De investering voor de aandrijving van een sluis, brug, waterkering, gemaal of stuw staat vaak in schril contrast met die van de totale civiele constructie. Terwijl het grootste faalrisico juist vaak schuilt in de elektromechanische- en hydraulische aandrijvingen. En daar wordt volgens Louis Wouters van Wouters Werktuigbouw lang niet altijd bij stilgestaan. “Een sluisdeur of stuw die weigert omdat een defect mechanisch of hydraulisch onderdeel niet op voorraad ligt, kan grote gevolgen hebben.”
Wouters Werktuigbouw voelt zich als een vis in het water in de ‘natte’ infrastructuur. “We geven advies bij nieuwbouw en renovatie van waterbouwkundige objecten, maar verzorgen ook periodieke inspecties. Onze expertise ligt met name in het werktuigbouwkundig vlak, bij de mechaniek en hydrauliek”, zegt Louis. Op basis van inspecties toetsen we bestaande objecten bijvoorbeeld aan de geijkte normen en eisen. Daar komt een bepaalde toestandsscore uit. Ligt die onder de grenswaarde, dan kan zelfs de (constructieve) veiligheid in het geding komen en is het van belang om snel actie te ondernemen. Op die manier denken we ook mee in het ontwerp van nieuwbouwprojecten en ondersteunen desgewenst bij het maken van de juiste werktuigbouwkundige keuzes, zodat ze ook doen wat ze moeten doen.”
Kritische objecten, zoals waterkeringen, worden faalkans gestuurd. “Dat wordt wiskundig berekend en alle technische onderdelen zijn hierop van invloed. Was voorheen 1 op de 200 keer falen voor bijvoorbeeld de Hollandsche IJssel kering toegestaan, met de wijzigingen in de Waterwet ligt dat nu op 1 op de 1.500 keer voor 2030. Dat is een aanzienlijke verlaging van de faalkans. En binnen nu en vijfentwintig jaar gaat het zelfs naar 1 op de 2.000 keer falen. Dan mag er dus écht niks misgaan. Met gezond en nuchter verstand tackel je al een groot deel van die potentiële problemen”, verzekert Louis. “Zorg er ten eerste al voor dat je goed preventief onderhoud uitvoert, inspecties en metingen zijn hierbij een belangrijk onderdeel en daar hoort ook kritische onderdelenbeheer bij. Je kunt prachtige wiskundige sommen maken, maar het is ook zaak om in de praktijk goed te blijven nadenken. Zo werden we laatst betrokken bij een defect aan een object. Het bleek dat een klein technisch component het had begeven. En je raadt het al, dat lag niet op voorraad. Moraal van het verhaal, zorg ook dat het beheer van reserveonderdelen op orde is.”
In de waterbouw ligt het financiële zwaartepunt met name op de civiele constructies, weet ook Louis. “Met een relatief kleine inspanning vanuit onze zijde worden soms risico’s, waarmee grote bedragen gemoeid zijn getackeld en gevolgkosten die nog vele malen hoger kunnen liggen. Je wil niet weten wat het kost als een kritisch object onveilig wordt bevonden of zijn functie niet meer kan vervullen.” Er is volgens Louis dan ook alles aangelegen om preventief actie te ondernemen en zodoende potentiële risico’s op voorhand te tackelen. “Zo zijn we laatst gevraagd om een kunstwerk te inspecteren met de vraag of deze nog vier jaar in de lucht kon blijven tot aan het groot onderhoud. De bevindingen waren best wel schokkend. Er was direct actie nodig. En dat is tegenwoordig helaas geen uitzondering. Het komt vrij frequent voor dat we tijdelijke maatregelen moeten adviseren om kunstwerken veilig in de lucht te houden.”
Het mooie van de Nederlandse waterbouw is de grote diversiteit aan objecten, vindt Louis. “Van objecten die gebouwd zijn net na de Tweede Wereldoorlog met oude (en betrouwbare) technieken tot objecten met de allermodernste technologie voorzien van veel elektronica en proportioneel gestuurde hydraulische installaties. Met meer dan 30 jaar ervaring in deze sector zijn wij als geen ander in staat om opdrachtgevers en aannemers bij te staan om te zorgen voor een veilige en betrouwbare werking van deze objecten. En dat begint al bij het ontwerp met aandacht voor het werktuigbouwkundige aspect.”