Een veilige reis naar de digitale toekomst in de spoorwegindustrie

De spoorwegindustrie verandert. Digitale en onderling verbonden oplossingen zijn de toekomst in de spoorwegtechniek. Daarmee nemen ook de veiligheidseisen toe, want waar mensen worden vervoerd, is veiligheid prioriteit nummer één. Een bedrijf dat zich bezig houdt met het leveren van veiligheid, is Pilz. Het bedrijf is technologieleider met meer dan 70 jaar ervaring in de veiligheids- en automatiseringstechniek.

Jan van der Heide, Salesmanager BU Rail bij Pilz Nederland vertelt: “Er is een speciale businessunit Rail gevormd binnen Pilz Nederland en vanuit de moederorganisatie zijn er wereldwijd competence centers opgericht. Daarvandaan wordt gekeken wat er in Europa (en daarbuiten) nodig is aan oplossingen op railgebied.”

“We zijn continue bezig om ideeën om te zetten in marktklare innovaties en maken ze geschikt voor spoorwegen.” Jan van der Heide, Pilz Nederland.

Oplossingen in lijn der klantverwachting

“Pilz heeft als doel om klantspecifieke vragen te vertalen naar klantspecifieke oplossingen. Zo zijn we nu bezig met de ontwikkeling van generieke softwareblokken voor overwegen”, vervolgt Van der Heide. “De eindklant (ProRail of een industriële klant) kan straks door het flexibel samenvoegen van onze functieblokken heel snel en eenvoudig een digitale overweg samenstellen. Snel, maar vooral ook veilig. Veiligheid staat voorop, maar het kost tijd om iets gecertificeerd te krijgen. Daar spelen wij proactief op in door de onderdelen los te certificeren.” Spoorwegklanten over de hele wereld gebruiken reeds de Pilz componenten en systemen in een diversiteit aan applicaties.

Innovatie speelt een belangrijke rol

“We zijn continu bezig om ideeën om te zetten in marktklare innovaties en maken ze geschikt voor spoorwegen. Het maakt ons een belangrijke partner voor een veranderende spoorwegsector die zich inzet voor digitalisering. Ook wat advisering betreft”, aldus Van der Heide. “De investering voor een system integrator is groot en men switcht niet zo snel van systeem, al zouden ze het soms wel willen. Men is huiverig voor de complexe en moeilijke procedures, maar wij vertalen dat naar eenvoudige en intuïtieve programmering. Met het automatiseringssysteem PSS 4000-R bieden we dan ook een beproefd en veilig systeem voor op maat gesneden en zeer economische oplossingen voor de spoorwegindustrie.”

Automatiseringssysteem PSS 4000.

Automatiseringssysteem

PSS 4000-R is compatibel volgens de hoogste veiligheidscategorie. Het automatiseringssysteem is gebaseerd op het multi-master-principe, wat inhoudt dat op een lange spoorweg meerdere PLC-besturingen met elkaar worden verbonden en dat eindeloze bekabelingen bespaart. Het systeem is uitermate geschikt voor digitale besturingstaken en het retrofitten. “De modulaire hardware en de eenvoudige programmering geven onze oplossingen een ongeëvenaarde flexibiliteit.”

Industrie 4.0 vertalen naar Rail 4.0

Hiermee doorbreekt Pilz het gebrek aan universaliteit in de railbranche. “Vanuit digitalisering en standaardisering willen wij objecten zo generiek maken dat het niet uitmaakt welk merk wissel daar achter hangt. Maar nooit ten koste van de veiligheid”, vult Van der Heide aan. “Veiligheid is onze core business en zit in ons DNA. Daar zijn we al de hele industriële revolutie mee bezig. Die kennis en expertise nemen we mee in de digitalisering van de railmarkt door generieke oplossingen te bieden die de raileindklanten kunnen (her)gebruiken voor toepassing in en rond het spoor.”

Railprotocollen standaardiseren in Europa

“Niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten”, vervolgt hij. “Europa wil het spoorwegnetwerk verbeteren en standaardiseren. Het automatiseringssysteem vormt daarbij de kern van digitale spoorwegen. Door het standaardiseren van interfaces kan er een aanzienlijke verlaging van de levenscycluskosten voor signaleringssystemen worden bereikt. Daarom is er EULYNX: een Europees initiatief van 13 infrastructuurbeheerders om interfaces te standaardiseren. Pilz geeft te kennen dat de door hen ontwikkelde blokken onder het ERTMS-protocol gekoppeld zouden kunnen worden om veldelementen aan te sturen.”