Platform over civiele techniek, ondergrondse infra, energie, bouwmaterieel & bouwmachines
Complexe technische opgave vraagt om uniek samenwerkingsverband
De dijkversterkingsopgave behelst een traject van zo’n 33 kilometer.

Complexe technische opgave vraagt om uniek samenwerkingsverband

Nadat in 2003 definitief het besluit is genomen om het Markermeer niet te gaan inpolderen, zijn de Markermeerdijken een primaire waterkering geworden. Een waterkering die 1,2 miljoen Noord-Hollanders en zo’n 25 miljard euro aan economische waarde beschermt tegen hoogwater. 

Tijdens een periodieke veiligheidsinspectie in 2006 werd het grootste deel van de dijk tussen Hoorn en Amsterdam afgekeurd. Vanaf dat moment is er volop gestudeerd over hoe de dijkversterking technisch gerealiseerd moet worden en hoe deze eruit moet komen te zien. De Markermeerdijken hebben namelijk niet alleen een waterkerende functie maar tegelijk ook een monumentale status. Kortom, een bijzonder project dat vraagt om een unieke manier van samenwerken.

De dijkversterkingsopgave behelst een traject van zo’n 33 kilometer en wordt uitgevoerd door Alliantie Markermeerdijken, een publiek-private samenwerking tussen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Boskalis en VolkerWessels ondernemingen. “Het is een vrij uniek samenwerkingsverband, waarbij het hoogheemraadschap naast opdrachtgever ook partner is in de Alliantie”, begint Reijer Baas, Alliantiemanager bij Markermeerdijken. “De keuze hiervoor heeft alles te maken met de complexiteit van de (technische) opgave. Ook heeft het hoogheemraadschap ervoor gekozen om het bedrijfsleven al vroegtijdig bij het project te betrekken, zodat die kennis, kunde en ervaring gebruikt kan worden in de planvorming. Deze dijkversterkingsopgave is namelijk best wel vernieuwend voor de waterbouw en vraagt om innovatieve technieken en het slim organiseren van uitvoeringswerkzaamheden.”

De gemeente Hoorn investeert in de aanleg van een stadsstrand en horeca- en recreatievoorzieningen op een deel van de nieuwe oeverdijk.

Veengebied

Het versterken van de Markermeerdijken vereist een maatwerkaanpak. “Er dient rekening gehouden te worden met de historische kwaliteiten van de bestaande dijk. Ook is de situatie overal specifiek, zoals een dorp tegen of zelfs op de dijk, een natuurgebied of voorland dat doorkruist wordt en ga zo maar door. Daarnaast zijn de Markermeerdijken voor een groot deel gelegen in een veengebied met een zeer slappe ondergrond. Het traject van 33 kilometer is daarom in zestien modules opgedeeld waarbij per module een eigen versterkingsmethode is uitgewerkt”, legt Baas uit. “Daarbij is uitvoerig onderzoek gedaan naar het versterken van dijken op veen. Uit dit onderzoek is een rekenmethodiek ontwikkeld, die bij de Markermeerdijken voor het eerst is toegepast. Om de methode te verifiëren hebben we proefterpen aangelegd waarop uitgebreid metingen zijn verricht om zo de sterkte-ontwikkeling en zettingen in de tijd te kunnen bepalen. We monitoren nu de ophogingen en kunnen daarmee aantonen dat we voldoen aan de sterkteontwikkeling. Voor kwaliteitsdoeleinden zijn er dan achteraf mogelijk nog een beperkt aantal proefprikjes nodig.”

98% vanaf het water

Door de slechte grondslag worden de dijken laagsgewijs opgebouwd. “Op die manier kunnen we zelfs op veen heel veel sterkte bereiken”, weet Baas. “Dat de ondergrond zo gevoelig is, hebben we gemerkt bij het aanleggen van de loswallen. In het begin van het project is een loswal onderuitgegaan, terwijl het vooraf allemaal was berekend. Dat heeft ons geleerd nóg voorzichtiger te moeten zijn met het maken van de ophoogslagen. Het zand wordt dan ook in relatief dunne lagen opgespoten vanaf het water. De werkzaamheden vinden grotendeels vanaf de aangelegde werkbaan aan de waterzijde van de dijk plaats. Zo’n 98% van alle aan- en afvoer van materiaal en materieel gebeurt via het water, met name om het kwetsbare achterland te ontzien. Hiertoe zijn aanlandingsplaatsen, zogenaamde loswallen, aangelegd en zelfs diverse vaargeulen in het Markermeer gemaakt om überhaupt met groot materieel bij de dijk te komen.”

De Alliantie werkt volgens een strakke planning om de Markermeerdijken in 2027 ‘Dijk Veilig’ op te leveren.

Meekoppelkansen

De zestien deeltracés kennen dus allemaal een eigen aanpak. “Soms wordt er ook een mix van methoden toegepast”, vervolgt Baas. “Op enkele plaatsen wordt de bestaande, monumentale dijk zelfs helemaal ontzien. In Hoorn bijvoorbeeld is gekozen om vóór de bestaande dijk een oeverdijk te creëren, die de zware golfslag afvangt. Hier realiseren we bovendien een meekoppelkans voor de gemeente Hoorn. De gemeente investeert namelijk in de aanleg van een stadsstrand en horeca- en recreatievoorzieningen op een deel van deze nieuwe dijk. Er komen bruggen tussen de bestaande en de nieuw dijk en zelfs parkeerplaatsen op de oeverdijk. Bewoners hebben zelf ideeën mogen aandragen over de invulling ervan. Sowieso is er in het voortraject veel aandacht besteed aan het informeren van omwonenden langs het gehele tracé van 33 kilometer. Dat varieerde van participatieavonden tot keukentafelgesprekken. Nu tijdens de uitvoering zijn er bouwklankbordgroepen waarin omwonenden kunnen meedenken over fasering, afsluitingen, enz. Het zijn nuttige bijeenkomsten. Bewoners zijn de oren en ogen van de omgeving.”

De Alliantie werkt volgens een strakke planning om de Markermeerdijken in 2027 ‘Dijk Veilig’ op te leveren.

Enthousiast over de samenwerking

De Alliantie werkt volgens een strakke planning om de Markermeerdijken in 2027 ‘Dijk Veilig’ op te leveren. “De versterkingsoperatie wordt gefinancierd door het Hoogwaterbeschermingsprogramma, een samenwerkingsverband van de Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat. Dat laatste betekent dat er ook aan de Tweede Kamer wordt gerapporteerd over de voortgang van dit project”, zegt Baas. “Buiten lopen we ondanks tegenvallers nog steeds op schema. We ervaren voortdurend de kracht van deze unieke manier van samenwerken. Kennis en kunde uit de markt gecombineerd met kennis van beheer en onderhoud, besluitvorming en wet- en regelgeving maakt dat we deze complexe opgave kunnen realiseren. Daardoor kunnen we, naast het creëren van een goed werkproces, ook goed anticiperen en reageren op veranderingen en tegenvallers, en daarbij extra (maatschappelijke)
kosten zo veel als mogelijk beperken. Alle alliantiepartners zijn dan ook heel enthousiast over deze samenwerking. Op andere plekken in ons land wordt dit voorbeeld inmiddels al gevolgd.”     

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.