Platform over civiele techniek, ondergrondse infra, energie, bouwmaterieel & bouwmachines
Op weg naar een toekomstbestendig en duurzaam spoor met circulaire bovenbouwvernieuwing
Industriesporen Terneuzen.

Op weg naar een toekomstbestendig en duurzaam spoor met circulaire bovenbouwvernieuwing

Bijdragen aan een duurzame samenleving, onder andere door meer mensen in staat te stellen om voor de trein te kiezen. Het is een van de ambities van ProRail. De verwachting is dat het aantal treinreizigers de komende jaren flink zal groeien. Om te voldoen aan deze verhoogde vraag naar spoorcapaciteit en de toekomstbestendigheid te kunnen garanderen, wordt het spoor de komende jaren op veel locaties grondig aangepakt. Onderdeel hiervan zijn de benodigde bovenbouw vernieuwingen (BBV’s). Een technische uitdaging waarbij ook nog aan duurzaamheid te winnen valt.

Klassieke BBV

Bij BBV’s wordt op een locatie de volledige bovenbouw vernieuwd. De bovenbouw van het spoor betreft de spoorstaven, dwarsliggers en ballast. Vanuit vigerende regelgeving (OVS00056-5.1 en – 6.1) gelden tal van eisen die gaan over toe te passen spoorstaafkwaliteiten en –typen, type dwarsliggers en toe te passen dikten voor het ballastbed. Bij een ‘standaard’ BBV worden, conform deze regelgeving, de ontwerpen en andere benodigde documenten/plannen die nodig zijn om het werk daadwerkelijk uit te voeren opgesteld. Afhankelijk van het project vult Iv-Infra hiervoor de rol in van uitvoeringsbegeleider om ProRail te ondersteunen en van advies te voorzien bij de beoordeling van de door de aannemer opgestelde documenten, plannen en ontwerpen. Anderzijds kan Iv-Infra als erkend ingenieursbureau ook ondersteuning bieden aan de aannemer bij het opstellen van de benodigde documenten, plannen en ontwerpen. 

Klassieke BBV op de Waalhaven.

Duurzame BBV Zeeland en West-Brabant

ProRail heeft de ambitie om steeds duurzamer en circulair te werken. Om invulling aan deze ambitie te geven is het ‘pioniersproject’ circulaire BBV West-Brabant en Zeeland opgestart. Binnen deze BBV zal op vier locaties, met industriesporen die minder frequent bereden worden, het spoor ‘vernieuwd’ worden met hergebruikt materiaal. Het doel is om zo weinig mogelijk nieuw materiaal en onderdelen in te brengen en in plaats daarvan vrijkomend materiaal uit andere BBV’s slim te hergebruiken. Daarnaast moet het project als voorbeeld dienen voor toekomstige BBV’s. 

Dit klinkt misschien simpel, gewoon gebruikt materiaal terugplaatsen en klaar is Kees. Maar het is ook van belang dat het spoor veilig blijft, en de restlevensduur moet voldoende zijn zodat hergebruik daadwerkelijk rendabel is. Zodoende is kritisch gekeken naar de huidige regelgeving die geldt bij een BBV en of er onderbouwd en verantwoord van die regelgeving afgeweken kan worden. Na afstemming met de vakspecialisten van ProRail is een reeks maatregelen vastgesteld om aan de duurzame ambities te voldoen.

Een greep uit de toegepaste maatregelen

Voor het hergebruiken van bovenbouw materiaal (BBM) zijn eisen voorgeschreven in de richtlijn RLN00412 van ProRail. Het grootste probleem met deze richtlijn is dat de gehanteerde voorwaarden te streng zijn voor de industriesporen waar deze BBV betrekking op heeft. Door het veel lagere aantal treinbewegingen en de lagere baanvaksnelheden, vergeleken met de doorgaande sporen die je op de hoofdbaan vindt, ligt de slijtagesnelheid van het ijzerwerk (spoorstaven en wisseldelen) veel lager. Om tot een acceptabele restlevensduur te komen kan nog gebruik worden gemaakt van spoorstaven en wisseldelen die meer slijtage hebben dan de RLN00412 toestaat. De marge voor hergebruik is op deze sporen dus groter. Een gedeelte van de spoorstaven en wisseldelen dat vrijkomt bij een standaard BBV zal dan ook nog prima hergebruikt kunnen worden op locaties waar minder treinbewegingen zijn.

Hetzelfde principe geldt voor vrijkomende dwarsliggers. Als er geen gebreken worden geconstateerd is een dwarsligger prima te hergebruiken. Ook is het niet nodig om altijd een zwaar type dwarsligger (zoals de 14-0XX liggers) toe te passen. Door het lagere aantal treinbewegingen kan in veel gevallen afgeschaald worden naar een lichter type liggers zoals de NS90 of duoblokken. Op deze manier is de hoeveelheid nieuw beton die wordt ingebracht lager, deels ook omdat de beschikbaarheid van gebruikte NS90 en duoblokken groter is. 

Vanwege het kleine aantal treinbewegingen op de industriesporen in dit pilotproject volstaat het om een dunner ballastbed aan te leggen. Daarnaast kan de bestaande ballast gezeefd worden, om vervolgens alleen de kleine fractie (< 22 mm) af te voeren. Ook hier is een ruimere marge voor hergebruik genomen ten opzichte van de vigerende regelgeving. Hier door hoeft minder nieuwe ballast aangevoerd te worden. 

Om hergebruikt materiaal te kunnen toepassen, zal dit verzameld en waar nodig opgeknapt moeten worden. Momenteel worden vanuit verschillende BBV’s in de omgeving van Zeeland en West-Brabant materialen verzameld en opgeslagen op een zogenaamde ‘materialenhub’. 

Ten slotte is gekeken om andersoortige materialen toe te passen. Zo wordt voor de schouwpaden gebruik gemaakt van olivijn (een mineraal dat CO2 opneemt) in plaats van het gebruikelijke porfier. Ook wordt op een aantal sporen een alternatieve dwarsligger van zwavelbeton toegepast, welke een lagere milieu-impact heeft dan cementbeton. 

Uitsnede van een getoetst legplan.

Rol Iv-Infra

Bij de circulaire BBV in Zeeland en West-Brabant is Iv-Infra betrokken als uitvoeringsbegeleiding. Echter gezien het afwijkende karakter van deze BBV is ook de rol van uitvoeringsbegeleider anders. Naast het voorzien van advies bij de beoordeling van de door de aannemer opgestelde documenten, zal ook veel meer op constructieve wijze meegedacht moeten worden aan de invulling van deze plannen. Het resultaat is dat een veel meer geïntegreerd team ontstaat dat is opgebouwd uit zowel aannemer, ProRail, uitvoeringbegeleiding en aanvullende externe adviseurs. In plaats van het slechts toetsen van plannen zal je juist in gesprek moeten met de aannemer en ProRail om samen tot een acceptabele invulling te komen, waarbij ook de duurzame ambities worden behaald. 

Nu alle plannen, ontwerpen en benodigde documenten (met daarin de duurzame maatregelen verwerkt) zijn afgerond, zal de circulaire BBV Zeeland en West-Brabant in 2022 in uitvoering gaan.     

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.