Per component worden vooraf beschreven handelingen uitgevoerd, waarbij testen, inspecteren en meten behoren. Reinigen is ook voor het grootste deel gepland. Daarnaast is vooral het reageren op onverwachte zaken, zoals storingen en schades, een onderdeel van het reguliere onderhoud. Als deze invloed op de tunnelexploitatie hebben en bijvoorbeeld niet meer aan de veiligheidseisen wordt voldaan, dan worden deze binnen korte hersteltermijnen opgelost. Er zitten daarom vrij strakke consignatie-afspraken in de contracten. De systematiek in onderhoud is voor alle tunnels tot op heden vergelijkbaar. We zijn echter bezig met het invoeren van risico gestuurd onderhoud voor de installaties. Dat draait nu in de IJ-tunnel en wordt dit jaar ook uitgerold naar de Michiel de Ruytertunnel en de Spaarndammertunnel.”
Wat een tunnel zo complex maakt, zijn met name de technische installaties. Schrijver: “De IJtunnel heeft bijvoorbeeld 45 verschillende installaties. De meeste zijn weggewerkt in de servicetunnel, een deel hangt in de hoofdtunnel, zoals de camerasystemen, de intercom, verlichting en sensoren die luchtkwaliteit, rook en verkeersbewegingen detecteren. Om daar bij te kunnen, gaat eens in de twee maanden de tunnelbuis dicht om die te testen. Een cameracircuit noemen we een niet-slapende installatie; die kun je testen vanuit de verkeerscentrale. De ventilatie is een voorbeeld van een slapende installatie die in de regel niet aanstaat. Die moet je dus testen om te constateren of hij nog werkt.”
De onderhoudscontracten voor de technische installaties zijn uitbesteed aan twee aannemers. AEVO verzorgt de IJ-tunnel, de Michiel de Ruijtertunnel, de Spaarndammertunnel en de Verkeerscentrale Amsterdam, Dynniq is verantwoordelijk voor de Piet Heintunnel, de IJ-tramtunnel en de Arenatunnel.