De waterbouwsector is bij uitstek een sector die werkt aan klimaatadaptatie. Het is een sector die altijd al met de elementen bezig is en weet hoe je ermee om moet gaan. Veel projecten worden bovendien gerealiseerd met natuurlijke toepassingen, bijvoorbeeld voor onze kustverdediging. De zandmotor is hier een treffend voorbeeld van. Maar ook op andere gebieden kan lering worden getrokken uit de manier waarop de waterbouwsector omgaat met klimaatadaptatie. Een gesprek met Andrea Vollebregt, directeur van de Vereniging van Waterbouwers.
Als je met de elementen werkt, weet je nooit exact wat je te wachten staat, begint Andrea. “Het is in onze sector onmogelijk om op voorhand precies het projectverloop uit te stippelen. Werkzaamheden afstemmen op het klimaat en de natuur zit feitelijk al in ons DNA. Zo maken we bijvoorbeeld ook heel veel gebruik van natuurlijke toepassingen, waarbij we letterlijk bouwen mét de natuur. De zandmotor is één van de meest bekende toepassingen, maar ook de Marker Wadden past in dat plaatje, waarbij natuur wordt aangelegd om andere natuur weer de ruimte te geven om te groeien en te herstellen.”
Al in 2011 werd voor de kust van Kijkduin een schiereiland van 21,5 miljoen kuub zand aangelegd volgens het principe van bouwen met de natuur. Wind en stroming verspreiden het zand langs de kust en richting de duinen om op die manier de kust op de lange termijn te versterken en een dynamisch natuur- en recreatiegebied te creëren. “Bij de zandmotor werken we mét het water in plaats van ertegen. Door in een keer een grote hoeveelheid zand te storten, voorkomen we herhaaldelijke verstoring van de zeebodem. De natuur legt het zand op de juiste plek”, legt Andrea uit. De Marker Wadden zorgen op hun beurt voor het natuurherstel van het Markermeer. Door de aanleg van natuureilanden met zand, klei en slib uit het Markermeer komt nieuwe natuur tot ontwikkeling. Zowel onder als boven water. Een natuurparadijs voor vissen en vogels en tegelijk ook een heerlijk recreatie-eiland.
Klimaatadaptatie betekent volgens Andrea dat je in staat moet zijn om flexibel mee te bewegen met veranderingen. “Dat kan zijn méér water gedurende een bepaalde periode, een fenomeen dat we de afgelopen maanden aan den lijve hebben ondervonden, maar ook een periode van extreme droogte. Waar we als Nederland de laatste decennia op hebben ingezet, is het zo snel mogelijk afvoeren van water. Die visie zie je nu al langzaam veranderen. Er wordt meer en meer ingezet op het langer (kunnen) vasthouden van water. Niet alleen om droge periodes op te vangen, maar ook voor de zoetwatervoorziening. Het is een thema waar we als waterbouwsector veel ervaring mee hebben. Bijvoorbeeld door het creëren van uiterwaarden, het graven van nevengeulen, het aanleggen van kunstmatige gecreëerde bergingen waar je tijdelijk water in opslaat of het creëren van natuurgebieden die als een soort spons werken.”
Het is volgens Andrea van belang dat zowel opdrachtgevers als de markt met elkaar in gesprek gaan om gezamenlijk aan oplossingen te werken voor de opgave die er ligt op het gebied van klimaatadaptatie. “Enerzijds is er het beleid van de overheid die de opgave heeft om de waterveiligheid te garanderen, anderzijds de uitvoeringspraktijk. De dagelijkse praktijk dwingt ons tot adaptatie, omdat veranderingen en extremen elkaar steeds sneller opvolgen. Er zal meer flexibiliteit in het systeem ingebouwd moeten worden van water opvangen, vasthouden en afvoeren om die veranderingen en extremen op te kunnen vangen. Opdrachtgevers en met name de overheid moeten ruimte creëren in het beleid om daar op een doeltreffende manier mee om te gaan.” En daarin moet volgens Andrea ook aandacht zijn voor alternatieve technieken. “Zo wordt er steeds meer geëxperimenteerd met het vergroend aanleggen van dijken, waarbij je traditionele dijken en waterkeringen combineert met natuurontwikkeling in uiterwaarden en maatregelen die genomen worden ter bevordering van de waterkwaliteit. Het is heel erg afhankelijk van het type dijk en de omgeving, maar ook daar zitten we in een transitie en dan kom je alleen door samen te werken stappen verder.”
Onderdeel van stappen die we nog zetten op het gebied van klimaatmitigatie tot slot, is ook een versnelde ontwikkeling naar emissiearme technologie. “Ook hier is de waterbouwsector heel hard mee bezig”, zegt Andrea. “En ook hier kunnen de overheid en opdrachtgevers een sturende rol in spelen door middel van functionele uitvragen waarin een stretched goal wordt uitgevraagd, op een zodanige wijze dat alle marktpartijen in beweging moeten én kunnen komen. Combineer dat met voldoende investeringsperspectief en een passende bunker en/of laadinfrastructuur, dan wordt die verduurzaming vanzelf aangejaagd en komt in een versnelling. We hebben nog wel een weg te gaan, want met name groot drijvend materieel is nog niet emissieloos verkrijgbaar, maar er is wel steeds meer mogelijk. Het overige drijvende en droge materieel zet al grote stappen. Het transitiepad kustlijnzorg en vaargeulenonderhoud vormt wat dat betreft een mooie leidraad voor het verduurzamen van de sector. Het is de aanjager van deze veranderopgave waarin op een realistische manier wordt beschreven in welke stappen we kunnen verduurzamen.”