Zuidoost-Brabant en Noordwest-Limburg zijn voor de wateraanvoer en -verdeling grotendeels afhankelijk van de Peelkanalen. Als gevolg van de steeds drogere zomers is er gedurende de zomermaanden een watertekort op deze hoger gelegen zandgronden. Er moet dus meer water het gebied worden ingelaten. En daarvoor zijn niet alleen de hoofdaders verruimd, maar is ook het hele stelsel aan stuwen en gemalen in het achterland aangepast aan die hogere capaciteit. Aannemingsbedrijf Vissers Ploegmakers stond in voor het programma ‘Optimalisatie wateraanvoer Peelkanalen’, bestaande uit een combinatie van drie separate bouwteamprojecten.
Vanuit de Maas werd vóór de optimalisatie maximaal 3,4 m3 water per seconde aangevoerd op het hele systeem, nu is dat verruimd naar 5,4 m3 per seconde. “Daarvoor werd in 1994 al een waterakkoord gesloten tussen Waterschap Aa en Maas, Waterschap Limburg en Rijkswaterstaat”, weet Ron de Mol, projectleider bij Vissers Ploegmakers. “Nu is dat plan dus tot uitvoering gebracht met een duidelijke verdeelsleutel: Waterschap Aa en Maas zorgt voor de opwaardering van de kanalen, terwijl Waterschap Limburg zich ontfermt over de opgave om alle kunstwerken aan te passen. Alle projecten heeft Vissers Ploegmakers met beide waterschappen in bouwteamverband voorbereid om met de kennis en ervaring uit de markt tot het meest optimale eindresultaat te komen.”
Om überhaupt meer water aan te kunnen, was een opwaardering van de Peelkanalen noodzakelijk, meer specifiek het Kanaal van Deurne en de Helenavaart. “Door diverse (omgevings)factoren kampten de kanalen met achterstallig onderhoud en waren redelijk dichtgeslibd”, zegt Ron. “Ze moesten flink ‘gedotterd’ worden. Naast het verwijderen van ruim 100.000 m3 slib over een lengte van 21 kilometer, zijn de kades hersteld om te voorkomen dat het voedingrijk Maaswater de hoogveengebieden Deurnese Peel en Mariapeel inloopt, beide Natura2000-gebieden. Daarnaast is ook nog eens 4,5 kilometer aan beverwerende voorziening aangebracht.” Werken in de Natura2000-gebieden betekende dat Vissers Ploegmakers het verontreinigde slib niet zomaar het gebied kon uitrijden. “Samen met Smals Dredging en Kurstjens hebben we een innovatieve methode bedacht, waarbij het slib naar een onderwaterdepot op vier strategische locaties in beide kanalen werd gepompt buiten het Natura2000-gebied. Zo’n onderwaterdepot betrof een strook van circa 100 meter lang en 10 meter breed (het kanaal is 15 meter breed, red.) met verschillende bassins. Eerst werd het zand uit het slib gehaald, dat weer is gebruikt voor het kadeherstel met gesloten grondbalans. Vervolgens is een verdikkingsmiddel aan het slib toegevoegd om het sneller te laten indikken en te kunnen afvoeren.”
Ook de kunstwerken in de kanalen en het bestaande watersysteem in het achterland is aangepast op de hogere capaciteit. “In totaal zijn zeventien kunstwerken (stuwen, gemalen, inlaatwerken) verruimd en gemoderniseerd om meer water te kunnen doorlaten”, vertelt Ron. “De stuwen zijn allemaal geautomatiseerd en op afstand bestuurbaar. Daar waar reeds een voeding lag, hebben we gebruik gemaakt van het bestaande net. Op die plekken waar dat niet het geval is, maken we gebruik van solarmasten van Modderkolk. HC Waterbeheersing stond op zijn beurt in voor de levering van tien nieuwe stuwen en twee overstortputten.”
Ook tijdens de realisatie is de aan- en afvoer van water in de Peelkanalen en het achterliggende watersysteem natuurlijk van belang. “Daarom hebben we tijdens de realisatie afhankelijk van de locatie een tijdelijke bypass gegraven dan wel een tijdelijke hevelinstallatie aangelegd. Eveneens bijzonder was het gedeelte waar het Peelkanaal door de defensiebasis Vredepeel loopt. Onder de landingsbaan waren de drie kokerduikers van elk 300 meter lengte helemaal verzand en aangeslibd en zijn met behulp van een speciale reinigingstechniek met jetpompen en schuiframen ‘in den natte’ gereinigd en geïnspecteerd met een onderwaterdrone.”
Het laatste bouwteamproject binnen het programma betrof de waterhuishouding in en rondom Griendtsveen. “Al 20 jaar wordt in dit hoogveengebied gewerkt aan het vasthouden van zoveel mogelijk water. Dat zorgde ervoor dat het dorp Griendtsveen langzaam hinder begon te ondervinden van de stijgende waterstanden”, zegt Ron. “Om het waterpeil in het gebied goed te kunnen sturen en wateroverlast in het dorp te beperken hebben we het watersysteem stevig aangepast. Binnen dit project zijn watergangen aangepast, duikers en sifons aangelegd en zijn twee nieuwe gemalen gebouwd om de eerste polder in Limburg kunstmatig op peil te houden.”
Inmiddels zijn alle drie de projecten afgerond door Vissers Ploegmakers en is het achterland van Zuidoost-Brabant en Noordwest-Limburg beter bestand tegen de droge zomers.