Ondergrondgegevens fundament voor GWW

De druk op de gebruiksfunctie van de ondergrond neemt toe, met name in het stedelijk gebied. Ruimte voor klimaatadaptatie en energiestrategie en bijvoorbeeld de binnenstedelijke verdichting met woningbouw, infra en voorzieningen spelen daarbij een rol. Daarom is het belangrijk om de ondergrond nauwkeurig in kaart te brengen. Basis hiervoor biedt de Basisregistratie Ondergrond (BRO). 

De grondonderzoekbedrijven van de VOTB hebben samen met de overheden de afgelopen jaren veel tijd besteed aan het aanleveren van data aan de BRO, volgens de laatste normen. Er is dus al veel informatie beschikbaar: de dataset voor geotechniek is compleet een ook peilbuizen en grondwaterstandmeetreeksen worden geregistreerd. Reden genoeg om deze data te gebruiken en te bestuderen voordat de graafmachine erbij gehaald wordt. 

Grote opgaven als energietransitie, klimaatadaptatie, woonopgave en economische groei, hebben enorme impact op de directe leefomgeving – niet alleen boven, maar ook ónder de grond. Al deze opgaven hebben te maken met het gebruik van de ondergrond. Niet alles kan op dezelfde plek. Het is dus essentieel om een ruimtelijk en integraal inzicht te krijgen in de ondergrond. Vanaf 2018 is het wettelijk verplicht om voor overheidswerken datasets van sonderingen, boringen en geotechnisch labonderzoek aan te leveren aan de Basisregistratie Ondergrond – en te gebruiken. 

”In de basis hebben we op de gemiddelde bouwplaats te maken met vragen over onder meer warmte, elektriciteit, fundering, infrastructuur en de afvoer van afvalstoffen”, zegt Martin Peersmann, Programmamanager BRO bij het ministerie van BZK. “In de ondergrond ligt al een hele spaghetti aan kabels, leidingen, rioleringen en boomwortels. Deze objecten bepalen mede de ruimte voor nieuwe aansluitingen en kunnen ook op plekken liggen waar je ze niet verwacht. Een verkeerd beeld kan leiden tot graafschade, meerkosten, onveilige situaties en vertraging van de bouw. Allemaal scenario’s die onwenselijk zijn.” 

Ook voor de bouw- en infrasector is er noodzaak om faalkosten terug te dringen, marges in stand te houden en concurrerend te blijven. Digitalisering en parametrisch ontwerpen bieden hier dan ook kansrijke mogelijkheden. Peersmann: “Wanneer de ondergrond een onzekere factor blijft, is het risico van faalkosten groot. De praktijk wijst uit dat de overheid als (bouw)opdrachtgever per jaar 120 tot 180 miljoen euro op faalkosten kan besparen door de inzet van digitale technologie. Het is dan ook de kunst om beschikbare data van verschillende partijen bij elkaar te brengen en vervolgens de gecombineerde gegevens inzichtelijk te maken – liefst in 3D of Digital Twin. Als je de BIM-, GIS- en wetenschappelijke wereld bij elkaar kunt brengen en X, Y en Z kunt combineren, levert dat veel voordelen op. Iedereen kan de Digital Twin zien, van ontwerpers en bouwers tot bestuurders en burgers. Met de huidige computertechnologie maken we de ondergrond transparant, overzichtelijk en toegankelijk.”

Meer informatie

Meer informatie en contactgegevens van het programma zijn te vinden op www.basisregistratieondergrond.nl.